Houdt u aan de instructies met betrekking tot het onderhoud
en het vervangen van accessoires. Houd de handgrepen en
schakelaars droog en vrij van olie en vet.
Reparaties
Deze machine voldoet aan de geldende veiligheidseisen.
Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door
bevoegde vakmensen en met behulp van originele
reserveonderdelen; anders kan er een aanzienlijk gevaar voor
de gebruiker ontstaan.
Elektrische veiligheid
Deze machine is dubbel geïsoleerd; een
aardaansluiting is daarom niet noodzakelijk.
Controleer altijd of uw netspanning overeenkomt
met de waarde op het typeplaatje.
Onderdelen
Al naar gelang de uitvoering beschikt deze machine over de
volgende onderdelen.
1. Schakelaar voor elektronisch regelbaar toerental
2. Vergrendelingsknop
3. Zijhandgreep
4. Diepteaanslag
5. Boorhouder
6. Boorfunctie-schakelaar
7. Links/rechts-omschakelaar
8. Snelheidsinstelknop
9. Spindelvergrendelingsknop
Montage
Waarschuwing! Zorg dat de machine is uitgeschakeld en
dat de stekker uit het stopcontact is gehaald.
Aanbrengen van de zijhandgreep en diepteaanslag (fig. A)
Draai de handgreep (10) linksom totdat u de zijhandgreep
(3) zoals afgebeeld op de voorkant van de machine kunt
plaatsen.
Draai de zijhandgreep in de gewenste stand.
Steek de diepteaanslag (4) zoals afgebeeld in het
montagegat.
Zet de diepteaanslag in de gewenste stand. De maximale
boordiepte is gelijk aan de afstand tussen het uiteinde
van de boor en de voorzijde van de diepteaanslag.
Maak de zijhandgreep vast door de handgreep rechtsom
te draaien.
Aanbrengen van een boor of schroefbit
Snelspanboorhouder met spindelvergrendeling (fig. B)
Houd de spindelvergrendelingsknop (9) ingedrukt en open
de boorhouder.
Steek de schacht van de boor of bit (11) in de boorhouder
en draai de boorhouder stevig vast.
Snelspanboorhouder (fig. C)
Open de boorhouder door met één hand aan het voorste
deel (12) te draaien en ondertussen met de andere hand
het achterste deel (13) vast te houden.
Steek de schacht van de boor of bit (11) in de boorhouder
en draai de boorhouder stevig vast.
Boorhouder met sleutel (fig. D)
Open de boorhouder door de bus (14) te draaien.
Steek de schacht van de boor of bit (11) in de boorhouder.
Steek de boorsleutel (15) in ieder gat (16) in de zijkant van
de boorhouder en draai totdat de boorhouder vast zit.
Verwijderen en opnieuw aanbrengen van de
boorhouder (fig. E)
Open de boorhouder zo ver als mogelijk.
Verwijder de borgschroef van de boorhouder door hem
rechtsom te draaien met behulp van een schroevendraaier.
Draai een inbussleutel (17) in de boorhouder en sla er met
een hamer op zoals afgebeeld.
Verwijder de inbussleutel.
Verwijder de boorhouder door hem linksom te draaien.
Om de boorhouder weer aan te brengen, schroeft u hem op
de spindel en borgt u hem met behulp van een borgschroef.
Gebruik
Waarschuwing! Controleer voordat u gaat boren in muren,
vloeren of plafonds de locatie van eventueel aanwezige gas-,
water- en elektriciteitsleidingen.
Selecteren van de draairichting
Voor boren en schroeven indraaien, schuift u de links/
rechts-omschakelaar (7) naar voren.
Voor schroeven losdraaien of voor het verwijderen van
een vastgelopen boorbit, schuift u de links/rechts-
omschakelaar naar achteren.
Waarschuwing! Verander nooit de draairichting terwijl de
motor is ingeschakeld.
Selecteren van de boorfunctie
Voor boren in metselwerk zet u de boorfunctie-schakelaar
(6) in de
positie.
Voor boren in andere materialen en voor schroeven, zet u
de boorfunctie-schakelaar (6) in de
In- en uitschakelen
Om de machine in te schakelen, drukt u de variabele-
snelheidsschakelaar (1) in. De machinesnelheid hangt af
van hoever u de schakelaar indrukt. Als de machine is
uitgerust met een variabele snelheidsregeling (8), dan
stelt u deze in op de gewenste snelheid.
NEDERLANDS
positie.
17