Programma kiezen
Het programma wordt via de infraroodsensoren gekozen.
1. Instelmodus activeren:
Onderbreek de voeding van de elektronica en sluit deze
na 10 sec. weer aan, zie afb. [12]. De instelmodus is
gedurende 3 minuten actief.
2. Vinger onder op de sensoren houden, zie uitvouwbaar
blad II, afb. [13].
Het controlelampje (N) in de sensoren knippert snel.
3. Vinger na het doven van het controlelampje van de
sensoren halen. De programmakeuzemodus is geactiveerd.
4. Vinger weer onder op de sensoren houden.
De programma's worden door groepen van knippertekens
via het controlelampje in de sensoren aangegeven.
De groepen zijn gescheiden door een pauze.
5. Programma's en aanduiding:
De aanduiding start met het momenteel ingestelde
programma. Het aantal knippertekens geeft de betreffende
programma's aan:
1 = programma 1
Pauze
2 = programma 2
Pauze
...
7 = programma 7
Pauze
Na de groep met 7 knippertekens begint de doorloop weer
vooraan.
1 = programma 1
...
6. Programma kiezen:
Het programma wordt gekozen door de vinger in de pauze
na het gewenste programma van de sensoren te halen.
Na het weghalen van de vinger verschijnen de betreffende
knippertekens weer.
7. Een nieuw programma kan indien gewenst gedurende de
volgende 5 sec. worden gekozen. De programmakeuzemodus
is automatisch afgesloten als de vinger 5 sec. na het kiezen
van een programma niet meer op de sensoren wordt
gehouden.
Reinigingsmodus starten
De reinigingsmodus wordt geactiveerd door de vinger onder
op de sensoren te houden (controlelampje brandt eerst
continu, gaat dan knipperen). Vinger bij het begin van het
knipperen wegnemen.
Reinigingsmodus afsluiten
De reinigingsmodus kan voortijdig worden afgesloten door de
vinger opnieuw onder op de sensoren te houden (knipperen
gaat over in continu branden). Vinger na het doven van het
controlelampje wegnemen of de reinigingsmodus eindigt
automatisch na 3 minuten.
23
Signalering van de restcapaciteit van de batterij
en uitvoering van de thermische desinfectie
Menghendel tot aan de warmwatereindaanslag draaien.
Thermische desinfectie starten en restcapaciteit van accu
signaleren door de vinger onder op de sensoren te houden
(controlelampje brandt eerst continu, gaat dan langzaam en
vervolgens snel knipperen). Vinger bij het begin van het snel
knipperen wegnemen. De restcapaciteit van de accu wordt
door het aantal knippertekens als volgt gesignaleerd:
4 = restcapaciteit > 60%
3 = restcapaciteit > 40%
2 = restcapaciteit > 20%
1 = restcapaciteit < 20%
Na het uitvoeren van de restcapaciteit start de thermische
desinfectie.
Tijdens het signaleren van de restcapaciteit van
de batterij moeten de handen uit het detectiebereik
van de sensoren worden gehaald.
Als er tijdens de thermische desinfectie (warmwaterstroom)
een object wordt gedetecteerd, wordt de waterloop meteen
onderbroken en wordt de kraan geblokkeerd (controlelampje
gaat knipperen).
De kraanblokkering eindigt automatisch na 3 minuten of kan
voortijdig worden beëindigd (zie Reinigingsmodus afsluiten).
De restcapaciteit van de accu wordt bij netvoeding altijd
met 4 knippertekens aangegeven.
Onderhoud
Sluit de koud- en warmwatertoevoer af.
Schakel de voeding uit.
Controleer alle onderdelen, reinig en vervang deze indien nodig.
I. Mengkraan (prod.nr. 36 327, 36 330, 36 331),
zie uitvouwbaar blad III, afb. [14].
Via een knipperend controlelampje in de sensoren wordt
aangegeven dat de batterij bijna leeg is.
De onderdelen worden in omgekeerde volgorde gemonteerd.
II. Voeding (42 388) vervangen (prod.nr. 36 325),
zie uitvouwbaar blad I.
De onderdelen worden in omgekeerde volgorde gemonteerd.
III. Magneetventiel, zie uitvouwbaar blad II , afb. [9] of [11] en
uitvouwbaar blad III , afb. [15] t/m [17].
De onderdelen worden in omgekeerde volgorde gemonteerd.
Let op de inbouwpositie van de afzonderlijke onderdelen,
zie Details, afb. [18].
IV. Schroef de mousseur (42 832) eruit en reinig deze,
zie uitvouwbaar blad I.
De onderdelen worden in omgekeerde volgorde gemonteerd.