1. Steek de veiligheidssleutel
sleutel volledig in de schakelaar zit, zoals wordt getoond in
Afb. I. De maaimachine is nu klaar voor gebruik.
2. De maaimachine is voorzien van een speciale AAN/
UIT‑schakelaar
1
. Duw, wanneer u de maaimachine wilt
gebruiken, op de AAN/UIT‑knop
trek vervolgens de beugelhandgreep
zoals wordt getoond in Afb. I. Wanneer de maaimachine
start, kunt u de AAN/UIT‑knop loslaten.
3. U kunt de maaimachine uitschakelen OFF door de
beugelhandgreep
4
los te laten.
WAARSCHUWING: Probeer nooit een schakelaar of de
beugelhandgreep in de ON-stand te vergrendelen.
OPMERkInG: Wanneer de beugelhandgreep in de
oorspronkelijke positie is teruggekeerd, wordt het "Automatisch
Remsysteem" ingeschakeld. De motor remt mechanisch en het
mes van de gazonmaaier stopt binnen drie seconden.
Overbelasting van de maaimachine
Voorkom beschadiging door overbelasting, maai niet te
veel gras tegelijkertijd. Ga langzamer maaien of verhoog
de maaihoogte.
Stalling (Afb. A, J1)
GEVAAR: Het roterende maaiblad kan ernstige
verwondingen veroorzaken. Schakel de maaimachine
uit door de beugelhandgreep ( 4 los te laten, de
veiligheidssleutel uit te nemen, de accu uit de machine te
nemen en til dan pas de machine op voor het transport en
stalling. Stal de machine op een droge plaats.
VOORZICHTIG: Knelpunt. Voorkom dat u uw vingers
klemt, houd uw vingers weg bij de beugels van de onderste
handgreep en knoppen van de bovenste handgreep
wanneer u de handgrepen omlaag vouwt.
VOORZICHTIG: Let erop dat het snoer niet wordt
uitgerekt of wordt vastgeklemd in het gebied tussen
de onderste handgreep en de beugels van de onderste
handgreep, en in het gebied tussen de onderste handgreep
en de bovenste handgreep bij de knoppen van de bovenste
handgreep. Hierdoor kan het snoer beschadigd raken.
U kunt de handgreep van de maaimachine gemakkelijk
invouwen en de machine snel en handig opbergen.
1. U kunt de onderste handgreep
opbergstand door de twee vergrendelingen
onderste handgreep die zich aan beide zijden van de
onderste handgreep bevinden, uit te trekken en een kwart
slag te draaien.
2. Vouw de handgreep van de voorzijde van de maaimachine,
zoals wordt getoond in Afbeelding J1.
3. Kijk waar zich het bevestigingsgat
elk van de beugels
8
van de onderste handgreep bevindt,
zoals wordt getoond in Afbeelding J2.
4. Vergrendel de onderste handgreep op z'n plaats door de
handgreepvergrendelingen
ze in de opslag‑bevestigingsgaten
3
in de schakelaar
1
tot de
2
op de schakelaar
1
4
naar de stuurstang,
5
ontgrendelen uit de
7
van de
25
op de voorzijde van
7
los te draaien, waardoor
25
kunnen klikken en
controleer dat de handgreep stevig is vergrendeld op de
beugel van de onderste handgreep.
5. Maak de knoppen
handgreep los, maar verwijder ze niet, en vouw de bovenste
handgreep
6
,
6. De maaimachine moet worden ingevouwen zoals wordt
getoond in Afbeelding J1.
De maaimachine dragen (Afb. A, K)
GEVAAR: Roterende maaibladen kunnen ernstige
verwondingen veroorzaken. Voorkom ernstig letsel,
neem de veiligheidssleutel en de accu's uit wanneer u
de maaimachine onbeheerd achterlaat, of wanneer
u deze oplaadt, schoonmaakt, naziet, vervoert,
optilt of stalt.
•
U kunt de maaimachine dragen aan de handige
draaghandgrepen
Afb. K. PROBEER NIET de maaimachine op te tillen aan de
bovenste
en de onderste
6
Maaitips
WAARSCHUWING: INSPECTEER ALTIJD HET GEBIED
WAAR U MET DE MAAIMACHINE AAN HET WERK GAAT
EN VERWIJDER ALLE STENEN, TAKKEN, DRADEN,
HONDENKLUIVEN EN ANDERE BROKSTUKKEN DIE
DOOR HET ROTERENDE MAAIBLAD ZOUDEN KUNNEN
WORDEN WEGGESLINGERD.
WAARSCHUWING: Maai dwars over het vlak van een
helling, nooit omhoog en omlaag. Ga zeer voorzichtig te
werk wanneer u op een helling van richting verandert.
Maai niet op uitzonderlijk steile hellingen. Zorg er altijd
voor dat u stevig op uw voeten staat.
1. Laat de beugelhandgreep los en schakel de maaimachine
uit "OFF" wanneer u over grindoppervlakken loopt
(de stenen kunnen door het roterende maaiblad
worden weggeslingerd).
2. Stel de grasmaaier op de hoogste maaihoogte in wanneer
u een ruwe ondergrond of in hoog onkruid maait. Wanneer
u te veel gras tegelijk verwijdert, kan de motor overbelast
raken. In dat geval komt de motor tot stilstand. Raadpleeg
het hoofdstuk Problemen oplossen.
3. Als u een grasopvangzak
het gras snel groeit, kan het gras bij de uitwerpopening
een verstopping veroorzaken. Laat de beugelhandgreep
los en schakel de maaimachine uit, neem vervolgens
de veiligheidssleutel en de accu's uit. Neem de
grasopvangzak los en schud het gras tot achterin de zak.
Verwijder ook het gras of de rommel die zich misschien
rond de uitwerpopening heeft verzameld. Plaats de
grasopvangzak weer.
4. Als de machine abnormaal begint te trillen, schakel de
machine dan uit door de handgreep los te laten en neem
de veiligheidssleutel en de accu's uit. Kijk onmiddellijk wat
de oorzaak van het trillen is. Trillen is een waarschuwing
dat er een probleem is. Gebruik de maaimachine pas weer
voor de bevestiging van de bovenste
10
terug over de onderste handgreep
16
,
17
, zoals wordt getoond in
handgreep.
5
gebruikt in perioden dat
14
nEDERLanDs
5
.
97