AANBEVELINGEN VOOR DE MONTAGE
Controleer of de stroomkabel voor de detector niet aan spannings-
of torsiespanning wordt blootgesteld tijdens de levensduur.
- Geen kabels gebruiken die niet lang genoeg zijn.
- Niet aan de kabels trekken.
- De kabels niet vouwen.
- Neem een minimale buigstraal van 15 mm in acht in statische opstelling.
- Niet in de kabels knijpen wanneer u een klemringtang gebruikt. Het mini-
male aandraaimoment moet in acht worden genomen (voor kabeldoorsnede
2 / 2,5 mm).
- Positiedetectors niet monteren in de buurt van ferromagnetische of intensieve
elektromagnetische velden (solenoïde spoel, soldeertangen, enz).
- Controleer of de PUR en PVC kabels compatibel zijn met de olie- en oplos-
singsmiddelomgeving (neem indien nodig contact met ons op). Reinig met een
alkalineoplossing (zeepwater).
Flexibele toepassingen:
In een dynamische opstelling wordt de kabel onderworpen aan oscillerende bewegingen door het gewicht van de
connectors of te grote kabellengten waardoor de kabel kan breken. Wij raden u aan de kabelafdekking en houder
(verkrijgbaar als toebehoren) te gebruiken in de groef en een minimale kabelbuigstraal van 120 mm in acht te
nemen.
IN GEBRUIK STELLEN
- Neem de maximale/minimale (elektrische, mechanische, temperatuur) werkbereiken in acht die in deze documentatie
worden beschreven.
- Eventuele wijzigingen aan de apparatuur dienen vooraf te worden goedgekeurd door ASCO NUMATICS.
AFMETINGEN
De magnetische detector wordt rechtstreeks in de groeven in het cilinderhuis gemonteerd. Voor de detectie van
zeer kleine bewegingen of zeer korte slagen moet in elke groef een detector worden geïnstalleerd.
34
5
AANBEVELINGEN VOOR DE INSTALLATIE
Om het max. eind van de cilinderslag te controleren,
moeten de detectors worden gemonteerd in de volgende
richting:
PES-cilinders serie 453:
Ø 32-100 : kabel gericht naar de cilinderbuis.
6
Min.
Op het vaste deel