Instellen van het draaislagtempo (Fig. 2)
Het draaislagtempo is instelbaar. Om het draaislagtempo
in te stellen, draait u de instelknop in een stand van 1 tot
5. Hoe hoger de cijferwaarde, des te hoger het
draaislagtempo. Stel de instelknop in op een cijferwaarde
die geschikt is voor uw werkstuk.
OPMERKING:
• De instelknop kan niet direct worden teruggedraaid van
1 naar 5 of doorgedraaid van 5 naar 1. Als u de
instelknop
forceert,
beschadigd. Wanneer u de stand van de instelknop
verandert, draait u deze door alle tussenliggende
nummers heen.
Constante snelheidsregeling
Elektronische snelheidsregeling voor het aanhouden van
een constante snelheid. U kunt een goede afwerking
verkrijgen omdat het draaislagtempo ook onder belaste
omstandigheden constant wordt gehouden.
INEENZETTEN
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens enig
werk aan het gereedschap uit te voeren.
Aanbrengen en verwijderen van werktuigen
(optioneel accessoire) (Fig. 3, 4, 5 en 6)
WAARSCHUWING:
• Pas op dat u het werktuig niet ondersteboven
aanbrengt. Als u het werktuig ondersteboven plaatst,
kan dat het werktuig beschadigen en soms zelfs
ernstig letsel veroorzaken.
• Monteer het werktuig in de juiste richting, die het best
voldoet voor uw werkstuk. Het werktuig kan worden
gemonteerd in enkele standen, met 30 graden er
tussen.
LET OP:
• Wees voorzichtig bij het sluiten van de borghendel. Uw
vinger zou knel kunnen raken als de borghendel
plotseling dichtklapt.
• Verwijder aanklevend stof en smeer af en toe het
scharnierpunt van de borghendel. Anders kan het stof
zich geleidelijk afzetten op het scharnierpunt van de
borghendel, zodat die niet meer soepel beweegt.
• Start het gereedschap niet met de borghendel in
geopende
stand.
beschadigen.
1.
Klap de borghendel helemaal open. Verwijder dan
de montagebout.
2.
Plaats een werktuig (optioneel accessoire) op de
werktuigflens, zodanig dat de openingen in het
werktuig precies over de nokken op de werktuigflens
passen.
3.
Steek de montagebout er in totdat die stuit. Klap dan
de borghendel terug in de oorspronkelijke stand.
Bij gebruik van het schuurwerktuig, brengt u het werktuig
zo op het schuurblok aan dat het overeenkomt met de
richting van het schuurblok.
Het
schuurblok
heeft
klittenband, zodat u het schuurpapier er snel en
gemakkelijk op kunt bevestigen.
In het schuurpapier zijn openingen voor afzuigen van het
stof, dus zorgt u bij het aanbrengen dat die gaten
samenvallen met de openingen in het schuurblok.
26
wordt
het
gereedschap
Dat
kan
het
gereedschap
een
bevestigingsvlak
Om het schuurpapier te verwijderen, trekt u het uiteinde
omhoog en pelt u het los.
Om de montagebout te verwijderen, volgt u de
montageaanwijzingen in omgekeerde volgorde.
Voor gebruik van werktuigen met een afwijkend
aansluitstuk maakt u gebruik van een geschikte
aansluitadapter (optioneel accessoire).
BEDIENING
WAARSCHUWING:
• Kom vóór en tijdens het werken met het gereedschap
niet met uw handen of uw gezicht in de buurt van het
werktuig.
LET OP:
• Houd het gereedschap altijd stevig vast met één hand
aan de behuizing. Raak het metalen gedeelte niet aan.
• Zorg dat het werktuig niet al te zwaar belast wordt,
want daardoor kan de motor van het gereedschap
blokkeren en afslaan.
Snijden, zagen en schuren (Fig. 7)
LET OP:
• Beweeg het gereedschap niet met kracht in een
richting (bijv. zijwaarts) waarin het werktuig geen
snijvlak heeft. Dat kan het gereedschap beschadigen.
Plaats het werktuig op uw werkstuk.
Beweeg dan het gereedschap naar voren, zodanig dat
dit de beweging van het werktuig niet vertraagt.
OPMERKING:
• Als u het forceert of te veel druk uitoefent op het
gereedschap, wordt de werking minder doeltreffend.
• Verwijder zaagsel door het gereedschap gelijkmatig te
bewegen. Dan werkt het doeltreffender.
• Vóór het snijden is het aanbevolen het draaislagtempo
in te stellen op 3 – 5.
• De ronde zaag is aanbevolen voor het maken van een
lange rechte zaagsnede.
Polijsten (Fig. 8)
LET OP:
• Schuurpapier dat al voor metaal is gebruikt mag u niet
meer voor hout gebruiken.
• Gebruik geen versleten schuurpapier of schuurpapier
zonder korrel.
Plaats het schuurpapier tegen uw werkstuk aan.
OPMERKING:
• Het is aanbevolen even proef te draaien met wat
testmateriaal, om vooraf het juiste draaislagtempo voor
uw werkstuk te bepalen.
• Blijf schuurpapier van dezelfde korrelgrootte gebruiken
totdat uw hele werkstuk volledig is geschuurd. Als u het
schuurpapier tussentijds vervangt door een fijnere of
grovere gradatie, kunt u soms geen goede afwerking
verkrijgen.
Stofzuigaansluitstuk (optioneel accessoire)
(Fig. 9, 10 en 11)
• Monteer het verbindingsstuk, het stofmondstuk en het
met
stofzuigaansluitstuk.
• Monteer
de
gereedschap dat de nokken in de openingen in het
gereedschap passen, om het vast te zetten.
• Plaats de vilten ring en het schuurblok op het
stofzuigaansluitstuk en zet ze dan vast met de
werktuigmontagebout.
mondstukklem
zodanig
op
het