VENTILATORMODUS
•
Nadat de ventilatorstand is geselecteerd met de afstandsbediening, licht de windindicator op.
•
Druk op de snelheidsknop om te kiezen tussen de snelheidsniveaus Hoog/Middelmatig/Laag.
De temperatuur kan niet worden aangepast.
ONTVOCHTIGINGSMODUS
In de droogstand wordt het indicatorlampje voor droog geactiveerd.
Verwijder de waterplug aan de achterkant van het apparaat zoals
aangegeven op de afbeelding. Steek de waterleiding (niet meegeleverd)
in en plaats het andere uiteinde in een waterreservoir of afvoer.
In de droge modus start de compressor wanneer de kamertemperatuur
hoger is dan ≥17℃ (63℉). De compressor volgt de volgende regels:
•
Wanneer de kamertemperatuur ≤15℃ (59℉) is, wordt de
compressor uitgeschakeld.
•
Wanneer de kamertemperatuur ≥17℃ (63℉) is, wordt de
compressor opnieuw opgestart. (De herstart vindt na drie minuten
plaats vanwege de beschermende functie).
In de droge modus draait de ventilator standaard op lage snelheid en kan de windsnelheid niet worden
aangepast.
De temperatuur kan niet worden aangepast.
Opmerking: De uitlaatpijp moet worden verwijderd in de droge modus omdat dit de prestaties kan
beïnvloeden en het alarmlampje "FL" voor het waterpeil gaat branden.
VERWARMINGSMODUS
•
Na het selecteren van de verwarmingsmodus met de afstandsbediening gaat de windindicator
branden.
•
Druk op de omhoog/omlaag knop om de ingestelde temperatuur aan te passen van 16°C tot
30°C.
•
Druk op de snelheidsknop om te kiezen tussen hoge/gemiddelde/lage snelheid.
TIMERMODUS
•
Druk in stand-by op de timerknop om de inschakeltijd in te stellen. Druk op de knoppen omhoog en
omlaag om tussen 0 en 24 uur in te stellen en de timerindicator licht op.
•
Nadat de airconditioner is ingeschakeld, drukt u op de timerknop om de uitschakeltijd in te stellen.
Druk op de knoppen omhoog en omlaag om tussen 0 en 24 uur in te stellen en de timerindicator
gaat branden.
68
Symbolisch
beeld