hun arts en de fabrikant van
het medische implantaat te
raadplegen voordat zij de
machine bedienen.
Inbedrijfstelling
Vóór u het apparaat in gebruik neemt,
moet u:
-
de accu plaatsen,
-
de blaaspijp monteren.
Let op: letselgevaar!
Bij het monteren of demon-
teren van de blaaspijp moet
het apparaat uitgeschakeld
zijn en moeten de bewegen-
de delen stilstaan. Verwijder
voor alle werkzaamheden
de accu!
Blaaspijp monteren/
demonteren
Monteren
1. Druk op de vergrendelknop (2) en
schuif nu de blaaspijp (1) op de aans-
luiting (12) van de motorbehuizing (3)
tot deze vast klikt.
2. Controleer of de blaaspijp (1) vastzit
door eraan te trekken.
Demonteren
1. Druk op de vergrendelknop (2) en trek
de blaaspijp (1) op de aansluiting (12)
van de motorbehuizing (3).
Accu opladen
Zorg ervoor dat de omge-
vingstemperatuur tijdens
het laden niet hoger ligt dan
40 °C en niet lager dan 4 °C.
Laat een opgewarmde accu eerst
afkoelen voordat u hem oplaadt.
Stel de accu's niet langere tijd bloot
aan sterke zonnestralen en leg
ze niet op verwarmingselementen
(max. 50˚C).
1. Neem evt. de accu (9) uit het ap-
paraat.
2. Schuif de accu (9) op de lader (8) tot
hij de aanslag raakt.
3. Sluit de lader (8) aan op een
stopcontact.
4. Na het laden, koppelt u de lader (8)
los van het elektriciteitsnet.
5. Trek de accu (9) uit de lader (8).
Accu verwijderen/
plaatsen
1. Om de accu (9) uit het apparaat te
verwijderen, drukt u op de ontgrendel-
knop (11) van de accu (9) en trekt u de
accu eruit.
2. Om de accu te plaatsen (9), schuift u
de accu (9) langs de geleidingsrail (6)
in het apparaat. De accu klikt hoorbaar
vast.
Steek de accu pas in het
apparaat wanneer het accu-
gereedschap klaar voor ge-
bruik is.
NL
BE
59