GEBRUIKSHANDLEIDING
OPMERKING Om een maximale precisie te garanderen schakelt u de transducer in de
De meeteenheden kiezen
Selecteer de benodigde meeteenheden. Door op de toets 'EENHEID' te drukken, gaat het apparaat
op de volgende beschikbare meeteenheid over.
OPMERKING Het is onmogelijk de benodigde meeteenheden te selecteren.
De meetmodus selecteren
Druk op de gewenste toets; zie hieronder:
Toets
KLOK & ELEKTRONISCH
Toets
KLIK & KAM
OPMERKING De waarden die op de KLIK & KAM modus worden afgelezen zijn niet consistent.
72
draairichting in, waarin u hem wenst te gebruiken voordat u op 'ZERO' drukt.
a) Het is onmogelijk de omzetting van de standaardmeeteenheid van de
transducer naar de gevraagde eenheid weer te geven met het aantal op het
display beschikbare cijfers, waardoor omzetting niet mogelijk is.
b) De gevraagde eenheden zijn uitgeschakeld. Zie het menu INSTELLINGEN.
Gebruik
Sleutels met automatische
ontkoppeling en sleutels met
meetklok
Gebruik
Sleutels (met knikmechanisme)
met standaardwaarde
Wijziging van de GEVOELIGHEID VAN DE EERSTE PIEK om de gevoeligheid te
verminderen. Zie menu DREMPELS bij het gedeelte INSTELLINGEN.
Werking
Houdt het signaal hoger.
Resetten door op te drukken
ZERO
TRACK
ZERO
ZERO
Werking
Vangt de EERSTE PIEK van
het koppel op en geeft hem
gedurende de geselecteerde
tijd vóór de automatische re-
set weer met AUTO, RESET,
HOLD, TIME.
Visuele weergave
ZERO
ZERO
Visuele weergave
NL