NL
5.1.2 Apparatuur met lijnuitgangsniveau
Sluit stereoapparatuur met lijnuitgangsniveau aan
B
op de gebalanceerde 6,3 mm-jacks "LINE-LEFT" en
"LINE-RIGHT" (28) van de kanalen 13 – 16. Als extra
stereolijningangen kunt u ook de gebalanceerde
6,3 mm-jacks "AUX-IN" (27) of de ongebalanceerde
cinch-jacks "PLAYBACK" (23) gebruiken.
Sluit signaalbronnen met lijnmono-uitgang aan
op de jacks "LINE" (30) van de kanalen 1 – 12. Bij
het aansluiten van monoapparatuur op de stereoka-
nalen 13 – 16 resp. op de stereo-ingang "AUX-IN"
sluit u telkens alleen de bovenste jack "LEFT" aan.
Het ingangssignaal wordt dan intern naar het rech-
ter en linker kanaal geschakeld.
5.2 Apparatuur voor de klankbewerking
tussenschakelen
Via de 6,3 mm-jacks "INSERT" (31) kunt u apparatuur
voor de klankbewerking (b. v. compressoren, noise-
gates) met de monokanalen 1 – 12 verbinden: Het
kanaalsignaal wordt pre-fader via de jack INSERT af-
genomen en via het aangesloten apparaat langs de-
zelfde jack weer teruggestuurd. Sluit het apparaat
voor de klankbewerking aan via een Y-kabel, b. v.
MCA-202 uit het programma van MONACOR.
schwarz
SEND
rot
RETURN
schwarz
RETURN SEND
De aansluiting van de Y-kabel MCA-202 van MONACOR
Plug de stereostekker in de jack "INSERT" (31). Het
uitgangssignaal ("Send") is beschikbaar op de punt
van de stereostekker, het in klank bewerkte ingangs-
signaal ("Return") op de ring; de schacht dient als
gemeenschappelijke massa. Sluit de monostekker
voor het send-signaal aan op de ingang van het ap-
paraat voor klankbewerking en de monostekker voor
het return-signaal op de uitgang van het apparaat.
5.1.2 Aparatos con nivel de salida línea
E
Conecte los aparatos estéreo con nivel de salida lí-
nea en las tomas jack 6,35 simétricas "LINE-LEFT"
y "LINE-RIGHT" (28) de los canales 13 – 16. Como
entradas estéreo línea suplementarias, también po-
demos utilizar las tomas jack 6,35 simétricas "AUX-
IN" (27) o las tomas RCA asimétricas "PLAYBACK"
(23).
Conecte las fuentes de señal con salida línea
mono en las tomas "LINE" (30) de los canales
1 – 12. Cuando aparatos mono están conectados a
los canales estéreo 13 – 16 o a la entrada estéreo
"AUX-IN", conecte únicamente la toma superior
"LEFT". La señal de entrada se conmuta en interno
en el canal derecho y el canal izquierdo.
5.2 Inserción de aparatos para tratar el sonido
Vía las tomas jack 6,35 "INSERT" (31), es posible
insertar aparatos para tratar el sonido (p. ej. com-
presores, noise gate) en los canales mono 1 – 12:
la señal del canal se desacopla en pre fader vía la
toma Insert, circula completamente vía el aparato
conectado, y se dirige de nuevo vía la misma toma.
Conecte el aparato para tratar el sonido, vía un ca-
ble en Y, p. ej. MCA-202 de la gama MONACOR.
negro
SEND
rojo
RETURN
negro
RETURN SEND
Conexión del cable en Y, MCA-202 de MONACOR
Coloque la toma estéreo en la toma "INSERT" (31);
la señal de salida ("Send") está presente en la punta
de la toma estéreo, la señal de entrada tratada ("Re-
turn") está en la anilla, en el cuerpo se encuentra la
masa comuna. Conecte la toma mono para la señal
Send a la entrada del aparato para tratar el sonido,
24
Via beide jacks "INSERT-RIGHT" en "INSERT-
LEFT" (24) is het ook mogelijk om een apparaat
voor klankbewerking (b. v. grafische equalizer) met
behulp van twee Y-kabels in het rechter en linker
kanaal van de masteruitgang tussen te schake-
len, nog vóór de niveauregeling via de masterfaders
(19). De jacks worden zoals de jacks INSERT in de
ingangskanalen aangesloten. Verbind daarbij de
rechter in- en uitgang van het apparaat met de jack
"INSERT-RIGHT" en de linker in- en uitgang met de
jack "INSERT-LEFT".
