ACCULADER
Model
Oplaadspanning
Gewicht
STANDAARD TOEBEHOREN
In
aanvulling
op
het
verpakkingsdoos de toebehoren die in de onderstaande
tabel zijn vermeld.
1 Kruiskopdrijver (Nr. 2 × 65L) .................. 1
2 Acculader ............................................... 1
3 Plastic doos ........................................... 1
DS14DSFL
DS18DSFL
4 Batterij ................................................... 2
(DS14DSFL: BSL1415)
(DS18DSFL: BSL1815 of BSL1830)
5 Batterijdeksel.......................................... 1
De
standaard
toebehoren
aankondiging gewijzigd worden.
EXTRA TOEBEHOREN (los verkrijgbaar)
1. Batterij (BSL1415)
(Voor DS14DSFL)
2. Batterij (BSL1815 of BSL1830)
(Voor DS18DSFL)
De extra toebehoren kunnen zonder nadere aankondiging
gewijzigd worden.
TOEPASSINGEN
○ Indraaien
en
uitdraaien
houtschroeven, tapbouten, etc.
○ Boren van verschillende metalen.
○ Boren van verschillende houtsoorten.
Tabel 1
Voor het laden
Tijdens opladen Brandt
Na opladen
Controlelampje
(rood)
Overheat
standby
Opladen
onmogelijk
UC18YGSL
14,4 – 18 V
0,4 kg
gereedschap
(1)
bevat
kunnen
zonder
nadere
van
machineschroeven,
Aanduidingen van het controlelampje
Brandt ongeveer 0,5 sekonde.
Brandt ongeveer 0,5 sekonde niet.
Knippert
(Uit voor 0,5 sekonde)
Blift branden
Brandt ongeveer 0,5 sekonde.
Brandt ongeveer 0,5 sekonde niet.
Knippert
(Uit voor 0,5 sekonde)
Brandt ongeveer 1 sekonde.
Brandt ongeveer 0,5 sekonde niet.
Knippert
(Uit voor 0,5 sekonde)
Brandt ongeveer 0,1 sekonde.
Brandt ongeveer 0,1 sekonde niet.
Knippert
(Uit voor 0,1 sekonde)
INLEGGEN EN UITNEMEN VAN DE BATTERIJ
1. Verwijderen van de batterij
Houd de handgreep goed vast en druk tegen de
accvergrendeling om de batterij te verwijderen (Zie
Afb. 1 en 2).
LET OP
Sluit de batterij nooit kort.
2. Aanbrengen van de batterij
Plaats de batterij met de polen juist aangebracht (Zie
Afb. 2).
de
OPLADEN
Voor het gebruik van de boor-schroefmachine dient de
batterij als volgt opgeladen te worden.
1. Sluit het netsnoer van het oplaadapparaat op het
stopkontakt aan.
Wanneer de stekker van de acculader in het stopcontact
wordt gestoken, zal het lampje in rood knipperen (met
tussenpozen van 1 seconde).
2. Steek de batterij in het oplaadapparaat.
Steek de batterij stevig in de oplader, totdat deze
kontakt maakt met de bodem van de oplader. Let bij het
plaatsen van de batterij op de polariteit van (+) en (–)
zoals in Afb. 3 en 4 getoond wordt.
LET OP
Als de batterijen niet in de juiste richting van (+) en (–)
in de acculader worden aange-bracht, is niet alleen
opladen onmogelijk, maar kunnen er ook storingen
in de acculader ontstaan, zoals vervorming van het
aansluitpunt.
3. Opladen
Wanneer een batterij in de acculader wordt aangebracht,
blijft het lampje continu rood branden.
Wanneer de batterij volledig is opgeladen, gaat het
lampje in rood knipperen (met tussenpozen van 1
seconde) (Zie Tabel 1).
(1) Aanduiding van het controlelampje
De aanduidingen van het controlelampje zijn zoals
aangegeven in Tabel 1, al naar gelang de toestand van
de oplaadbare batterij of de acculader.
Nederlands
De batterij is oververhit. De
batterij kan niet opgeladen
worden (het opladen wordt
hervat wanneer de batterij is
afgekoeld).
Er is iets mis met de accu of
met het oplaad-apparaaat
39