7. Proefdraaien
[Uitgangspatroon B] Fouten gedetecteerd door andere apparaten dan het binnenapparaat (buitenapparaat, enz.)
Afstandsbediening
Draadloze afstandsbediening
Pieptonen/knipperingen
(aantal malen)
1
E9
2
UP
3
U3, U4
4
UF
5
U2
6
U1, Ud
7
U5
8
U8
9
U6
10
U7
11
U9, UH
12
—
13
—
14
Andere
*1 Er zijn geen fouten geregistreerd indien de signaalgever niet na de eerste twee pieptonen klinkt om te bevestigen dat het zelf-controlesignaal was ontvangen
en het werkingsindicatielampje niet is gaan branden.
startsignaal van de zelfcontrole was ontvangen, is het aangegeven koelstofadres verkeerd.
• Draadloze afstandsbediening
De ononderbroken zoemergeluiden zijn afkomstig uit het ontvangstgedeelte van het binnenapparaat.
Het knipperen van het bedieningslampje.
• Afstandsbediening met snoer
Controleer de code die in het LCD-scherm wordt weergegeven.
• Indien het apparaat niet op de juiste manier kan worden bediend nadat het bovenstaande proefdraaien is uitgevoerd, dient u de onderstaande tabel te raadplegen om de
oorzaak weg te nemen.
Afstandsbediening met draad
PLEASE WAIT
PLEASE WAIT
Foutcode
Schermberichten verschijnen niet
terwijl de bedieningsschakelaar is
ingeschakeld (bedieningslampje
licht niet op).
Bij een draadloze afstandsbediening zoals hierboven beschreven, is het volgende van toepassing:
• Er worden geen signalen van de afstandsbediening geaccepteerd.
• De OPERATION-lamp knippert.
• De zoemer maakt een kort piepend geluid.
Opmerking:
Bediening is niet mogelijk gedurende ongeveer 30 seconden na het annuleren van de functieselectie. (Juiste werking)
Raadpleeg de onderstaande tabel voor een beschrijving van de LED's (LED 1, 2, 3) op het bedieningspaneel binnen.
LED 1 (spanning voor microcomputer)
LED 2 (spanning voor afstandsbediening)
LED 3 (communicatie tussen binnen- en buitenapparaat)
52
med draad
Controlecode
Communicatiefout binnen-/buitenapparaat (zendfout) (buitenapparaat)
Overstroomonderbreking compressor
Thermistors van het buitenapparaat geopend/kortgesloten
Overstroomonderbreking compressor (bij vergrendelde compressor)
Abnormaal hoge uitstoottemperatuur/49C-werking/onvoldoende koelstof
Abnormaal hoge druk (63H-werking)/oververhittingsbeveiliging aangesproken
Abnormale temperatuur van het koellichaam
Beveiligingsstop van de ventilator van het buitenapparaat
Overstroomonderbreking compressor/afwijking van de voedingsmodule
Te sterke verwarming door te lage afvoertemperatuur
Afwijking zoals te hoge of te lage spanning of afwijkend synchroon signaal
naar het netvoedingscircuit/stroomsensorfout
—
—
Andere fouten (Zie de technische handleiding voor het buitenapparaat.)
Symptoom
LED 1, 2 (PCB in outdoor unit
Gedurende
Na het oplichten van LED 1 en 2, wordt
ongeveer 2 minuten
LED 2 uitgeschakeld, en blijft alleen LED 1
na het inschakelen
oplichten. (Juiste werking)
Alleen LED 1 licht op.
Nadat ongeveer 2
knipperen.
minuten zijn
verstreken na het
inschakelen
Alleen LED 1 licht op.
tweemaal, LED 2 knippert eenmaal.
Geeft aan of er spanning voor de bediening wordt geleverd. Zorg ervoor dat deze LED brandt.
Geeft aan of er spanning aan de afstandsbediening wordt geleverd. Deze LED brandt alleen
wanneer het binnenapparaat is aangesloten op het koeleradres "0" van het buitenapparaat.
Geeft de toestand van de communicatie tussen de binnen- en buitenapparaten aan. Zorg ervoor
dat deze LED altijd knippert.
Symptoom
•Gedurende ongeveer 2 minuten na het inschakelen is het
gebruik van de afstandsbediening niet mogelijk vanwege het
opstarten van het systeem. (Juiste werking)
•Het aansluitstuk voor het beschermingsapparaat van het
buitenapparaat is niet aangesloten.
LED 1 en 2
Draai de fasebedrading om of open deze bij het aansluitblok
(L1, L2, L3) van het buitenapparaat.
•Onjuiste bedrading tussen het binnen- en buitenapparaat
LED 1 knippert
(onjuiste polariteit van S1, S2, S3)
•Snoer van de afstandsbediening is te kort.
Opmerking
Zie voor nadere informatie het
LED-display van de besturing-
skaart van het buitenapparaat.
Oorzaak