9.
Applicatieprogrammas
9.6 Programmering van het schakelpunt
Op terminal 3010 kunnen vier schakelpunten worden ingesteld.
De schakelpunten worden voor de applicatieprogramma's „Controleren", „Tellen"
en „Doseren" gebruikt.
Instellen van de schakelpunten
Druk op de toets Switch-Point.
Het eerste schakelpunt, aangegeven door de pijl op het display, wordt
01
02
03
weergegeven.
04
Stel de waarde in met de tarra- of functietoets.
Door de toets kort in te drukken, wordt de waarde individueel verhoogd/
verlaagd. Houd de toets ingedrukt om de waarde continu te verhogen/verlagen.
Bevestig met de toets Switch-Point.
Het display springt naar het volgende schakelpunt.
Met de Tare-toets en de Functietoets stelt u de waarde opnieuw in.
Bevestig met de toets Switch-Point.
Herhaal deze procedure totdat alle vier de schakelpunten zijn ingesteld.
9.7 Verificatie
De schakelpunten voor interne en externe LED-lampen (optioneel) worden
gebruikt voor het testen.
Voer de instelpunten als controlewaarden als volgt in:
Introduzca los puntos de conexión como se describe en el capítulo 9.6.
Active la función Verificar en el modo de configuración (véase 470.702.119 Modo
de usuario).
Schakelpunt
S1
S2
S3
S4
Parameter
0
Minder tolerantie
Superieure tolerantie
Superieure tolerantie
9
75