8.
Gebruik hem niet dichtbij een warmtebron
(fornuis, enz.).
9.
Blokkeer de aanzuigopening/uitlaat/koel-
ventilatieopeningen niet. Deze ventilatieope-
ningen zorgen voor de koeling van de motor.
Blokkering ervan moet altijd worden voorko-
men omdat anders de motor zal doorbranden
als gevolg van gebrek aan ventilatie.
10. Zorg altijd voor een stevige stand en goede
lichaamsbalans.
11.
U mag de slang niet knikken, eraan trekken of
erop gaan staat.
12. Schakel de stofzuiger onmiddellijk uit als
u tijdens gebruik slechte prestaties of iets
abnormaals opmerkt.
13. VERWIJDER DE ACCU('S) wanneer het gereed-
schap niet in gebruik is, u er onderhoud aan
gaat plegen, en u accessoires verwisselt.
14. Reinig en onderhoud de stofzuiger onmiddel-
lijk na elk gebruik om hem in optimale conditie
te houden.
15. ONDERHOUD DE STOFZUIGER GOED. Houd de
stofzuiger schoon om beter en veiliger te kun-
nen werken. Houdt u aan de instructies voor het
verwisselen van de accessoires. Houd de hand-
grepen droog, schoon en vrij van olie en vetten.
16. CONTROLEER BESCHADIGDE ONDERDELEN.
Zonder de stofzuiger verder te gebruiken,
moet een beschermkap of ander onderdeel dat
beschadigd is eerst goed worden onderzocht
om te beoordelen of het goed werkt en zijn
beoogde functie kan uitvoeren. Controleer of
bewegende delen goed uitgelijnd zijn en niet
vastgelopen zijn, of onderdelen niet kapot zijn
en stevig gemonteerd zijn, en enige andere
situatie die van invloed kan zijn op de werking
ervan. Een beschermkap of ander onderdeel
dat beschadigd is, dient vakkundig te worden
gerepareerd of vervangen door een erkend
servicecentrum, behalve indien anders aange-
geven elders in deze gebruiksaanwijzing. Laat
een kapotte schakelaar vervangen door een
erkend servicecentrum. Gebruik de stofzuiger
niet als hij niet kan worden in- en uitgescha-
keld met de schakelaar.
17. VERVANGINGSONDERDELEN. Gebruik
tijdens reparaties uitsluitend identieke
vervangingsonderdelen.
18. BERG EEN STOFZUIGER DIE NIET WORDT
GEBRUIKT VEILIG OP. Wanneer de stofzuiger
niet wordt gebruikt, dient hij binnenshuis te
worden opgeborgen.
19. Behandel uw stofzuiger voorzichtig. Een ruwe
behandeling kan leiden tot een defect van zelfs
de meest stevig gebouwde stofzuiger.
20. Probeer niet de buitenkant of binnenkant van de
stofzuiger schoon te maken met wasbenzine,
thinner of schoonmaakmiddelen. Hierdoor kun-
nen barsten en verkleuringen ontstaan.
21. Gebruik de stofzuiger niet in een afgesloten
ruimte waarin brandbare, explosieve of gif-
tige dampen worden afgegeven door verf op
olie-basis, thinner, benzine, bepaalde mot-
tenbestrijdingsmiddelen, enz., of op plaatsen
waar brandbaar stof aanwezig is.
22. Gebruik dit of enig ander gereedschap niet
wanneer u onder invloed bent van drugs of
alcohol.
23. Als basisveiligheidsmaatregel gebruikt u
een beschermende bril of veiligheidsbril met
zijstukken.
24. Gebruik een stofmasker onder stoffige
werkomstandigheden.
25. Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
personen, waaronder kinderen, met een ver-
minderd lichamelijk, zintuiglijk of geestelijk
vermogen, of gebrek aan kennis en ervaring.
26. Jonge kinderen moeten onder toezicht staan
om ervoor te zorgen dat ze niet met de stofzui-
ger spelen.
27. Hanteer de stofzuiger en accu('s) nooit met
natte handen.
28. Wees bijzonder voorzichtig tijdens stofzuigen
op een trap.
29. Gebruik de stofzuiger niet als een kruk of
werkbank. Anders kan het apparaat vallen,
waardoor persoonlijk letsel kan worden
veroorzaakt.
30. Vóór gebruik moeten gebruikers informatie,
instructie en training krijgen over het gebruik
van het apparaat en de materialen waarvoor
het moet worden gebruikt, inclusief de veilige
werkwijze voor het verwijderen en weggooien
van het verzamelde materiaal.
31. Het apparaat moet minimaal jaarlijks worden
onderworpen aan een technische inspectie
door de fabrikant of een opgeleid persoon,
welke dient te bestaan uit, bijvoorbeeld, een
inspectie van de filters op beschadigingen, de
luchtdichtheid van het apparaat en de juiste
werking van het bedieningsmechanisme.
32. Tijdens het uitvoeren van onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden moeten alle veront-
reinigde onderdelen die niet naar tevredenheid
kunnen worden schoongemaakt, worden
weggegooid. Dergelijke onderdelen moeten
worden weggegooid in ondoordringbare zak-
ken conform alle huidige regelgeving voor het
weggooien van dergelijk afval.
Gebruik en verzorging van gereedschap dat op een
accu werkt
1.
Laad alleen op met de acculader aanbevolen
door de fabrikant. Een acculader die geschikt
is voor een bepaald type accu, kan brandgevaar
opleveren indien gebruikt met een ander type
accu.
2.
Gebruik elektrisch gereedschap uitsluitend
met de daarvoor bestemde accu. Gebruik van
andere accu's kan gevaar voor letsel of brandge-
vaar opleveren.
3.
Als de accu niet wordt gebruikt, houdt u deze
uit de buurt van metalen voorwerpen, zoals
paperclips, muntgeld, sleutels, spijkers,
schroeven en andere kleine metalen voorwer-
pen die een kortsluiting kunnen veroorzaken
tussen de accupolen. Kortsluiting tussen de
accupolen kan leiden tot brandwonden of brand.
39 NEDERLANDS