Flitsen Met Automatiek; Flitsen Met Handbediening - Metz MECABLITZ 60 CT-1 Manual De Instrucciones

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 43
nen en de proefflits herhalen.
De aldus bepaalde diafragmawaarde moet ook op de camera wor-
den ingesteld
Hou bij de proefflits de flitser met zijn fotosensor net zoals bij de latere
opname.

3. Flitsen met automatiek

In de functie van flitsen met automatiek meet de sensor
het onderwerp gereflecteerde licht. De flitser onderbreekt de uitstraling van
het licht na het bereiken van de vereiste hoeveelheid licht. Daardoor hoeft bij
een afstandsverandering geen nieuwe diafragmaberekening en -instelling te
worden uitgevoerd, zolang het onderwerp zich maar binnen het aangege-
ven automatiek-flitsbereik bevindt.
De fotosensor van de flitser moet op het onderwerp gericht zijn, waarheen
de hoofdreflector van de flitser ook gericht staat. De fotosensor heeft een
meethoek van 25°. De sensor meet alleen gedurende de eigen lichtafgifte
van de flitser.
Bij flitsen met automatiek beschikt de gebruiker over 6 automatiekdiafragma's.
Instelmethode voor het flitsen met automatiek:
Instelvoorbeeld:
Verlichtingsafstand: 5 m
Filmgevoeligheid: ISO 100/21°
• Camera volgens de opgaven van zijn gebruiksaanwijzing instellen.
• Flitser met hoofdschakelaar
• Stel de filmgevoeligheid in met de instelknop
De flitsafstand van 5 m veroorlooft, met inachtneming van de max. grens-
reikwijdte, de automatiekdiafragma's 11 - 8 - 5,6 - 4 - 2,8 - 2.
• Stel met het schakelaar
(afb. 3) in op een van de
automatiekdiafragma's. De minimale flitsafstand bedraagt ong. 10% van
de max. grensreikwijdte.
22
(afb. 1) het door
(Afb. 5) inschakelen.
(afb. 3) op de lampstaaf.
• Diafragma op de flitser en de camera op hetzelfde getal instellen.
Met het oog op de kleinst mogelijke scherptediepte (bij portretopnamen
gewenst) bevelen wij aan om diafragma 2 te nemen. Bij groepsfoto's waar
veel personen achterelkaar staan, bevelen wij diafragma 11 aan.
• Wacht tot de flitser opgeladen is – de aanduiding
Het onderwerp moet zich op ongeveer het derde deel van het
afstandsbereik bevinden. Daarmee heeft de elektronica voldoende
speelruimte voor de belichting, wanneer dat nodig is.
De flitsafstanden van elk automatiekdiafragma overlappen elkaar. Door
deze overlapping kan het te fotograferen onderwerp altijd in het middelste
derde deel worden geplaatst.
Voorzichtig bij zoomobjectieven !
Deze kunnen op grond van hun constructietype lichtverlies tot een hele
stop veroorzaken. Zij kunnen ook bij verschillende instellingen van de
brandpuntsafstand verschillende effectieve diafragmawaarden heb-
ben. Deze eventueel door een met de hand te corrigeren instelling van
de diafragmawaarde op de flitser compenseren !

4. Flitsen met handbediening

In deze flitsfunctie wordt de volle energie door de flitser uitgestraald. De aan-
passing aan de opnamesituatie kan door de instelling van het diafragma op
de camera worden uitgevoerd.
Wanneer de ingestelde waarde niet met de daadwerkelijke afstand overeen-
komt, moet (-en) eventueel het diafragma worden veranderd.
Instelmethode voor flitsen met handbediening:
Instelvoorbeeld:
Flitsafstand 15 m
Filmgevoeligheid: ISO 100/21°
• Stel de camera in volgens de opgaven in zijn gebruiksaanwijzing.
• Schakel de flitser via zijn hoofdschakelaar
• Stel de filmgevoeligheid met de instelhendel
(afb. 3 ) licht op.
(afb. 5) in.
(afb. 3) van de lampstaaf in.

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido