4. Installeren van de koelstofleidingen
4.7. Voorzorgen bij gebruik van bestaande R22-koelstofpijpen
• Raadpleeg het stroomschema hieronder om te bepalen of de bestaande pijpen kunnen worden gebruikt of het gebruik van een filterdroger vereist is.
• Als de diameter van de bestaande pijpen afwijkt van de specificaties, raadpleeg dan de technische gegevens om te controleren of de pijpen kunnen worden gebruikt.
De dikte van de bestaande pijpen voldoet aan de
specificaties en de pijpen zijn niet beschadigd.
Controleer of de bestaande airconditioner werkt.
Laat het koelsysteem ongeveer 30 minuten
werken en win vervolgens de koelstof terug.
Koppel de bestaande airconditioner los van de
pijpen.
Sluit de nieuwe airconditioner aan
Test op luchtdichtheid, ontlucht het systeem,
vul koelstof bij (indien nodig) en controleer op
gaslekkage.
<Begrenzingen van de koelstofpijpinstallatie>
ZM200, 250
: A+B+C(+D)(+E) [ 100 m
M200, 250
: A+B+C(+D)(+E) [ 70 m
* "D" geldt voor drievoudig.
* "E" geldt voor viervoudig.
5. Installatie van Draineerbuizen
Aansluiting van de draineerleidingen van het buitenapparaat
Wanneer een afvoerleiding benodigd is, moet u een aftapbus of een afvoervat (optioneel) gebruiken.
ZM200, 250/M200, 250
Aftapbus
PAC-SG61DS-E
Afvoervat
PAC-SH97DP-E
Meet de dikte van de bestaande pijpen en
controleer deze op beschadigingen.
* Als de bestaande airconditioner niet werkt,
maak dan gebruik van een terugwinapparaat
voor het terugwinnen van de koelstof.
* Reinig de pijpen voor ZM200, 250/M200, 250-
modellen als er bestaande pijpen zijn gebruikt
voor gas-op-olie-verwarmingspompsystemen.
Terugplaatsing
* Raadpleeg 7.2.
A Binnenapparaat
B Buitenapparaat
C Meervoudige verdeelpijp (optie)
D Hoogteverschil (binnenappa-
raatbuitenapparaat) Max. 30 m
E Hoogteverschil (binnenappa-
raatbuitenapparaat) Max.1 m
A: Hoofdpijpen
B, C, D, E: Verdeelpijpen
Fig. 4-10
De dikte van de bestaande pijpen voldoet niet
aan de specificaties of de pijpen zijn beschadigd.
De bestaande pijpen kunnen niet worden
hergebruikt.
Gebruik nieuwe pijpen.
4.8. Voor twee-/drie-/viervoudige combinaties (Fig. 4-10)
• Indien dit apparaat wordt gebruikt als een MULTI-SPLIT-apparaat, brengt u de
koelvloeistofpijpen aan met de beperkingen zoals aangegeven in de linkeraf-
beelding. Indien de beperkingen worden overschreden, of als er combinaties van
binnen- en buitenapparaten zijn, verwijzen wij u voor installatiedetails naar de
installatieaanwijzingen voor het binnenapparaat.
Toegestane totale
Buitenapparaat
pijplengte
A+B+C+D+E
ZM200
100 m of minder
ZM250
M200
70 m of minder
M250
| B-C | of | B-D | of
Buitenapparaat
| B-E | of | C-D | of
| C-E | of | D-E |
ZM200, 250
8 m of minder
A+B of A+C
Pijplengte zonder
of
vulling
A+D of A+E
A+B+C+D+E
100 m of minder
30 m of minder
70 m of minder
30 m of minder
Aantal bochten
Maximaal 15
11
nl