Noodoproep in-/uitschakelen
1. Druk eerst op de toets
2. Voer de PIN-code met vier cijfers „XXXX" in (PIN-code in standaardtoestand
„0000").
3. Voer nu één van de volgende codes in:
a. Met code „300" wordt de noodoproepfunctie uitgeschakeld.
b. Met code „301" wordt de noodoproepfunctie ingeschakeld.
4. Druk op de toets
5. Voer opnieuw een code in of druk op de toets
Instellingen te verlaten.
Opmerking:
Er moet minstens één noodoproepnummer geprogrammeerd zijn om een noodo-
proep te kunnen activeren.
Noodoproepfunctie onderbreken
Om een onvrijwillig geactiveerde noodoproep te onderbreken, drukt u op de
toets
en daarna op de toets
P
Noodoproepfunctie bij stroomuitval
Als in het batterijvak van de telefoon 5 AAA-batterijen gelegd zijn, is de
telefoon ook bereikbaar bij een stroomuitval.
Zorg ervoor dat de netadapter verbonden is met het stroomnet.
De batterijen ontladen anders zeer snel.
P
en dan op de toets
om de wijzigingen op te slaan.
P
#
*
P
.
.
om het menu
Nederlands 125