5.3 Effecttoestellen
Het uitgangskanaal "AUX" is post-fader uitgevoerd
en kan bijgevolg als effectenkanaal worden gebruikt.
Via dit uitgangskanaal "AUX" kunnen delen van het
signaal van de ingangskanalen worden afgenomen,
door een effectenapparaat (b. v. galmapparaat) be-
werkt en opnieuw naar het mengpaneel gestuurd en
met het mastersignaal gemengd.
Wenst u daarentegen of bovendien het uitgangs-
kanaal "MON" als effectenkanaal te gebruiken, dan
moet deze van pre-fader (fabrieksinstelling) naar
post-fader worden omgeschakeld – zie hiervoor
hoofdstuk 4.2.
1) Verbind de ingang van het effectenapparaat met
de betreffende mono-uitgang SEND (26):
ingang
apparaat voor de
klankbewerking
uitgang
apparaat voor de
klankbewerking
2) Verbind de uitgang van het effectenapparaat met
de stereo-ingang "AUX-IN" (27) [gebruik bij een
insert-jack
mengpaneel
mono-effectenapparaat alleen de bovenste jack
"LEFT"] of met de lijningang van een vrij ingangs-
kanaal.
5.4 Hoofdtelefoon
Bij het mengen kan zowel het mastersignaal als het
PFL-signaal van elk ingangskanaal via een stereo-
hoofdtelefoon (impedantie min. 32 Ω) worden be-
luisterd. Sluit de hoofdtelefoon aan op de 6,3 mm-
jack (17). Meer informatie over de beluistering-
functie vindt u terug in hoofdstuk 6.4.
y conecte la toma mono para la señal Return a su
salida.
Vía las dos tomas "INSERT-RIGHT" y "INSERT-
LEFT" (24)‚ también es posible insertar un aparato
para tratar el sonido (p. ej. ecualizador gráfico) en
los canales derecho e izquierdo de la señal de la
salida master, vía dos cables en Y, antes del reglaje
de nivel, vía los faders master (19). Conecte las to-
mas como las tomas Insert, en los canales de en-
trada. Conecte entonces la entrada y la salida de-
recha del aparato con la toma "INSERT-RIGHT" y
conecte la entrada y la salida izquierda con la toma
"INSERT-LEFT".
5.3 Aparatos a efectos
La vía "AUX" está configurada post fader y puede
así utilizarse como vía de efecto. Vía esta salida
"AUX", se pueden desacoplar partes de señal de los
canales de entradas, tratar por un aparato a efectos
(p. ej. aparato de reverberación) y se pueden dirigir
de nuevo hacia la mesa de mezcla y mezclar en la
señal master.
Si, en lugar de esto o adicionalmente, se debe
utilizar la vía "MON" como vía de efecto, debe regu-
larla en interno de pre fader (reglaje de base a la sa-
lida de fábrica) en post fader – vea capítulo 4.2.
1) Conecte la entrada del aparato a efectos con la
entrada
aparato para tratar el sonido
salida mono Send respectivo (26):
salida
aparato para tratar el sonido
toma insert
2) Conecte la salida del aparato a efectos con la
mesa de mezcla
entrada estéreo "AUX-IN" (27) [para un aparato a
efecto mono, utilice únicamente la toma superior
"LEFT"] o la entrada línea de un canal libre.
