NL
MEUBILAIR
Installatie, afstelling en aanpassing aan andere gassoorten, evenals de inbedrijfstelling mogen alleen worden
uitgevoerd door een opgeleid persoon die voor dit soort werkzaamheden is geautoriseerd en alleen in
overeenstemming met de geldende normen. Het apparaat moet in een goed geventileerde ruimte worden
geplaatst om de trek van verbrandingsgassen te garanderen. Het apparaat heeft 2 m3 lucht nodig gedurende
1 uur en 1 kW vermogen.
Het apparaat kan afzonderlijk of in serie met andere apparaten van onze fabrikant worden geïnstalleerd. Het
is noodzakelijk om dat te respecteren
Houd een minimale afstand van 10 cm aan tussen het apparaat en andere voorwerpen en vermijd contact
met brandbare materialen. Neem in dit geval de nodige voorzorgsmaatregelen om de bescherming van
brandbare onderdelen te garanderen.
Veiligheidsafstanden voor brandbare materialen afhankelijk van hun mate van ontvlambaarheid:
-Een niet-brandbaar materiaal: graniet, zandsteen, beton, baksteen, keramische tegels, coating
-B vlamvertragend: Acumine, Heraclitus, Lihnos, Itaver
-C1 vlamvertragend: hout van hardhoutbomen, multiplex, gehard papier, Umakart
-C2 gemiddelde ontvlambaarheid: spaanplaat, Solodur, kurk, rubber, bekledingen
-C3 hoge ontvlambaarheid: vezelplaat, polystyreen, polyurethaan, PVC
GASINLAATLEIDING
Bepaal of het apparaat geschikt is voor het gebruikte type gas, zodat het de instructies op het etiket volgt.
Om over te schakelen naar een ander gastype, controleer de overeenkomst met het gaslagertype.
De aansluiting van het apparaat op de gasdistributie dient te gebeuren met behulp van een stalen of koperen
leiding die voldoet aan de geldende nationale eisen. Apparatuur moet regelmatig worden gecontroleerd en
indien nodig worden vervangen.
De flexibele verbinding tussen het paneel en de gasinstallatie van het gebouw moet worden goedgekeurd
volgens de geldende normen. Voor de aansluitslang moet een klep of afsluitkraan worden geïnstalleerd om
de plaat te isoleren van de gasinlaat.
Controleer het apparaat na installatie op eventuele lekkages (gebruik een geschikte en goedgekeurde
lekdetector).
Het apparaat is getest door de fabrikant, de technische gegevens van het apparaat staan vermeld op het
label.
Vloeibaar gasaansluiting:
De gasdruk voor de vloeistofaansluiting dient voor propaan/butaan 28 of 30 mbar en voor propaan 37 mbar
te bedragen. Om de druk te beoordelen en de parameters van het geïnstalleerde mondstuk te controleren, is
het noodzakelijk om het technische label te controleren.
Als de druk lager is dan 28 mbar of hoger dan 37 mbar, mag het apparaat niet worden aangesloten.
Gasaansluiting:
De druk voor de stadsgasaansluiting moet 20 mbar bedragen. Om schade en ongelukken te voorkomen, is
het noodzakelijk om de gasnetwerkdruk te controleren, evenals het mondstuk dat op het apparaat is
geïnstalleerd.
Als de gasdruk lager is dan 18 mbar of hoger dan 22,5 mbar, mag het apparaat niet worden aangesloten.
CONTROLEER VOOR WELKE GASTYPE DE UNIT IS INGESTELD
Onze apparaten zijn gecertificeerd en gereguleerd voor aardgas (zie typeplaatje). De ombouw of ombouw
naar een ander type gas dient te worden uitgevoerd door bevoegd personeel. De sproeiers voor de
verschillende soorten gas bevinden zich in een zak die bij het gasfornuis wordt geleverd en zijn gemarkeerd
in honderdsten van mm (tabel met technische kenmerken van de leidingen).