A
B
0/
Tijdens de procedure brandt de led (1)
op het diagnoseapparaat eerst groen,
daarna geel, vervolgens rood en
aansluitend hierop constant groen – de
zelftest is beëindigd.
Led (1) brandt constant rood: interne
storing – diagnoseapparaat vervangen.
Led (1) knippert groen: de
voedingsspanning is te laag. Controleer
of de voedingsspanning correct is en
start het apparaat opnieuw. Het
apparaat moet opnieuw worden
aangesloten op de contactdoos.
Led (2) knippert wit: apparaat is
bedrijfsklaar – geen verbinding met de
computer – verbinding controleren.
MDG 1
Diagnoseapparaat met de
computer verbinden
2
Bluetooth verbinding
1
De communicatie tussen het
diagnoseapparaat en de computer vindt
plaats via de "Bluetooth"
radioverbinding. Hiervoor op een
vrije USB poort van de computer de bij
de leveringsomvang behorende
Bluetooth USB stick gebruiken.
Leds, kleuren, betekenis
A
Lichtdiode (led) (1) Betekenis
Brandt groen,
daarna geel, ver-
volgens rood en
aansluitend hierop
constant groen:
Brandt constant
groen:
Brandt constant
rood:
Lichtdiode (led) (2) Betekenis
knippert wit:
Brandt constant
blauw:
knippert blauw:
Brandt constant
rood:
Bluetooth USB stick aansluiten en
verbinden
2
Aansluiten en automatisch verbinden
De Bluetooth USB stick wordt
automatisch herkend en verbonden.
B
0/
1
N
zelftest is
Diagnoseapparaat met computer
beëindigd
verbinden
Diagnoseapparaat pas na het
apparaat is
installeren van de STIHL
bedrijfsklaar
diagnosesoftware en de Bluetooth USB
stick met de computer verbinden.
interne storing –
diagnoseapparaat
N
vervangen
In de statusbalk wordt weergegeven
MDG 1 wird gesucht (MDG 1 wordt
gezocht)
MDG 1 gefunden (MDG 1 gevonden)
Nederlands
apparaat is
bedrijfsklaar – geen
verbinding met de
computer
bedrijfsklaar – ver-
binding met de
computer via Blue-
tooth tot stand
gebracht
dataoverdracht
vindt plaats
Bluetooth-verbin-
ding gebrekkig
Bluetooth USB stick in een vrije
USB poort aansluiten – verder met
"Diagnoseapparaat met computer
verbinden"
STIHL diagnosesoftware starten
185