Trek de stekker nooit met het snoer uit het stop-
contact.
In geval van ongeoorloofd of verkeerd gebruik of
van herstelling door een niet-gekwalificeerd per-
soon vervalt de garantie bij eventuele schade.
Verwijder het stof met een droge doek. Gebruik
zeker geen chemicaliën of water.
Wanneer het mengpaneel definitief uit bedrijf
genomen wordt, bezorg het dan voor verwerking
aan een plaatselijk recyclagebedrijf.
3
Toepassingen
Het stereo-disco-mengpaneel MPX-500 met vier
stereo-ingangskanalen en een DJ-microfoonkanaal
is geschikt voor diverse professionele DJ-toepassin-
gen of voor gebruik thuis. Het mengpaneel kan
gebruikt worden als alleenstaande module of kan in
een console ingebouwd worden
4
Het mengpaneel aansluiten
Schakel het mengpaneel en alle andere audio-appa-
ratuur uit, alvorens het mengpaneel aan te sluiten of
aansluitingen te wijzigen.
1) Sluit de geluidsbronnen aan op de overeenkom-
stige ingangen op de achterzijde van het meng-
paneel:
LINE resp. CD/LINE (26) voor de aansluiting van
maximaal zes toestellen met lijnniveau zoals CD-
speler, cassettedeck of minidisk-recorder
PHONO (25) voor de aansluiting van maximaal
twee platenspelers op magnetisch systeem
DJ MIC op het frontpaneel (1) of aan de achter-
zijde (27) voor de aansluiting van een DJ-mono-
microfoon; bij aansluiting van een microfoon op
de jack aan de achterzijde van het toestel wordt
de XLR-jack op het frontpaneel uitgeschakeld.
2) Sluit de versterker aan op de uitgangsjacks
MASTER (23).
Para limpiarlo, utilizar un trapo seco y blando, en
ningún caso, productos químicos o agua.
Una vez el aparato es retirado definitivamente del
circuito de distribución, debe depositarse en una
fábrica de reciclaje adaptada.
3
Posibilidades de utilización
La mesa de mezclas estéreo disco MPX-500 tiene
4 entradas estéreo y un canal micro DJ, ideal para
cualquier aplicación de DJ privada o profesional.
Puede ponerse directamente encima de una mesa o
instalarse en un atril.
4
Conexiones
Para efectuar cualquier conexión o modificación,
vigilar a desconectar primeramente la mesa y todos
los aparatos conectados.
1) Conectar las fuentes a las tomas de entrada de la
parte posterior de la mesa de mezclas:
LINE o CD/LINE (26): conexión de 6 aparatos
como máximo de nivel Line (por ejemplo, lector
CD, magnetófono a cassette, grabador de
minidisc)
PHONO (25): conexión de 2 giradiscos como
máximo de sistema magnético
DJ MIC en la parte delantera (1) o en la parte
posterior (27): conexión de un micro mono DJ;
cuando está conectado un micro DJ a la toma jack
6,35 (27) situada en la parte posterior, la toma
XLR de la parte delantera está desconectada.
2) Conectar el amplificador a las tomas de salida
MASTER (23).
3) Si hay un sistema monitor, conectar la entrada del
sistema monitor a las tomas BOOTH (24).
4) Se puede conectar un magnetófono para graba-
ción a las tomas de salida REC (22) para efectuar
grabaciones: el nivel es independiente de la posi-
ción del potenciómetro (19) y de la del potenció-
metro BOOTH LEVEL (20).
3) Indien er een monitorinstallatie voorhanden is,
dient de ingang hiervan met de BOOTH-aansluit-
ingen (24) verbonden te worden.
4) Sluit voor eventuele geluidsopnames een opname-
toestel aan op de uitgangsjacks REC (22). Het
opnameniveau is onafhankelijk van de regelaars
MASTER (19) en van de toets BOOTH LEVEL
(20).
5) Voor een optimale verlichting van het mengpaneel
kunt u op de LAMP-jack (5) een zwanenhalslamp
(12 V/max. 5 W), bv. GNL-405 van MONACOR
aansluiten. De lamp wordt met het mengpaneel
in- en uitgeschakeld.
