Tabla de contenido
Publicidad
voorzekering in de onmiddellijke omgeving van de
NL
batterij aanbrengen (max. kabellengte naar de bat-
B
terij: 20 cm). Selecteer de zekeringwaarde volgens
het stroomverbruik van apparaten die op de 12 V-
leiding zijn aangesloten.
Voor de stabilisering van de bedrijfsspanning naar
de uitgangsversterker en de hiermee gepaard gaande
rendementsverhoging en klankverbetering wordt een
Power-condensator aanbevolen (b.v. CAP-...*).
6.1.2 Massaklem
Verbind de massaklem GND (19) via een kabel met
een doorsnede van min. 20 mm
met de massa van de auto of, beter nog, rechtstreeks
met de negatieve klem van de autobatterij.
Opmerkingen:
1. Bij gebruik van de carrosserie als massaklem moet
de gekozen plaats een goed elektrisch contact met
de hoofdcarrosserie bezitten (b.v. door voldoende
aantal laspunten). Eventuele lak op het contact-
punt moet volledig worden verwijderd.
2. Om aardlussen te vermijden, moet de massa van
de autoradio worden verbonden met hetzelfde
punt waarmee de uitgangsversterker met de
massa is verbonden.
6.1.3 Stuurspanning om in te schakelen
De uitgangsversterker van de auto-installatie wordt
door +12 V voedingsspanning op de aansluiting
REM (20) in- en uitgeschakeld. Verbind de aansluit-
ing REM met de 12 V-schakeluitgang van de autora-
dio (aansluiting voor een motorantenne, eventueel
met de motorantenne parallel schakelen).
* van CARPOWER
lo más bajo posible, se recomienda usar una sección
E
transversal mínima de 20 mm
de CARPOWER. Para proteger de un cortocircuito el
cable de 12 V recién puesto, inserte un fusible adi-
cional muy cercano a la batería (longitud máx. del
cable a la batería 20 cm). Seleccione el valor de fusi-
ble de acuerdo con el consumo de potencia de
todas las unidades conectadas al cable de 12 V.
Para estabilizar el voltaje operativo para el ampli-
ficador de potencia y de este modo aumentar la
potencia resultante y mejorar el sonido, se reco-
mienda un capacitor de potencia (p. ej. CAP-...*).
6.1.2 Conexión de masa
Conecte el terminal de masa GND (19) mediante un
cable con una sección de corte mínima de 20 mm
(p. ej. CPC-200/SW*) a la masa del coche o mejor
directamente al terminal negativo de la batería del
coche.
Notas:
1. Cuando use el chasis como una conexión de
masa, el lugar usado debe tener un buen con-
tacto eléctrico con el chasis principal (p. ej. me-
diante un número suficiente de puntos de solda-
dura). Debe eliminarse completamente cualquier
lacado en el punto de contacto.
2. Para prevenir bucles de masa, la masa de la radio
del coche se debe aplicar en el lugar donde tam-
bién está conectado el amplificador de potencia.
6.1.3 Voltaje de control para encendido
El amplificador de potencia HiFi para coche se
enciende y se apaga mediante un voltaje de control
de +12 V en el terminal REM (20). Conecte el termi-
nal REM a la salida de control de 12 V de la radio del
coche (conexión para una antena de motor, si es
necesario, para ser conectada en paralelo a la
antena de motor).
* de CARPOWER
18
6.2 Ingangen
De lijningangen (3) van de uitgangsversterker wor-
den via cinch-kabels verbonden met de lijnuitgan-
gen van de autoradio (of van een andere signaal-
bron). Als de autoradio echter niet met lijnuitgangen
is uitgerust, kunnen de luidsprekeruitgangen van de
autoradio via een audiotransmissie-eenheid (b.v.
FGA-22HQ*) met de lijningangen van de uitgangs-
versterker worden verbonden. De uiteindelijke aan-
sluiting stemt zich af op de gewenste bedrijfsmodus
van de uitgangsversterker:
6.2.1 4-kanaalwerking (figuur 3)
2
(b.v. CPC-200/SW*)
De 4-kanaalwerking is nodig bij gebruik van vier full-
rangeluidsprekers (2- of 3-wegluidsprekers). Ver-
bind de lijnuitgangen van de autoradio als volgt met
de ingangen LINE IN (3):
vooraan links
vooraan rechts
achteraan links
achteraan rechts op kanaal 4
Indien de autoradio niet is uitgerust met uitgangen
voor de kanalen achteraan (Rear), verbind dan de
uitgang van het linker kanaal via een Y-kabel (b.v.
CBA-25/SW*) met de ingangen van de kanalen 1 en
3, en verbind de uitgang van het rechter kanaal via
een andere Y-kabel met de ingangen van de kana-
len 2 en 4 (zoals in figuur 4).
6.2.2 Actieve 2-kanaalwerking (figuur 4)
Bij de actieve 2-kanaalwerking met midden- en
hogetoonluidsprekers
wordt elke luidspreker door een eigen versterkerka-
naal aangestuurd. Verbind de lijnuitgangen van de
autoradio als volgt met de ingangen LINE IN (3):
Verbind de uitgang van het linker kanaal via een Y-
kabel (b.v. CBA-25/SW*) met de ingangen van de
kanalen 1 en 3, en
de uitgang van het rechter kanaal via een andere Y-
kabel met de ingangen van de kanalen 2 en 4.
6.2 Entradas
2
, p. ej. CPC-200/RT
Las entradas de línea (3) del amplificador de poten-
cia están conectadas mediante cables con conecto-
res RCA a las salidas de línea en la radio del coche
(u otra fuente de señal). Sin embargo, si la radio del
coche no está equipada con salidas de línea, las
salidas de altavoz de la radio del coche se pueden
conectar mediante un transformador audio (p. ej.
