ELA-mengversterker
Deze handleiding is bedoeld voor installateurs
van geluidsinstallaties (hoofdstuk 4 tot 7) en
voor gebruikers zonder specifieke vakkennis
(hoofdstuk 8) . Lees de handleiding grondig
door, alvorens het apparaat in gebruik te
nemen, en bewaar ze voor latere raadpleging .
Op pagina 2 vindt u een overzicht van alle
bedieningselementen en de aansluitingen .
Inhoudsopgave
1
Overzicht van de bedienings-
elementen en aansluitingen 36
13
2
3
4
5
6
7
711
721
722
723
751
781
782
8
821
822
861
871
872
873
9
10
36
1 Overzicht van de bedienings-
elementen en aansluitingen
1.1 Mengversterker
PA-2410Z /PA-2420Z
1 Afsluitplaat voor de moduleopening;
hier kan een module van MONACOR
worden ingestoken, bijv . tuner, cd-speler,
geheugen voor digitale boodschappen
2 Volumeregelaar voor elk van de ingangs-
kanalen CH 1- CH 5
Regelaar CH 1 dient ook om het geluids-
volume van de tafelmicrofoons PA 4300PTT
te regelen .
Regelaar CH 2 dient ook om het geluids-
volume van de commandomicrofoons
PA-2400RC te regelen . (uitzondering met
de PA-2410Z:
3 Regelaars lage en hoge tonen voor het
37
(afzonderlijk verkrijgbaar toebehoren)
instellen van de klank voor elk van de in-
37
gangskanalen CH 1- CH 5
(afzonderlijk verkrijgbaar toebehoren)
4 Regelaars lage en hoge tonen voor het
instellen van de klank voor een plug-in-
module
5 Toets CHIME om de gong te activeren
6 Volumeregeling van het gongsignaal
7 Geluidsvolumeregeling TEL PAGING voor
een signaalbron op de ingangsklemmen
8 Volumeregeling van de sirene
9 Toetsen voor het in- en uitschakelen van
het sirenegeluid
10 Controle-led PROTECT; brandt bij het uit-
vallen van de versterker, bijv . door overlast
of oververhitting
11 Regelaar MASTER voor het totale geluids-
volume
12 Controle-led's
STAND BY: Stand-by
ON:
13 POWER-schakelaar
14 alleen PA-2420Z:
zoneselectietoetsen
Z1- Z 20:
ALL CALL: alle zones van deze rij toetsen
15 Het uitgangsniveau weergeven
CLIP: Oversturingsaanduiding
16 alleen PA-2410Z:
volumekeuzeschakelaar telkens voor de
zones 1-10
OFF: Zone uit
17 Netsnoer voor aansluiting op een stopcon-
tact (230 V/ 50 Hz)
18 Steekschroefklemmen (aftrekbaar) voor
de 100-V-luidsprekers van de zones 1-10
of 1- 20
Belangrijk: Elke uitgang is alleen met een
sinusvermogen tot 60 W (PA-2420Z) of 30 W
(PA-2410Z) belastbaar . De belasting van alle aan-
☞
hoofdstuk 8 .7 .1)
herhaald stijgende en dalende toon
na het stijgen aangehouden toon
In bedrijf
zones 1- 20
Nadat u de respectieve toet-
sen opnieuw 2 seconden lang
hebt ingedrukt, geldt weer de
vorige selectie .
gesloten 100 V-luidsprekers mag samen in geen
geval de waarde van 240 W overschrijden .
19 Schroefklemmen AC POWER REMOTE
voor het afstandsbediend in- en uitscha-
kelen van de versterker via een sluitcontact
20 Schroefklemmen DC POWER voor een
noodvoeding (⎓ 24 V)
21 Steekschroefklemmen LOW IMP voor een
laagohmige luidspreker met een minimale
impedantie van 4 Ω, onafhankelijk van de
zoneselectie
Belangrijk: Deze uitgang nooit gelijktijdig met de
100 V-uitgangen (18, 22) gebruiken; de versterker
zou overbelast kunnen worden .
22 Steekschroefklemmen HIGH IMP voor het
aansluiten van 100 V-luidsprekers, onaf-
hankelijk van de zoneselectie
Belangrijk: De belasting op deze uitgang mag
samen in geen geval hoger zijn dan 240 W; de
versterker zou overbelast kunnen worden .
23 Zekering voor de noodvoeding van 24 V
Vervang een gesmolten zekering uitslui-
tend door een zekering van hetzelfde type!
24 Steekschroefklemmen PAGING IN voor
de aansluiting van een signaalbron met
lijnniveau-uitgang voor aankondigingen
met verhoogde prioriteit (
in hoofdstuk 3)
25 Steekschroefklemmen E / M MESSAGE
CONTROL voor het aansluiten van een
sluitcontact om een bericht te activeren
(bijv . noodbericht), wanneer een berich-
tengeheugen (bijv . PA-1120DMT) geïn-
stalleerd is .
26 Aansluitmogelijkheid, bijv . voor een ap-
paraat om de klank te bewerken, via
6,3 mm-stekkerbussen PRE OUT en AMP IN
Het gebruik van de bus AMP IN onder-
breekt de interne signaalverbinding met
de eindversterker
27 Aansluitingen REC voor een opnameap-
paraat zoals cinch-jacks
De bussen zijn als L (links) en R (rechts) be-
schikbaar voor stereo-opnameapparatuur .
Omdat de versterker monostabiel werkt,
zijn de signalen op beide bussen identiek .
en CH 5 als cinch-jacks; de bussen zijn
voor stereo-signaalbronnen als L (links)
en R (rechts) beschikbaar . Omdat de ver-
sterker monofoon werkt, wordt het mo-
nomastersignaal intern steeds op basis van
de stereosignalen gevormd .
29 Ingang voor het microfoon- en lijnniveau
als gecombineerde XLR- / stekkerbus, ge-
balanceerd bedraad, voor elk van de in-
gangskanalen CH 1- CH 3
30 Regelaar GAIN om de ingangsversterking
aan de signaalbron (microfoon- tot lijn-
niveau) aan te passen voor elk van de in-
gangskanalen CH 1- CH 3
31 Schakelaar PHANTOM POWER voor elk van
de ingangskanalen CH 1- CH 3; bij inge-
drukte schakelaar is aan de XLR-contacten
van de ingangsbus (29) een gelijkspanning
van 15 V voor microfoons met fantoom-
voeding
Opgelet: Schakel de versterker uit, demp de
uitgangen of draai de MASTER-regelaar (11) in
☞