Accu
Oplaadmeter
Druk op de oplaadmeterknop; de displaylampjes gaan
branden en tonen de resterende gebruiksduur van de
accu. De lampjes blijven 5 seconden lang branden.
NB: Als de oplaadmeter niet werkt, moet de accu worden
opgeladen.
Laadcyclusteller
Druk de oplaadmeterknop twintig (20) seconden lang in
om de stand van de laadcyclusteller te bekijken.
Tel het aantal keren dat de lampjes knipperen om te zien
hoe vaak de accu is opgeladen.
Voorbeeld 1:
L1 - knippert één (1) keer
L2 - knippert drie (3) keer
L3 - knippert vier (4) keer
L4 - knippert vijf (5) keer
Dit betekent dat de accu 1345 keer is opgeladen.
Voorbeeld 2:
L1 - knippert niet
L2 - knippert zes (6) keer
L3 - knippert zeven (7) keer
L4 - knippert acht (8) keer
Dit betekent dat de accu 678 keer is opgeladen.
Accubeveiliging
Voor een optimale prestatie en gebruiksduur van de accu
controleert het beveiligingscircuit van de lithiumionaccu
de accuspanning, ontlaadstroom en temperatuur.
Als de accuspanning tot onder het bruikbare bereik daalt,
wordt de accu uitgeschakeld en knippert de 1e LED. Als
u de bedieningsknop loslaat, stopt de LED met knipperen
zodra de accuspanning weer het bruikbare bereik heeft
bereikt. Als de 1e LED langer dan enkele seconden blijft
knipperen, moet de accu worden opgeladen.
Te hoge accutemperatuur - alle (4) LED's op de accu
knipperen. Dit betekent dat de inwendige temperatuur
van de accu te hoog is: de accu stopt met werken om de
levensduur van de accu te verlengen. De lampjes
knipperen vier (4) minuten telkens als de bedieningsknop
wordt ingedrukt totdat de temperatuur is gedaald tot een
aanvaardbaar niveau. De accu kan extern met een
ventilator worden gekoeld om de koeltijd van de accu te
verkorten.
Als u een hete of koude accu in de lader plaatst, zal de
lader de accu niet opladen, wat u kunt zien aan een geel
knipperend lampje op de lader. De lader schakelt over
naar de snelle laadmodus zodra de accutemperatuur
tussen 0 °C (32 °F) en 45 °C (113 °F) ligt.
ZCTB8185CE Rev. B
Gebruik bij koud weer
De lithiumionaccu kan worden gebruikt bij lage
temperaturen van maar liefst -20 °C (-4 °F). Laat het
gereedschap onbelast lopen als de accu zeer koud is om
de accu op te warmen, en gebruik het gereedschap dan
op de normale manier.
Gebruik bij warm weer
Als de lithiumionaccu een temperatuur van 70 °C (158
°F) bereikt, zal het beveiligingscircuit de accu
uitschakelen en knipperen alle vier LED's. Nadat de accu
is afgekoeld tot onder 65 °C (149 °F) zal de accu weer
normaal werken.
Opslag
Stel de accu niet bloot aan water of regen; daardoor zou
de accu beschadigd kunnen worden.
Laad de accu helemaal voordat u deze opslaat. Voor een
optimale levensduur moeten alle nikkelcadmium- en
lithiumionaccu's bij omgevingstemperatuur en uit de
buurt van vocht worden bewaard. De capaciteit kan
permanent verloren gaan als accu's lange tijd bij hoge
temperaturen van meer dan 49 °C (120 °F) worden
bewaard.
Onderhoud
Als een nikkelcadmium- of lithiumionaccu snel wordt
geladen of ontladen, zal de inwendige temperatuur van
de accu aanzienlijk stijgen. Dit is normaal.
• Onder ideale werkomstandigheden is de levensduur van
een lithiumionaccu ca. 1000 laad-/ontlaadcycli. Verkeerde
verzorging en onderhoud verkorten de levensduur van de
accu en de tijd dat de accu geladen blijft.
• Gebruik alleen Snap-on laders die geschikt zijn voor een
accu uit de CTB-serie.
• Voorkom kortsluiting van de accu. De accu kan blijvend
worden beschadigd door de ontlading van hoge stroom.
• Trek de stekker van de lader uit het stopcontact voordat
u deze demonteert.
• Haal de accu uit het gereedschap voordat u met de
demontage begint. Kortsluiting van de accu kan brand
of lichamelijk letsel veroorzaken.
• Gebruik
veiligheidsvoorzieningen.
oogbescherming.
11
Draag
altijd
(11/18)