NEDERLANDS
1.2. Werkprocedure
De werkzaamheden moeten worden uitgevoerd volgens een gecontroleerde procedure om het
risico van de aanwezigheid van een ontvlambare damp of gas tijdens de werkzaamheden tot
een minimum te beperken.
1.3. Algemene werkomgeving
Al het onderhoudspersoneel en anderen die in de omgeving van de installatie werken, moeten
op de hoogte worden gebracht van de aard van de werkzaamheden die worden uitgevoerd.
Werk in kleine ruimtes moet worden vermeden. Het gebied rond de werkruimte moet in secties
worden verdeeld. Ervoor zorgen dat de omstandigheden in het gebied veilig zijn gemaakt door
brandbaar materiaal onder controle te houden.
1.4. Controle van de aanwezigheid van koelmiddel
De ruimte moet voor en tijdens de werkzaamheden worden gecontroleerd met een geschikte
koelmiddeldetector, zodat de technicus wordt gewaarschuwd voor potentieel ontvlambare
atmosferen. Zorg ervoor dat de gebruikte lekdetectieapparatuur geschikt is voor gebruik met
ontvlambare koelmiddelen, d.w.z. vonkvrij, voldoende afgedicht of intrinsiek veilig.
1.5. Aanwezigheid van brandblussers
Indien werkzaamheden bij hoge temperaturen moeten worden uitgevoerd aan de koelinstallatie
of bijbehorende onderdelen, moet geschikte blusapparatuur beschikbaar zijn. Zorg voor een
droog poeder- of CO2-blusser naast de laadruimte.
1.6. Geen ontstekingsbronnen
Iedereen die met koelinstallaties werkt, mag niet werken met ontstekingsbronnen die brand-
of explosiegevaar kunnen opleveren, omdat het gaat om het blootleggen van leidingen die
brandbaar koelmiddel bevatten of hebben bevat. Alle mogelijke ontstekingsbronnen, inclusief
het roken van sigaretten, moeten ver genoeg verwijderd blijven van de plaats van installatie,
reparatie, verwijdering en afvoer, waarbij brandbaar koelmiddel mogelijk in de omringende
ruimte kan vrijkomen. Vóór het begin van de werkzaamheden moet de omgeving van de
apparatuur worden gescand om er zeker van te zijn dat er geen gevaar voor ontsteking of
gevaar voor ontbranding bestaat. Verboden te roken" symbolen moeten worden weergegeven.
1.7. Geventileerde lucht
Zorg ervoor dat de ruimte zich in de open lucht bevindt of voldoende wordt geventileerd
voordat u ingrijpt in het systeem of werkzaamheden bij hoge temperatuur uitvoert. Tijdens de
werkzaamheden moet een zekere mate van ventilatie worden gehandhaafd. Ventilatie moet
het vrijkomende koelmiddel veilig afvoeren, bij voorkeur naar de atmosfeer.
1.8. Controle van koelapparatuur
Wanneer elektrische onderdelen worden vervangen, moeten zij geschikt zijn voor het doel
152
FORCECLIMA 14600 SOUNDLESS HEATING
en voldoen aan de juiste specificaties. De onderhouds- en servicerichtlijnen van de fabrikant
moeten te allen tijde worden opgevolgd. Raadpleeg in geval van twijfel de technische dienst
van de fabrikant voor hulp.
De volgende controles moeten worden toegepast op installaties die ontvlambare koelmiddelen
gebruiken:
-
De grootte van de lading is in overeenstemming met de grootte van de ruimte waarin de
koelmiddelhoudende onderdelen zijn geïnstalleerd.
-
Ventilatiemachines en -uitlaten worden naar behoren bediend en zijn onbelemmerd.
-
Bij gebruik van een indirect koelcircuit moet het secundaire circuit worden gecontroleerd
op de aanwezigheid van koelmiddel.
-
De apparatuurmarkering blijft zichtbaar en leesbaar. Onleesbare merktekens en symbolen
moeten worden gecorrigeerd.
-
De onderdelen of koelmiddelleidingen zijn geïnstalleerd op een plaats waar zij niet
kunnen worden blootgesteld aan stoffen die het koelmiddel bevattende onderdeel
kunnen aantasten, tenzij de onderdelen zijn vervaardigd van materialen die inherent
corrosiebestendig zijn of afdoende tegen corrosie zijn beschermd.
1.9. Controle van elektrische apparaten
Reparatie en onderhoud van elektrische componenten moeten de eerste veiligheidscontroles
en de inspectieprocedures voor de componenten omvatten. Als er een storing is die de
veiligheid in gevaar kan brengen, mag de voeding niet op het circuit worden aangesloten
totdat de storing naar tevredenheid is opgelost. Indien de storing niet onmiddellijk kan worden
verholpen, maar voortgezet gebruik noodzakelijk is, moet een passende tijdelijke oplossing
worden toegepast. Dit moet worden gemeld aan de eigenaar van de apparatuur, zodat alle
personen worden gewaarschuwd.
De eerste veiligheidscontroles moeten omvatten:
-
Condensatoren moeten worden ontladen: dit moet op een veilige manier gebeuren om de
kans op vonken te vermijden.
-
Dat bij het laden, herstellen of doorblazen van het systeem geen leidingen of elektrische
onderdelen onder spanning komen te staan.
-
Dat er continuïteit is in de aardverbinding.
2. Reparaties aan verzegelde onderdelen
-
Bij onderhoud aan afgedichte onderdelen moet alle elektrische stroom van de te
onderhouden apparatuur worden uitgeschakeld voordat de afdichtingsdeksels enz.
worden verwijderd. Indien het absoluut noodzakelijk is om apparatuur tijdens het bedrijf
van stroom te voorzien, moeten permanent werkende lekdetectieapparaten worden
geplaatst op de meest kritieke plaatsen om te waarschuwen voor potentieel gevaarlijke
omstandigheden.
-
Bij werkzaamheden aan elektrische componenten moet er in het bijzonder op worden
gelet dat de behuizing niet zodanig wordt gewijzigd dat het beschermingsniveau wordt
NEDERLANDS
FORCECLIMA 14600 SOUNDLESS HEATING
153