De verschillende functies van uw apparaat kunnen worden gebruikt door op de toetsen van het bedieningspaneel of
van de afstandsbediening te drukken.
: toets ON/OFF (aan/uit)
MODE (modus) : druk herhaaldelijk op deze toets om de gewenste modus te selecteren.
AUTO (alleen aangegeven op het scherm van de afstandsbediening)
KOEL
ONTVOCHTIGEN
VENTILATOR
VERWARMEN
+ / - :
druk vanuit eender welke modus behalve de modus VENTILATOR herhaaldelijk op
om de gewenste
+ / -
temperatuur te selecteren uit de reikwijdte van 16º tot 30º.
Om de temperatuureenheid te wijzigen van °C naar °F of omgekeerd: schakel het apparaat uit en druk dan
tegelijkertijd op MODE (modus) en
.
–
: toets VENTILATOR
Druk op deze toets om de gewenste ventilatorsnelheid te selecteren.
AUTO
lage ventilatorsnelheid
medium ventilatorsnelheid
hoge ventilatorsnelheid
Opmerking: de ventilatormodus kan niet worden gebruikt wanneer de modus ONTVOCHTIGEN is ingeschakeld.
5