De van folie voorziene oppervlakken kunnen worden gereinigd met een normale glasreiniger en een spons, een doek of
een papieren handdoek. Gebruik geen schoonmaakmiddel dat schuurmiddelen, sterke zure of bijtende stoffen bevat.
Vettige aanslag van sigaretten- of oliedampen kunnen wanneer deze niet worden verwijderd de anti-condens eigen-
schappen van deze folie verminderen. Vetaanslag moeten worden verwijderd met behulp van een vetvlekverwijderaar.
REINIGEN VAN DE KAST
1) Reinig wekelijks alle buitenste delen van de kast met behulp van enkel een zachte, droge doek. Reinig deze nooit met
behulp van ontvlambare of bijtende schoonmaakmiddelen, alcohol, aceton of oplosmiddelen.
REINIG DE KAST NOOIT MET EEN HOGEDRUKSPUIT. Reinig de glasoppervlakken enkel met behulp van glasreini-
gingsproducten. Het gebruik water op glas wordt niet aanbevolen, aangezien dit kalkaanslag kan veroorzaken.
2) Houd de binnenoppervlakken perfect schoon. Als onderdeel van de interne reiniging, de kast ontdooien zodra de dikte
van de ijslaag op de wanden meer is dan 5 mm, aangezien dit de prestaties van de kast nadelig kan beïnvloeden. De kast
kan echter eerder ontdooid worden als dit voor de uitstalling van de levensmiddelen wordt aanbevolen. Ga als volgt te
werk:
a) Maak de kast leeg, bewaar de inhoud ervan in koelcellen of diepvrieskisten die geschikt zijn voor de vereiste bewaar-
temperatuur.
b) Verwijder de stekker van de kast uit het stopcontact.
c) Wacht totdat de kast de omgevingstemperatuur heeft bereikt en de wanden volledig ijsvrij zijn. Probeer het proces niet
te bespoedigen door gebruik van metalen of scherpe gereedschappen die de wanden kunnen beschadigen.
d) Reinig voorzichtig de binnenzijde van de kast met lauw water en zachte zeep, veeg vervolgens goed droog met een
zachte doek.
e) Wanneer de binnenste oppervlakken perfect droog zijn (dit controleren en zoniet, deze langer laten drogen), de deuren
sluiten en de kast weer opstarten.
f) Laad na ongeveer drie uur de producten terug in de kast.
3) Reinig de condensor tenminste elke 30 dagen met een harde niet-metalen borstel en verwijder stof en vuil van tussen
de vinnen. De condensor bevindt zich bovenop de kast. Een verontreinigde condensor koelt minder en veroorzaakt zo
energieverlies en slechte prestaties. Draag bij het reinigen van de condensor zware werkhandschoenen.
Wanneer de kast uit bedrijf wordt genomen, de stroomvoorziening loskoppelen en bovenstaande stappen volgen, echter
de deuren open laten staan om onaangename luchtjes te voorkomen.
Alle overige onderhoudswerkzaamheden die hierboven niet zijn beschreven moeten uitgevoerd worden door de officiële
klantenservice of deskundig personeel.
10. NOODSITUATIES
1) De kast start niet of blijft niet aan:
• er kan een stroomonderbreking zijn;
• controleer dat de wandveiligheidsschakelaar AAN staat;
• kijk of de stekkers van de kast goed zijn ingestoken.
Als de stroomuitval niet het gevolg is van bovengenoemde oorzaken, onmiddellijk contact opnemen met de dichtstbijzijn-
de klantenservice, de kast leegmaken en de levensmiddelen in koelcellen of diepvrieskisten bewaren waarbij de bewaar-
temperatuur gehandhaafd blijft.
2) De kast koelt niet voldoende:
• controleer dat de deuren niet open of op een kier staan;
• kijk of de kast correct is ingeladen, d.w.z. dat de laadgrenslijn niet is overschreden;
• controleer dat de dikte van de ijslaag in de kast niet meer is dan 5 mm; is dit het geval, de kast ontdooien zoals aange-
geven in het vorige hoofdstuk;
• zorg ervoor dat de kast niet wordt blootgesteld aan warmtebronnen of tocht;
• zorg ervoor dat de levensmiddelen reeds zijn diepgevroren wanneer deze in de vriezer worden geplaatst (-18°C);
• controleer de horizontaalstand van de kast met behulp van een waterpas; let erop dat de omgevingscondities ove-
reenkomen met de vereisten op pagina 7.
Neem contact op met het dichtstbijzijnde klantenservicecentrum als de kast als gevolg van een van bovengenoemde oor-
zaken niet voldoende koelt.
Als blijkt dat de storing het gevolg is van een defect aan de kast, is het absoluut noodzakelijk de levensmiddelen te verwij-
deren en in lage-temperatuur koelcellen of diepvrieskisten op te slaan waarbij de vereiste bewaartemperatuur
gehandhaafd blijft.
3) De kast maakt lawaai:
• controleer dat alle schroeven en bouten goed zijn vastgedraaid;
101