Bougie
De volgende factoren zijn van invloed op de conditie van
de bougie:
•
Een incorrecte afstelling van de carburateur.
•
Een verkeerd oliemengsel in de brandstof (te veel of
verkeerde olie).
•
Een vuil luchtfilter.
Deze factoren veroorzaken afzettingen op de elektroden
van de bougie, wat tot motordefecten en
startmoeilijkheden kan leiden.
Wanneer de machine te weinig vermogen heeft, moeilijk
start of onregelmatig onbelast draait, dient u altijd eerst
de bougie te controleren voor u andere maatregelen
neemt. Maak de bougie schoon als ze verstopt is en
controleer of de afstand tussen de elektroden 0,65 mm
bedraagt. De bougie moet na een maand gebruik, of
eerder indien nodig, vervangen worden.
Let op! Gebruik steeds het correcte bougietype! Andere
types kunnen de zuiger/cilinder beschadigen. Zorg ervoor
dat de bougie zog. radio-ontstoring heeft.
Neuswiel van het zaagblad
smeren
Het neuswiel van het zaagblad moet bij elke tankbeurt
gesmeerd worden. Gebruik een hiervoor bedoelde
smeerspuit en lagervet van goede kwaliteit.
146 – Dutch
ONDERHOUD
Het instellen van de oliepomp
De oliepomp is instelbaar. Het instellen gebeurt door de
schroef met een schroevendraaier te draaien. Wordt de
schroef met de klok mee gedraaid wordt de olietoevoer
groter, wordt de schroef tegen de klok in gedraaid wordt
de olietoevoer kleiner.
Tegen de tijd dat de brandstof op is, zal de olietank ook
bijna leeg zijn. Vul altijd de olietank bij als u de brandstof
in de zaag bijvult.
!
Koelsysteem
Om de werktemperatuur zo laag mogelijk te houden, is de
machine uitgerust met een koelsysteem.
Het koelsysteem bestaat uit:
1
Luchtinlaat in de starter.
2
Luchtgeleidingsrail.
3
Ventilatorschoepen op het vliegwiel.
4
Koelflenzen op de cilinder.
5
Koppelingdeksel
Maak het koelsysteem één keer per week schoon met
een borstel; dit moet vaker gebeuren wanneer u in
moeilijke omstandigheden werkt. Een vuil of verstopt
koelsysteem leidt tot oververhitting van de machine
waardoor de cilinder en zuiger beschadigd kunnen
worden.
WAARSCHUWING! Bij het instellen mag
de motor niet draaien.
3
1
2
5
4