2.2
Linker kant van het stuur (Afb. 22).
2.2.1 Schakelaar richtingaanwijzers: Druk
op het linker deel van de schakelaar
wanneer naar links wordt gedraaid en
op het rechter deel wanneer naar
rechts wordt gedraaid.
De linker en rechter richtingaanwijzers
zijn zichtbaar op het instrumentenbord.
3.
BEDIENING
VERSNELLINGEN
KOPPELING:
De bedieningen bevinden zich op de linker
kant van het stuur, en bestaan uit een hendel
om de koppeling in te schakelen en uit een
draaibare handgreep om te schakelen.
3.1
Koppelingshendel: Trek de hendel in om
de koppeling los te koppelen. (Afb. 23).
3.2
Draaibare
handgreep
schakelen: Er zijn 5 posities, één voor
de vrijloop positie en de andere vier
voor
de
verschillende
zoals vervolgens wordt uitgelegd:
Versnelling
1
0
2
3
4
Om te schakelen, moet de koppelingshendel
ingetrokken worden en moet de handgreep in de
correcte positie (Afb. 24) gedraaid worden.
4.
Gascommando: op de rechter kant van het
stuur. Het betreft een draaibare handgreep.
Om te accelereren, moet u de handgreep
naar uzelf draaien. Draai de handgreep in de
andere richting om snelheid te minderen (Afb.
25).
STAR DLX NEDERLANDS 12-5-2010
EN
STAR DLX NEDERLANDS 12-5-2010
om
te
rijsnelheden,
Snelheid, zoals vervolgens
wordt aangeduid
Tot 10 km/h
vrijloop
10-20 km/h
20-35 km/h
35 km/h en meer
Controlefuncties
Afb. 22
Afb. 23
22
Controlefuncties
Afb. 24
Afb. 25
23