7. DE VIER ONAFHANKELIJKE REMMEN VAN SKYLOTEC DEUS SERIE 3000 APPARATEN VOOR
Trommelrem met
schijfbediening
De draaiknop op het SKYLOTEC
DEUS serie 3000 apparaat voor
gecontroleerde afdaling wordt
gebruikt om de afdaalsnelheid
in te stellen en te regelen aan de hand van
de integrale trommelrem met schijfbediening.
De draaiknop beïnvloedt de remkracht die
uitgeoefend wordt door de trommelrem met
schijfbediening en de handenvrije achtrem. De
draaiknop is voorzien van de indicatoren 'go' en
'stop'. Door de draaiknop in wijzerzin te draaien
vertraagt en stopt de afdaling. Door de draaiknop
in tegenwijzerzin te draaien begint de afdaling en
wordt de afdaalsnelheid vergroot. De draaiknop
kan versteld en de afdaalsnelheid aangepast
worden voor of tijdens de afdaling. Zodra hij
ingesteld is, behoudt de draaiknop zijn positie.
Dit betekent dat SKYLOTEC DEUS serie 3000
apparaten voor gecontroleerde afdaling zowel
in 'stop'- als in 'go'-modus handenvrij werken.
Deze tekening toont hoe u de draaiknop moet
gebruiken om de trommelrem met schijfbediening
te bedienen. De draaiknop is ontworpen om met
twee vingers bediend te kunnen worden – het is
onnodig en het wordt afgeraden om de draaiknop
te sterk aan te spannen.
Centrifugaalrem
De centrifugaalrem die zich in de draaiknop
van SKYLOTEC DEUS serie 3000 apparaten
voor gecontroleerde afdaling bevindt, is altijd
actief en werkt zonder betrokkenheid van de
gebruiker. De rol van deze rem is beschermen
tegen vrije val. Bij langzame afdaalsnelheid
is de centrifugaalrem niet actief. Wanneer
de afdaalsnelheid toeneemt vergroot de
centrifugaalrem geleidelijk de remkracht om
de afdaalsnelheid te beperken. Binnen de
gewichtsbeperkingen van SKYLOTEC DEUS
serie 3300 apparaten voor gecontroleerde
afdaling is de centrifugaalrem ontworpen om
176
GECONTROLEERDE AFDALING BEGRIJPEN EN GEBRUIKEN
de afdaalsnelheid te beperken tot ongeveer
3 meter per seconde. Het SKYLOTEC DEUS
serie 3700 apparaat voor gecontroleerde afdaling
is ontworpen om de afdaalsnelheid te beperken
tot ongeveer 2 meter per seconde.
Achtrem
De zelfstellende achtrem werkt automatisch. De
functionele onderdelen van de achtrem zijn twee
Euler posten, de glijnok en het aambeeld. De
glijnok oefent automatisch druk uit op het vrije
uiteinde van het touw om de achtrem te activeren
op basis van de op het apparaat uitgeoefende
belasting.
De door de achtrem uitgeoefende hoeveelheid
remkracht kan tijdens de afdaling manueel
verminderd worden om de afdaalsnelheid te
vergroten. Dit kan op twee manieren gedaan
worden:
De glijnok centreren
Tijdens de afdaling steekt de kant van de
glijnok het dichtst bij de belaste kant van het
touw licht uit het frame van het SKYLOTEC
DEUS serie 3000 apparaat voor gecontroleerde
afdaling. Door op het uitstekende uiteinde van
de glijnok te drukken, wordt de druk die de
glijnok uitoefent op het vrije uiteinde van het
touw verminderd. Dit verlaagt de remkracht
van de achtrem, waardoor de afdaalsnelheid
toeneemt. Door de glijnok los te laten wordt
automatisch teruggekeerd naar de normale
afdaalsnelheid. Op de onderstaande tekening
toont figuur A hoe de glijnok gecentreerd moet
worden bij 'ontsnappingsmontage'. Figuur B
toont hoe de glijnok gecentreerd moet worden bij
'reddingsmontage'.
A
B