FGA-22HQ*) a las entradas de línea del amplificador
de potencia. La conexión exacta depende del modo
operativo deseado del amplificador de potencia:
6.2.1 Funcionamiento 4 canales (imagen 3)
El funcionamiento 4 canales es necesario cuando
se usan cuatro altavoces full range (altavoces 2 vías
o 3 vías). Ajuste las salidas de línea de la radio para
2
coche a las entradas LINE IN (3) como se describe
a continuación:
delantero izquierdo
delantero derecho
trasero izquierdo
trasero derecho
Si la radio del coche no está equipada con salidas
para los canales traseros, conecte la salida del canal
izquierdo mediante un cable Y (p. ej. CBA-25/SW*) a
los jacks de entrada de los canales 1 y 3 y la salida
del canal derecho mediante otro cable Y a las entra-
das de los canales 2 y 4 (como se muestra en la
imagen 4).
6.2.2 Funcionamiento 2 vías activo (fig. 4)
Para el funcionamiento 2 vías activo, los altavoces
de medios-agudos y los altavoces de bajos (kick) se
controlan cada uno mediante un canal amplificador
individual. Conecte las salidas de línea de la radio
del coche a las entradas LINE IN (3) de la manera
siguiente:
Conecte la salida de línea del canal izquierdo me-
diante un cable Y (p. ej. CBA-25/SW*) a las entra-
das de los canales 1 y 3 y
la salida del canal derecho mediante otro cable Y a
las entradas de los canales 2 y 4.
op kanaal 1
op kanaal 2
op kanaal 3
en
(kick-)basluidsprekers
a canal 1
a canal 2
a canal 3
a canal 4
6.2.3 Brugwerking (figuur 5)
Om het uitgangsvermogen te verhogen, kunnen de
kanalen 1 en 2 in brugverbinding de linker luidspreker
aansturen, en de kanalen 3 en 4 in brugverbinding de
rechter luidspreker. Verbind de lijnuitgangen van de
autoradio als volgt met de ingangen LINE IN (3):
Verbind de uitgang van het linker kanaal via een Y-
kabel (b.v. CBA-25/SW*) met de ingangen van de
kanalen 1 en 2, en
de uitgang van het rechter kanaal via een andere Y-
kabel met de ingangen van de kanalen 3 en 4.
6.2.4 3-kanaalwerking (figuur 6)
De 3-kanaalwerking dient ter ondersteuning van
twee fullrangeluidsprekers door een subwoofer. Om
voor de subwoofer een hoger vermogen te realise-
ren, worden twee kanalen in brug geschakeld. Ver-
bind de lijnuitgangen van de autoradio als volgt met
de ingangen LINE IN (3):
linker kanaal
op kanaal 1
rechter kanaal op kanaal 2
Subwoofer L
op kanaal 3
Subwoofer R
op kanaal 4
Indien de autoradio niet is uitgerust met uitgangen
voor een subwoofer-versterker, verbind dan de uit-
gang van het linker kanaal via een Y-kabel (b.v.
CBA-25/SW*) met de ingangen van de kanalen 1 en
3, en verbind de uitgang van het rechter kanaal via
een andere Y-kabel met de ingangen van de kana-
len 2 en 4 (zoals in figuur 6).
6.3 Lijnuitgangen voor bijkomende uitgangs-
versterkers
Wenst u bijkomende uitgangsversterkers in de auto-
installatie te gebruiken, dan kunnen de ingangen
ervan op de jacks LINE OUT (14) worden aangeslo-
ten. Deze jacks bevatten de signalen van de in-
gangsjacks (3).
6.2.3 Funcionamiento punteado (imagen 5)
Para aumentar la potencia de salida, los canales 1 y
2 en funcionamiento punteado pueden controlar el
altavoz izquierdo y los canales 3 y 4 en funcio-
namiento punteado el altavoz derecho. Conecte las
salidas de línea de la radio del coche a las entradas
LINE IN (3) como se describe a continuación:
Conecte la salida del canal izquierdo mediante un
cable Y (p. ej. CBA-25/SW*) a las entradas de los
canales 1 y 2 y
la salida del canal derecho mediante otro cable Y a
las entradas de los canales 3 y 4.
6.2.4 Funcionamiento 3 canales (imagen 6)
El funcionamiento 3 canales sirve para soportar dos
altavoces full range mediante un subwoofer. Para
obtener una potencia más alta para el subwoofer, se
usan dos canales en circuito punteado. Conecte las
salidas de la radio del coche a las entradas LINE IN
(3) como se describe a continuación:
canal izquierdo
a canal 1
canal derecho
a canal 2
subwoofer L (izquierdo) a canal 3
subwoofer R (derecho)
a canal 4
Si la radio del coche no está equipada con salidas
para una amplificador subwoofer, conecte la salida
del canal izquierdo mediante un Y cable (p. ej.
CBA-25/SW*) a las entradas de los canales 1 y 3 y
la salida del canal derecho mediante otro cable Y a
las entradas de los canales 2 y 4 (como se muestra
en la imagen 6).
6.3 Salidas de línea para más amplificadores
de potencia
Si tienen que insertarse adicionalmente más ampli-
ficadores de potencia en el sistema HiFi del coche,
sus entradas se pueden conectar a los jacks LINE
OUT (14). Las señales de los jacks de entrada (3)
están disponibles en estos jacks.
Publicidad
Tabla de contenido
