—
na het raken van een vreemd voorwerp;
—
als het gereedschap op ongebruikelijke
manier begint te trillen.
10. Het snijgarnituur blijft werken nadat de motor
is uitgeschakeld.
11.
Wees bij het aanbrengen en verwijderen van
de schede voorzichtig dat u uw handen niet
verwondt.
Onderhoudsinstructies
De toestand van het gereedschap, met name
1.
die van het snijgarnituur en de veiligheids-
uitrusting, moet worden gecontroleerd voor
aanvang van de werkzaamheden.
Schakel de motor uit en verwijder de accu
2.
voordat u onderhoudswerkzaamheden
uitvoert, het snijgarnituur vervangt, of het
gereedschap of de snijgarnituur schoonmaakt.
3.
Als het gereedschap niet wordt gebruikt,
bevestigt u de schede op het gereedschap
en bergt u het gereedschap binnen op op een
droge, hoge of afgesloten plaats, buiten het
bereik van kinderen.
BEWAAR DEZE
VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING:
door een vals gevoel van comfort en bekendheid
met het gereedschap (na veelvuldig gebruik)
en neem alle veiligheidsvoorschriften van het
betreffende gereedschap altijd strikt in acht.
VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van de
veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwij-
zing kan leiden tot ernstig letsel.
BESCHRIJVING VAN DE
ONDERDELEN
► Fig.1: 1. Schede 2. Dop 3. Wiedmes
MONTAGE
WAARSCHUWING:
monteren of af te stellen, schakelt u de motor uit
en verwijdert u de accu. Anders kan het apparaat
onbedoeld starten, waardoor letsel kan ontstaan.
WAARSCHUWING:
altijd op de grond wanneer u het afstelt of onder-
delen aanbrengt. Als u onderdelen aanbrengt of
het gereedschap afstelt terwijl het rechtop staat, kan
ernstig letsel worden veroorzaakt.
WAARSCHUWING:
wingen en voorzorgsmaatregelen in het hoofd-
stuk "VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN" op
en raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het
aandrijfsysteem.
Laat u NIET misleiden
Alvorens het apparaat te
Leg het gereedschap
Volg de waarschu-
Het hulpstuk aanbrengen
1.
Bevestig de 2 stelplaten zodanig aan het hulpstuk
dat de groeven van de platen naar buiten wijzen.
► Fig.2: 1. Stelplaat
2.
Bevestig het wiedmes aan de stelplaten terwijl
u de bevestigingen van het wiedmes iets naar buiten
trekt.
Wanneer u het wiedmes bevestigt, verzekert u zich
ervan dat de pijl in de richting van de pijp wijst.
► Fig.3: 1. Pijl
De hoek van het wiedmes kan worden veranderd door
het uitsteeksel op het wiedmes uit te lijnen met een van
de uitsteeksels op de stelplaten.
► Fig.4: 1. Uitsteeksel
KENNISGEVING:
op het wiedmes wijzen in de richting aangegeven
in de afbeelding.
► Fig.5: 1. Pijl
3.
Verzeker u ervan dat het wiedmes aangrijpt in de
stelplaten.
► Fig.6
4.
Steek de bout erin vanaf de zijkant zonder moer
en draai de bout vast met behulp van de inbussleutel.
Verzeker u dat de bout stevig is vastgedraaid.
► Fig.7: 1. Bout 2. Moer
OPMERKING: Aanhaalkoppel: 5 - 10 N•m
De hulpstukpijp bevestigen
LET OP:
Controleer na het aanbrengen altijd
of de hulpstukpijp stevig is bevestigd. Door onjuist
aanbrengen kan het hulpstuk van het aandrijfsysteem
af vallen en persoonlijk letsel veroorzaken.
Bevestig de pijp van het hulpstuk aan het
aandrijfsysteem.
1.
Verwijder de dop vanaf het uiteinde van de pijp.
► Fig.8: 1. Pijp 2. Dop
KENNISGEVING:
deze weer nodig is voor het opbergen van het
hulpstuk.
2.
Kantel de hendel naar het hulpstuk.
► Fig.9: 1. Hendel
3.
Lijn de pen uit met de pijlmarkering op het aan-
drijfsysteem. Steek de pijp erin tot de ontgrendelknop
omhoog springt.
Verzeker u ervan dat de positielijn tegen de punt van
de pijlmarkering op het aandrijfsysteem komt, en dat de
pijlmarkering op het aandrijfsysteem en de pijlmarkering
op de pijp tegenover elkaar liggen.
► Fig.10: 1. Ontgrendelknop 2. Pijlmarkering op
het aandrijfsysteem 3. Pen 4. Positielijn
5. Pijlmarkering op de pijp
37 NEDERLANDS
Verzeker u ervan dat de pijlen
Gooi de dop niet weg omdat