2.4
Het aansluiten van de accu
Tenzij het absoluut noodzakelijk is, raden wij u aan om de accukabels niet te verlengen.
Verlenging van de accukabels kan de systeem verliezen doen toenemen en kan tevens
een verkeerde werking van de omvormer tot gevolg hebben. Als verlenging van de
accukabels onvermijdelijk is, moet een draad diameter worden gebruikt van minstens 1.5
keer de diameter van de vaste omvormer kabels. De maximum aanbevolen accukabel
lengte is circa 3 meter.
2.4.1 Voorzorgsmaatregelen omtrent het werken met accu's
1. Werken in de nabijheid van accu's kan gevaarlijk zijn. Accu's kunnen explosieve
gassen produceren. Vermijd roken, vonken of open vuur in de buurt van accu's.
Zorg voor voldoende ventilatie in de accu ruimte.
2. Draag oog en kleding bescherming. Voorkom het aanraken van de ogen wanneer er
met accu's gewerkt wordt. Was de handen na het werken met accu's.
3. Als accuzuur in contact komt met huid of kleding, was dit dan onmiddellijk af met
water en zeep. Als het zuur in contact komt met het oog, zorg dan onmiddellijk voor
koud stromend water om het oog langdurig schoon te spoelen, en roep zo nodig
medische hulp in.
4. Wees voorzichtig met het gebruik van metalen gereedschap in de buurt van accu's.
Het laten vallen van metalen objecten op de accu kan kortsluiting en explosie
gevaar opleveren.
5. Verwijder persoonlijke zaken zoals ringen, armbanden, horloges en kettingen
wanneer met accu's gewerkt wordt. Accu's kunnen kortsluitstromen veroorzaken
die metalen objecten volledig kunnen laten smelten met ernstige brandwonden tot
gevolg.
DE RODE DRAAD MOET AANGESLOTEN WORDEN OP DE POSITIEVE (+)
ACCUKLEM EN DE ZWARTE DRAAD OP DE NEGATIEVE (-) ACCUKLEM.
Verkeerd om aansluiten van de accukabels kan de omvormer
beschadigen. Schade ontstaan door het verkeerd om aansluiten van de
accukabels valt niet binnen de garantie. Zorg ervoor dat de aan/uit
schakelaar in de '0' positie staat voordat u de accu aansluitingen maakt.
23