Warme motor starten
1. Druk het balgje voor extra brandstoftoevoer 10 maal
in.
2. Trek aan het startkoord totdat de motor start.
Stoppen
•
Druk de stopschakelaar in om de motor te stoppen.
(Fig. 42 )
Let op: De stopschakelaar keert automatisch terug naar
zijn oorspronkelijke stand.
Grastrimmer bedienen
OPGELET: Zorg dat u het motortoerental na
elke activiteit terug laat lopen naar het
stationaire toerental. Langdurig gebruik bij
onbelast volgas kan leiden tot motorschade.
Let op: Reinig de afdekking van de trimmerkop wanneer
u een nieuwe trimmerdraad aanbrengt, om trillingen te
voorkomen. Controleer de andere delen van de
trimmerkop en reinig deze indien nodig.
Gras trimmen
1. Houd de trimmerkop vlak boven de grond en schuin.
(Fig. 43 ) Druk de grastrimmerdraad niet in het gras.
WAARSCHUWING: Lees en begrijp het
hoofdstuk over veiligheid voordat u gaat
reinigen of reparaties of onderhoud gaat
uitvoeren.
TECHNISCHE GEGEVENS
Houd u aan het onderhoudsschema. De intervallen
worden berekend op basis van het dagelijks gebruik van
het product. De intervallen wijken af als u het product
niet dagelijks gebruikt. Voer alleen
onderhoudswerkzaamheden uit die in deze handleiding
worden beschreven. Neem voor overige
onderhoudswerkzaamheden die niet in deze handleiding
worden beschreven contact op met een erkend
servicepunt.
Wekelijks onderhoud
•
Reinig de externe oppervlakken.
•
Controleer het stationaire toerental.
•
Controleer de smering van de hoekoverbrenging
(rechte steel).
Maandelijks onderhoud
•
Controleer de greep van het startkoord en het
startkoord.
Jaarlijks onderhoud
68
2. Kort de grastrimmerdraad 10-12 cm (4-4,75 inch) in
en verlaag het motortoerental om het risico van
schade aan planten te voorkomen.
3. Gebruik 80 % van het vermogen wanneer u in de
buurt van objecten gras maait.(Fig. 44 )
Gras maaien
1. Zorg dat de grastrimmerdraad parallel loopt aan de
grond wanneer u gaat maaien.(Fig. 45 )
2. Duw de trimmerkop niet op de grond. De grond en
het product kunnen hierdoor beschadigd raken.
3. Zorg dat de trimmerkop de grond niet continu raakt.
Hierdoor kan de trimmerkop beschadigd raken.
4. Gebruik volgas wanneer u het product heen en weer
beweegt om gras te maaien.(Fig. 46 ) Zorg dat de
grastrimmerdraad parallel loopt aan de grond.
Trimmerdraad vervangen
(Fig. 47 )
(Fig. 48 )
(Fig. 49 )
(Fig. 50 )
(Fig. 51 )
(Fig. 52 )
(Fig. 53 )
(Fig. 54 )
ONDERHOUD
•
Controleer de bougie.
•
Breng smeermiddel aan op het uiteinde van de
aandrijfas (deelbare steel).
•
Reinig de externe oppervlakken van de carburateur
en de aangrenzende oppervlakken.
•
Reinig het koelsysteem.
•
Controleer het vonkenscherm.
•
Controleer het brandstoffilter.
•
Controleer de brandstofslang op schade.
•
Controleer alle kabels en aansluitingen.
Onderhoud na 50 uur
•
Zorg dat de geluiddemper wordt gerepareerd of
vervangen door een erkend servicepunt.
Stationair toerental afstellen
•
Zorg dat het luchtfilter schoon is en dat het
luchtfilterdeksel is aangebracht voordat het
stationaire toerental wordt afgesteld.
•
Stel het stationaire toerental af met de bijbehorende
T-stelschroef met de markering "T".
•
Het stationaire toerental is juist wanneer de motor in
alle standen soepel draait. Het stationaire toerental
moet lager zijn dan het toerental waarbij de
snijuitrusting begint te draaien.
155 - 006 -