9
ASSEMBLAGE
9.1
Montage van het zwaard en de ketting
Wanneer de kettingzaag al op het net is aangesloten: haal de stekker uit het
stopcontact. Draag werkhandschoenen wanneer u aan de kettingzaag werkt.
Belangrijk: de voorste vingerbeschermkap (3) moet altijd rechtop staan (verticaal, Fig. 5).
Het zwaard en de ketting worden apart geleverd. Om het geheel te assembleren draait u eerst
de vergrendelmoer (5) los en verwijdert u het zwaarddeksel (18). De bout van het zwaard (17)
moet zich in het midden van het zwaard bevinden. Regel indien nodig de kettingspanning bij
met het kettingwiel (16).
Om verwondingen door scherpe snijranden te vermijden moet u altijd
werkhandschoenen dragen tijdens het monteren, opspannen en controleren
van de ketting.
Controleer de snijrichting van de tanden vóór u de ketting op het zwaard aanbrengt. De
draairichting wordt aangeduid met een pijl op het zwaarddeksel (18). Het is mogelijk dat u de
zaagketting (4) moet omdraaien om de snijrichting te bepalen. Hou het zwaard (7) verticaal
met de punt naar boven en breng de zaagketting (4) aan, te beginnen vanaf de punt van het
zwaard.
Monteer dan het zwaard met de zaagketting als volgt:
− Plaats het zwaard met zaagketting op het kettingwiel (16) en de bout van het zwaard (17).
− Plaats de zaagketting rond het kettingwiel (16) en zorg ervoor dat het correct gemonteerd
zit (zie Fig. 2).
− Plaats hierover het deksel en zet het voorzichtig vast met de vergrendelmoer (5). Nu moet
de zaagketting correct opgespannen worden.
9.2
Het opspannen van de zaagketting
Haal altijd de stekker uit het stopcontact vóór u aan de kettingzaag werkt!
Draag werkhandschoenen!
Zorg ervoor dat de zaagketting (4) in de geleidergleuf van het zwaard (7) loopt (Fig. 2).
Draai de buitenste knop in wijzerzin totdat de zaagketting correct is opgespannen en draai dan
de binnenste knop (van 5) vast om het zwaard in deze stand vast te zetten.
Het zwaard moet naar boven worden geduwd terwijl de binnenste knop wordt vastgezet.
Controleer opnieuw de kettingspanning (zie Fig. 3). Span de ketting niet te hard aan.
In koude toestand moet het mogelijk zijn om de ketting in het midden van het zwaard
ongeveer 5 mm op te tillen. Zet de vergrendelmoer (5) stevig vast.
In warme toestand zal de zaagketting uitzetten en uitslingeren waardoor er gevaar ontstaat
dat ze van het zwaard loskomt. Span indien nodig op.
Wanneer de zaagketting in warme toestand werd opgespannen, moet ze na het werken
opnieuw losser worden gezet, anders kan het inkrimpen door de afkoeling voor een te hoge
spanning zorgen.
Een nieuwe zaagketting heeft een inlooptijd van ongeveer 5 minuten. In dit stadium is
kettingsmering zeer belangrijk. Controleer na het inlopen de kettingspanning en span indien
nodig de ketting terug op.
Copyright © 2024 VARO
POWXG1009
P a g i n a
| 8
NL
www.varo.com