Veiligheidsinstructies
Symbolen op het apparaat
Let op
Er bestaat gevaar voor verwondingen
bij het inzetten en vergrendelen van het
zuigmateriaalreservoir.
Bij het vergrendelen in ieder geval niet de
handen tussen het zuigmateriaalreservoir en
de stofzuiger houden of in de buurt van de
pasbouten steken. Het zuigmateriaalreservoir
vergrendelen door het hanteren van de be-
treffende hendel met beide handen!
WAARSCHUWING: Dit apparaat bevat
stoffen die gevaarlijk zijn voor de gezond-
heid. Alleen deskundige personen die
een geschikte persoonlijke veiligheidsuit-
rusting dragen mogen het apparaat on-
derhouden en leegmaken, daarbij
inbegrepen het verwijderen van de stof-
zak. Schakel het apparaat niet in voordat
het volledige filtersysteem geinstalleerd
en de werking van de volumestroomcon-
trole getest is.
IV 100/40 M B1
IV 100/55 M B1
IV 100/75 M B1
Bij een zuigslang met de vermelde nomina-
le wijdte mag de zuigonderdruk de vermel-
de waarde niet onderschrijden. Indien de
zuigonderdruk onderschreden wordt, moet
het apparaat uitgezet en de filter gereinigd
worden.
Waarschuwing
Aangezien de zuigonderdruk een negatie-
ve waarde is, betekent een onderschrijden
van de weergave een grotere, absolute
waarde op de manometer.
Veiligheidsvoorschriften
Het apparaat bij het beëindigen van het
werk uitschakelen en de stekker uit het
contact halen.
Waarschuwing
Indien de retourlucht in de ruimte terugge-
blazen wordt, moet een voldoende ventila-
tiegraad L in de ruimte voorhanden zijn.
Om de vereiste grenswaarden te respecte-
ren, mag de teruggeleide volumestroom
maximum 50% van de volumestroom verse
lucht (ruimtevolume VR x lentilatiegraad
LW) bedragen. Zonder bijzondere ventila-
tiemaatregelen geldt het volgende:
LW=1h–1.
Gebruik van het apparaat uitsluitend
door geschoold personeel.
– 4
NL
53