2.16 Opvouwen van de rolstoel
L
VOORZICHTIG:
Kans op klemmen - Houd Uw vingers niet tussen de onderdelen
van de rolstoel.
1.
Klap de voetplaten omhoog, of verwijder de voetsteunen (zie § 2.5).
2.
Draai de stabilisatiestang weg van de rechtse handgreep (al staande achter de
rolstoel - zie § 2.4).
3.
Neem de zit aan de voor- en achterzijde vast en trek deze naar boven.
2.17 Verwijderen van de achterwielen
Om het transport van de rolstoel te vergemakkelijken, kunnen de achterwielen worden
verwijderd:
2.18 Transport in de auto
L
WAARSCHUWING:
vastgemaakt is, Om verwonding van de inzittenden tijdens aanrijding of plots
remmen te voorkomen.
L
WAARSCHUWING:
rolstoel en de passagiers NOOIT dezelfde gordel.
1.
Verwijder de voetsteunen en accessoires.
2.
Berg deze veilig op.
3.
Indien mogelijk, vouw de rolstoel op en verwijder de wielen.
4.
Plaats de rolstoel in de bagageruimte.
5.
Indien de rolstoel en de passagiersruimte NIET gescheiden zijn, sjor het frame van
de rolstoel goed vast aan het voertuig. U kunt hiervoor gebruik maken van de
veiligheidsgordels die in het voertuig voorhanden zijn.
1. Zorg ervoor dat de remmen afstaan.
2. Neem de rolstoel vast aan het frame aan de
zijde waar U het wiel wil afnemen.
3. Druk op de knop
van het wiel.
4. Trek het wiel van het frame weg.
Gevaar voor letsel – Zorg ervoor dat de rolstoel voldoende
Gevaar voor letsel – Gebruik voor het vastmaken van de
Pagina 15
V300DL
in het midden van de naaf
2016-03