5.4 Auricular
Para la mezcla, puede escuchar la señal master o
bien la señal PFL de cada canal de entrada vía un
auricular estéreo (impedancia mínima 32 Ω). Co-
bij gebruik van het uitgangskanaal "AUX" met
de 6,3 mm-jack "AUX SEND",
bij gebruik van het uitgangskanaal "MON" met
de 6,3 mm-jack "MON SEND".
si utiliza la vía "AUX": con la toma jack 6,35
"AUX SEND",
si utiliza la vía "MON": con la toma jack 6,35
"MON SEND"
5.5 Opnametoestellen
2-sporenopname van het mastersignaal
Een 2-sporenopnametoestel (b. v. cassetterecorder,
minidisk-recorder) kan op de cinch-uitgangsjacks
"RECORD" (22) worden aangesloten. Het opna-
meniveau wordt met de regelaar "RECORD LEVEL"
(13) ingesteld en is bovendien afhankelijk van de
stand van de masterfaders (19).
Na de opname kan dit via het mengpaneel wor-
den weergegeven. Sluit hiervoor de uitgang van het
opnametoestel op de cinch-jacks "PLAYBACK" (23)
aan. Het weergavesignaal wordt met de regelaar
"PLAYBACK LEVEL" (15) vóór de masterfaders ge-
mengd met het signaal op de masteruitgang.
Meersporenopname
Voor meersporenopnames van de afzonderlijke
monokanalen 1 – 12 kunnen de kanaalsignalen op
de ongebalanceerde uitgangsjacks "DIRECT OUT"
(32) worden afgenomen. Hier zijn de bewerkte ka-
naalsignalen na de kanaalregelaars (7) beschik-
baar. Verbind het meersporenopnametoestel met de
directe uitgangen van de betreffende kanalen.
Opmerking: Het signaalafnamepunt kan intern voor
elke directe uitgang ook naar pre-equa-
lizer worden geschakeld (b. v. wanneer
de kanaalsignalen naar een monitor-
mengpaneel moeten worden gestuurd)
– zie hiervoor hoofdstuk 4.3.
5.6 Versterker
Op de gebalanceerde XLR-jacks "MAIN MIX OUT-
PUT" (21) is het mastersignaal beschikbaar dat met
de masterregelaars (19) werd uitgestuurd. Hier kunt
u de eindversterker voor de geluidsregeling in de
zaal aansluiten.
Via het pre-faderuitgangskanaal "MON" kunnen
de muzikanten een afzonderlijk afgemixt muzieksig-
naal via een monitorinstallatie op het podium ont-
vangen. Sluit de eindversterker van de monitorin-
stallatie aan op de ongebalanceerde 6,3 mm-jack
"MON SEND" (26).
necte el auricular con la toma jack 6,35 (17). Vea el
capítulo 6.4 para más informaciones.
5.5 Grabadores
Grabación 2 vías de la señal master
Un grabador 2 vías (p. ej. un cassette, grabador mini
disc) puede conectarse en las tomas de salida RCA
"RECORD" (22). El nivel de grabación se regula con
el potenciómetro "RECORD LEVEL" (13) y depende
a más de la posición de los faders master (19).
Después de la grabación, este último puede re-
stituirse vía la mesa de mezcla. Conecte entonces,
la salida del grabador a las tomas RCA "PLAY-
BACK" (23). La señal de restitución se mezcla con
el potenciómetro "PLAYBACK LEVEL" (15) antes de
los faders master, en la señal de la salida master.
Grabaciones multivías
Para grabaciones multivías de cada canal mono
1 – 12, las señales de los canales pueden desaco-
plarse con las tomas de salida asimétricas "DIRECT
OUT" (32); las señales tratadas están presente aquí
después de los faders de los canales (7). Conecte el
grabador multivías con las salidas directas de los
canales correspondientes.
Nota: el punto de tomar la señal puede conmutarse
en interno para cada salida directa también
en pre ecualizador (por ejemplo cuando las
señales de los canales deben enviarse a una
mesa de mezcla monitor), vea capítulo 4.3.
5.6 Amplificador
La señal master controlada con los faders master
(19) está disponible en las tomas XLR simétricas
"MAIN MIX OUTPUT" (21); el amplificador final pu-
ede conectarse aquí para la sonorización de sala.
Vía la vía pre fader "MON", los músicos pueden
recibir una señal mezclada separadamente vía una
instalación monitor en escena. Conecte el amplifica-
dor de la instalación monitor con la toma jack 6,35
asimétrica "MON SEND" (26).