Mulch- of zijafvoer
De maaier kan ingesteld
worden op 'mulchen' of om het
gemaaide gras langs de zijkant
af te voeren.
Om te 'mulchen' mag de
afvoerklep aan de zijkant niet
gemonteerd zijn, en moet het
zijdeurtje op het maaidek
volledig gesloten zijn.
Om het gemaaide gras via het
zijdeurtje [1] af te voeren,
schakelt u de motor uit en
monteert u de afvoerklep [2] zoals getoond.
Maaihoogte
Controleer of de vier
maaihoogtehendels [1] alle
in dezelfde stand staan voor
de gewenste maaihoogte.
U kunt de maaihoogte
verstellen door elke hendel [1]
naar het wiel te duwen om hem
in een andere stand te zetten.
Als u twijfelt over de juiste
maaihoogte, begint u met een
hoge stand. Maai een klein
stukje en bekijk het resultaat.
Stel de maaihoogte vervolgens
naar wens lager in.
DE MAAIER GEBRUIKEN
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR EEN VEILIGE
Lees VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN (bladzijde 2) and VOORDAT
U GAAT MAAIEN (bladzijde 5) voordat u de gazonmaaier de eerste
keer gebruikt.
Ook al hebt u ervaring met andere maaiers, neem dan toch even de
tijd om vertrouwd te raken met de werking van deze maaier. Probeer
hem op een vlak en ruim stuk gazon, voordat u uw vaardigheden
beproeft op de moeilijker delen van uw gazon.
Uit oogpunt van veiligheid dient u de motor niet te starten of te
gebruiken in een gesloten ruimte, zoals een garage. De uitlaatgassen
van de maaier bevatten het giftige koolmonoxide dat in een gesloten
ruimte snel leidt tot ademnood, bewusteloosheid en de dood.
GEBRUIKSFREQUENTIE
Gelieve als uw apparaat gebruikt zal worden op occasionele of
periodieke basis(meer dan 4 weken tussen gebruik) het onderdeel
Brandstof te raadplegen in het hoofdstuk BERGING (bladzijde 15),
voor aanvullende informatie met betrekking tot de kwaliteitsafname
van brandstof.
[1]
[2]
[1]
[1]
NEDERLANDS
DE MOTOR STARTEN
Het mes draait wanneer u de starter bedient. De makkelijkste manier
om te starten,is: de motor op een vrije of een reeds gemaaide
oppervlakte te plaatsen zodat het mes vrij kan ronddraaien.
1. Draai de brandstofkraan [1] OPEN [2].
2. Zet de gashendel [3] in de juiste stand om te starten.
BIJ KOUDE MOTOR:
Zet de gashendel in de
CHOKE-stand
.
BIJ WARME MOTOR:
Zet de gashendel in de
SNEL-stand
.
3. Laat de
aandrijfkoppelingshendel los
Als de aandrijfkoppeling
ingeschakeld staat beweegt
de grasmaaimachine vooruit
als u de starter in werking
stelt.
4. Druk de vliegwielremhendel
[4] naar voren en houd deze
tegen de handgreep.
5. Trek licht aan de
trekstarterhandgreep [5] tot u
weerstand voelt en trek
vervolgens flink hard. Breng
de trekstarterhandgreep
langzaam terug.
Houd uw handen en voeten
tijdens het starten en laten
lopen van de motor te allen
tijde uit de buurt van het
maaidek.
Blijf de vliegwielremhendel
tegen de handgreep drukken; de motor stopt als u de hendel
loslaat.
6. Zodra de motor op bedrijfstemperatuur is gekomen, zet u de
gashendel van CHOKE
LANGZAAM
om de motor stationair te laten draaien.
[2]
[3]
[6]
op SNEL
om te gaan maaien of op
[1]
[4]
[5]
7