4 Ingebruikname
„GlucoDock"-instellingen
Na het opslaan van uw
gegevens gaat u naar het
VitaDock Universum.
Tik op het
„Instelling"-symbool
.
Tik op het
„GlucoDock"-symbool
.
Kies:
Eenheid mg/dL of mmol/L
Voer hier het door uw arts
opgegeven bloedglucose-
doelbereik in.
Voer de insulinenamen in:
insuline 1, insuline 2, insuline 3.
Als u op het tekstveld (bijv.
insuline 1) tikt, verschijnt een
toetsenbord waarmee u uw
insuline kunt bewerken (meer
informatie op p. 35).
De invoer wordt in het actuele
gebruikersprofiel opgeslagen.
21
NL