y
• Het uitgangsniveau van de geluidsweergave kan tussen de
volgende waarden worden ingesteld.
Subwoofer: –20 t/m +6 dB
Midden-kanaal: –20 t/m +3 dB
Linker en rechter achter-kanalen: –20 t/m +6 dB
Virtuele achterkanalen (wanneer VIRTUAL SURROUND of
SILENT CINEMA geselecteerd is): –3 t/m +3 dB
• Het uitgangsniveau van de geluidsweergave wordt ingesteld, de
met de testtoon gemaakte instelling zal worden geannuleerd.
• Wij raden u aan het uitgangsniveau van tevoren in te stellen met
behulp van de testtoon, met uitzondering van de subwoofer.
• Wanneer u een Dolby Digital of DTS bronsignaal weergeeft,
hoort het geluidsniveau van de diverse kanalen normaal
gesproken te worden ingesteld op ±0 dB of minder.
Opmerking
• Als u een bonzend geluid kunt horen uit de subwoofer wanneer de
B. BOOST functie wordt ingeschakeld, of wanneer een
bronsignaal met versterkte lage tonen, zoals een 5.1 kanaals
Dolby Digital of DTS signaal met Lage Frequentie Effecten wordt
weergegeven, dient u het uitgangsniveau van de subwoofer te
verlagen. Doet u dit niet, dan kan de subwoofer door een te sterk
ingangssignaal van de lage bastonen beschadigd raken.
Î Tijdelijk dempen van het geluid
Druk op MUTE.
MUTE
y
• Zolang het geluid gedempt is, wordt "Mute ON" op het display
getoond.
Om terug te keren naar het oorspronkelijke geluidsvolume,
drukt u nogmaals op MUTE.
Door op VOL +/– te drukken wordt zowel de tijdelijke
uitschakeling van de geluidsweergave geannuleerd als het
volume ingesteld.
‰ Oproepen van uw favoriete
instellingen
U kunt de huidige ingang en de instellingen van de DSP-
functie, het uitgangsniveau van de subwoofer, de B. BOOST
en NIGHT MODE onder de MEMORY 1, 2 of 3 toets
vastleggen.
Nadat de instellingen eenmaal zijn vastgelegd onder een van
de MEMORY-toetsen, kunt u deze door een druk op de
gewenste MEMORY 1, 2 of 3 toets eenvoudig oproepen.
Vastleggen van de instellingen onder de
MEMORY 1, 2 of 3 toets
Houd de MEMORY 1, 2 of 3 toets waaronder u
instellingen wilt vastleggen ongeveer 3 seconden
ingedrukt.
—— MEMORY ——
1
2
3
GEBRUIK VAN HANDIGE FUNCTIES
Het nummer van de ingedrukte toets wordt achter
"Memory" getoond en de huidige instellingen worden
vastgelegd.
Voorbeeld: "Memory 1" wordt getoond wanneer u de
MEMORY 1-toets heeft ingedrukt.
Oproepen van de vastgelegde instellingen
Druk op de MEMORY 1, 2 of 3 toets om de gewenste
instellingen op te roepen.
Het nummer van de ingedrukte toets wordt achter
"Memory" getoond en de daaronder vastgelegde
instellingen worden opgeroepen.
• Indien u de toets langer dan 3 seconden indrukt,
zullen de hiervoor vastgelegde instellingen worden
gewist en de huidige instellingen hier voor in de
plaats worden vastgelegd.
Wissen van de vastgelegde instellingen
Houd de MEMORY 1, 2 of 3 toets waarvan u de
instellingen wilt wissen ongeveer 10 seconden
ingedrukt. Het nummer van de ingedrukte toets wordt
achter "MemoryClear" getoond en de daaronder
vastgelegde instellingen worden gewist. (Bij het
indrukken van de toets zal na ongeveer 3 seconden
"Memory 1 (2 of 3)" worden getoond, maar u moet
voor het wissen de toets gewoon ingedrukt houden.)
• De instellingen worden niet gewist indien u de toets
loslaat voordat de aanduiding van "Memory" naar
"MemoryClear" is veranderd.
Ï Instellen van het hoofddisplay
U kunt het hoofddisplay instellen op "ingangsnaam" of
"DSP programma naam".
Door op DISPLAY te drukken kunt u het
hoofddisplay heen en weer schakelen tussen
"Disp: INPUT" en "Disp: DSP".
DISPLAY
Wanneer u een toets gebruikt, zal het bijbehorende display
verschijnen. Na een paar seconden zal het hoofddisplay,
"ingangsnaam" of "DSP programma naam", weer
terugkeren
25
N-