Systemen met meerdere ontvangers
Als er meerdere draadloze audiokanalen nodig zijn, kunnen maximaal 8 GLX-D-ontvangers tegelijk in het 2,4 GHz-spectrum werken. Voor een gemak-
kelijke instelling zijn de beschikbare frequenties onderverdeeld in drie groepen, gebaseerd op het aantal ondersteunde ontvangers.
Alle ontvangers in het systeem moeten op dezelfde groep worden ingesteld. Bepaal voor het selecteren van een groep het totale aantal ontvangers in
het systeem (kanaaltelling) en selecteer vervolgens de toepasselijke groep.
Opmerking: Voor het maximaliseren van het aantal ontvangers in de lucht, kent groep 3 geen back-upfrequenties. Groep 3 mag alleen worden gebruikt in een geregelde Wi-
Fi-omgeving om storingen van onvoorziene Wi-Fi-apparaten te voorkomen.
Groep
Kanaaltelling
Back-
upfrequenties
beschikbaar?
1
max. 4
Ja
2
max. 5
Ja
3
max. 8
Nee
Opmerking: Als u last hebt van storing, verminder dan de afstand tussen zender en ontvanger en stel alle GLX-D-systemen in op groep 2, de meest robuuste draadloze groep.
Zie het gedeelte 'Tips om de prestaties van een draadloos systeem te verbeteren' voor meer informatie.
Ontvangers en zenders instellen
Opmerking: Schakel voordat u begint alle ontvangers en zenders uit. Schakel telkens één zender/ontvanger-
paar tegelijk in en stel deze dan in, zodat er geen kruiskoppeling kan optreden.
1. Schakel de eerste ontvanger in.
2. Houd de knop 'group' ingedrukt om (indien nodig) een groep te selecteren of, als de groep al is
ingesteld, druk op de knop 'channel' om voor het beste, beschikbare kanaal te scannen.
3. Schakel de eerste zender in. De blauwe rf-LED licht op wanneer een koppeling tot stand is
gebracht.
Herhaal stappen 1-3 voor elke aanvullende ontvanger en zender. Denk eraan om elke ontvanger
op dezelfde groep in te stellen.
Een groep en kanaal handmatig selecteren
Specifieke groepen en kanalen kunnen aan de ontvanger worden toegewezen in plaats van het gebruik van de automatische scanfunctie.
Opmerking: Groep 3 mag alleen worden gebruikt in een gecontroleerde Wi-Fi-omgeving om storingen van onvoorziene Wi-Fi-apparaten te voorkomen.
Een groep selecteren
1. Houd de knop group 2 seconden ingedrukt tot het display group
begint te knipperen.
2. Druk op de knop group om door de beschikbare groepen te
bladeren.
3. De ontvanger slaat automatisch de geselecteerde groep op.
Handmatig een zender aan een ontvanger koppelen
Gebruik de optie voor handmatig koppelen om de zender te wijzigen die is gekoppeld aan een ontvanger. Wat vaak voorkomt bij handmatige koppeling
is dat de gekoppelde zender van een type bodypack moet worden gewijzigd in een type handheld.
1. Schakel de zender in: Houd de knop LINK binnen 5 seconden ingedrukt tot de zender-LED groen wordt en gaat knipperen.
2. Houd de knop 'link' op de ontvanger ingedrukt: De blauwe LED rf gaat knipperen en blijft vervolgens oplichten wanneer de koppeling is ingesteld.
3. Controleer de koppeling met de audio en regel zo nodig de versterkingsfactor af.
106
Aantekeningen
Initiële fabrieksinstelling.
Beste groep om te gebruiken bij storing.
Gebruik groep 3 alleen in een geregelde Wi-Fi-omgeving, omdat er geen back-upfrequenties bes-
chikbaar zijn om storingen te voorkomen.
Een kanaal selecteren
1. Houd de knop channel 2 seconden ingedrukt tot het display channel
begint te knipperen.
2. Druk op de knop channel om door de beschikbare kanalen te
bladeren.
3. De ontvanger slaat automatisch het geselecteerde kanaal op.
Opmerking: Een symbool van een dubbel koppelteken
de ontvanger wordt weergegeven tijdens een kanaalscan, geeft aan dat er geen
beschikbare kanalen binnen de geselecteerde groep zijn. Kies een groep met meer
kanalen en herhaal de instellingsstappen.
Opmerking: Wanneer er tijdens een kanaalscan
koppeltekens op het groeps- en kanaaldisplay
verschijnen, geeft dit aan dat er geen beschik-
bare frequenties binnen de geselecteerde groep
zijn. Kies een groep die meer ontvangers onder-
steunt en herhaal de instellingsstappen.
audio
mute
rf
--
dat op het scherm van