NEDERLANDS
OPHANGEN VAN HET APPARAAT
Belangrijk: De installatie van het toestel mag uitsluitend door bekwaam
onderhoudspersoneel uitgevoerd worden. Onjuiste plaatsing kan ernstige letsels
en/of schade aan eigendommen tot gevolg hebben. Het ophangen vergt veel
ervaring. U behoort de grenzen te respecteren aan de werklast; erkende
installeringmaterialen
moeten
worden
geïnstalleerde toestel moet regelmatig worden gecontroleerd.
Overtuig U ervan dat het gebied onder installatieplaats vrij is van ongewenste personen
tijdens het plaatsen, het weghalen en het onderhoud.
Installeer het toestel op een goed geventileerde plaats, ver van brandbare stoffen en/of
vloeistoffen. Het toestel moet worden bevestigd op minstens 50 cm van de omringende
muren.
Het toestel moet worden geïnstalleerd buiten
het bereik van iedereen en weg van plaatsen
waar men mag lopen en zitten.
Alvorens tot plaatsen over te gaan, moet men
controleren dat de minimum puntbelasting van
de installatieplaats 10 keer het gewicht van het
toestel bedraagt.
Gebruik bij het installeren van het toestel altijd
een gewaarmerkte veiligheidskabel die 12 keer
het gewicht van het toestel kan dragen. Deze
bijkomende
veiligheidsbevestiging
moet
worden aangebracht dat geen deel van het
toestel meer dan 20 cm vallen kan als de
hoofdbeveiliging faalt.
Het apparaat moet goed worden vastgezet; aan een vrij zwaaiende montering mag zelfs
niet gedacht worden.
Bedek geen ventilatieopeningen, anders zou dit oververhitting tot gevolg kunnen
hebben.
De gebruiker moet er zich van verzekeren dat de installaties met betrekking tot de
veiligheid en de technische mechaniek door een expert zijn goedgekeurd alvorens ze
voor de eerste keer te gebruiken. Elk jaar moeten de installaties worden gekeurd door
een vakman om te controleren of de veiligheid nog steeds perfect is.
GEVAAR VOOR OOGLETSELS: bij de installatie er altijd voor zorgen
dat het publiek nooit rechtstreeks in de laserstralen kan kijken. Bij de
installatie moet men ervoor zorgen dat de laserstralen niet rechtstreeks
op het publiek gericht worden.
OPSTELLEN EN BEDIENEN
Regelmatige pauzes bij het bedienen zijn noodzakelijk om het apparaat zo lang mogelijk
te laten functioneren, daar het niet bedoeld is om onafgebroken te functioneren.
Zet het toestel niet aan en uit met korte tussenpozen omdat de lamp het anders eerder
begeeft.
Trek altijd de stekker uit het stopcontact als het apparaat langere tijd geen dienst doet.
Stop, in geval van serieuze bedieningsproblemen, met het gebruiken van het apparaat
en stel U onmiddellijk in verbinding met uw dealer.
JB SYSTEMS®
23/54
HANDLEIDING
gebruikt;
de
veiligheid
van
zo
SPACE 3 Laser
NEDERLANDS
Belangrijk: Kijk nooit rechtstreeks in de laserstraal. Gebruik het effect nooit in de
aanwezigheid van mensen die aan epilepsie lijden.
U kunt dit toestel op 5 manieren gebruiken:
1) MUZIEKGESTUURD:
De laser overloopt de voorgeprogrammeerde sequentie op het ritme van de muziek.
Selecteer deze werkmodus wanneer u slechts 1 laser gebruikt (autonoom) of wanneer
het
de laser het eerste toestel is (master) in de keten van meerdere Space3 lasers.
Druk op de FUNC toets tot "MUS" op de display verschijnt
Druk op de ENTER toets om uw keuze te bevestigen.
Zet wat muziek op en regel de gevoeligheid met de MUSIC SENSITIVITY knop (9) tot
de laser mooi op het ritme van de muziek werkt.
U kunt meerder SPACE3 lasers met elkaar linken: zet het eerste toestel in de keten in
"Music mode" en alle andere toestellen in "Slave mode" zodat ze allemaal synchroon
werken!
Opmerking: wanneer er geen muziek gedetecteerd wordt zal de laser uit gaan
(blackout).
2) AUTONOOM:
De laser overloopt automatisch de voorgeprogrammeerde sequentie. Selecteer deze
werkmodus wanneer u slechts 1 laser gebruikt (autonoom) of wanneer de laser het
eerste toestel is (master) in de keten van meerdere Space3 lasers.
Druk op de FUNC toets tot "AUT" op de display verschijnt
Druk op de ENTER toets om uw keuze te bevestigen.
The de laser zal automatisch de voorgeprogrammeerde sequentie uitvoeren.
U kunt meerder SPACE3 lasers met elkaar linken: zet het eerste toestel in de keten in
"Auto mode" en alle andere toestellen in "Slave mode" zodat ze allemaal synchroon
werken!
3) SLAVE MODUS:
De laser zal de instructies volgen welke door de eerste Space3 laser (master) in de
keten gegeven worden.
Verbind de DMX ingang van de laser met de DMX uitgang van de vorige laser in de
keten.
Druk op de FUNC toets tot "SLA" op de display verschijnt
Druk op de ENTER toets om uw keuze te bevestigen.
U kunt meerder SPACE3 lasers met elkaar linken: zet het eerste toestel in de keten in
"Music mode" en alle andere toestellen in "Slave mode" zodat ze allemaal synchroon
werken!
4) EASY CONTROLLER MODUS:
U kunt een in optie verkrijgbare CA-8 controller aansluiten zodat u de laser van op
afstand kunt controleren. Wanneer meerdere Space3 lasers in master/slave met elkaar
JB SYSTEMS®
HANDLEIDING
24/54
SPACE 3 Laser