6) Voor de faderstart van stuurbare platen- en CD-
spelers dient u de stuuringangen van deze toe-
stellen telkens met de overeenkomstige START/
PAUSE- (29) resp. CONTROL-jack (30) te verbin-
den. Zie ook hoofdstuk 5.7 "Faderstart van platen-
en CD-spelers".
7) Plug ten slotte de netstekker in een stopcontact
(230 V~/50 Hz).
5
Werking
Plaats de masterregelaar MASTER (19) en de
BOOTH LEVEL-regelaar (20) in de minimumstand,
alvorens het mengpaneel in te schakelen. Zo ver-
mijdt u inschakelploppen. Schakel vervolgens het
mengpaneel in met behulp van de POWER-schake-
laar (6). Ter controle licht de LED (4) op. Schakel
daarna de aangesloten apparatuur in.
5.1 Basisinstelling van de ingangskanalen
1) Plaats vóór de eerste ingebruikname alle GAIN-
regelaars (8), alle balansregelaars (21) en alle
equalizers (9) in de middelste stand.
2) Selecteer met de ingangsschakelaars (2 + 3) de
aangesloten signaalbronnen.
3) Voor de niveauregeling van de ingangskanalen
plaatst u de masterregelaar (19) in een stand die
2
ongeveer
/
van het maximum bedraagt, bijvoor-
3
beeld in stand 7.
5) Se puede conectar una lámpara de cuello de
cisne a la toma LAMP (5) (12 V/5 W max.), por
ejemplo GNL-405 de la gama MONACOR. La
lámpara se ilumina/apaga con la mesa de mez-
clas.
6) Para un arranque eléctrico del giradiscos o de lec-
tores CD (arranque por fader), conectar las entra-
das de mando de estos aparatos a la toma
START/PAUSE (29) correspondiente o a la toma
CONTROL (30) de la mesa (ver capítulo 5.7
"Arranque eléctrico de giradiscos y de lectores
CD").
7) Se puede entonces conectar el cable de red a una
toma 230 V~/50 Hz.
5
Funcionamiento
Antes de conectar la mesa de mezclas, vigilar en
poner los potenciómetros (19) y BOOTH LEVEL (20)
al mínimo de manera que se evite cualquier fuerte
ruido a la hora de su conexión. Conectar seguida-
mente la mesa mediante el interruptor POWER (6),
el diodo (4), testigo de funcionamiento, se ilumina.
Se puede entonces conectar los demás aparatos.
5.1 Reglajes de base de los canales
1) Después de la primera utilización de la mesa,
poner los potenciómetros GAIN (8), el ecualizador
(9) y el reglaje de balance (21) en la posición
media.
2) Seleccionar las fuentes conectadas mediante los
selectores de entrada (2 + 3).
3) Para regular el nivel de los canales de entrada,
poner el potenciómetro (19) a
máximo, p. ej. en la posición 7.
4) Girar los dos selectores ASSIGN (16 +18) hacia la
posición "0".
5) Poner los potenciómetros (13) de los canales 2 a
4 en la posición "0". Regular el canal 1 mediante
su potenciómetro. La regulación es óptima
cuando, debido a pasos fuertes, el diodo verde
0 dB del VU-metro (7) se ilumina brevemente.
4) Draai de beide instelschakelaars ASSIGN (16 +
18) in de stand "0".
5) Schuif de faders (13) van de kanalen 2–4 in de
stand "0". Moduleer het kanaal met behulp van de
fader van het kanaal 1. De optimale uitsturing is
bereikt, wanneer tijdens de luidste passages de
groene LED-weergave voor 0 dB (7) kort oplicht.
De schuifregelaar moet zich na de niveaurege-
ling in ongeveer
bevinden, zodat het regelgebied voor in- en uit-
mengen voldoende groot is. Indien dit niet het
geval is, dient u het ingangsniveau met de GAIN-
regelaar (8) aan te passen
6) Stel voor kanaal 1 het klankbeeld in met de equa-
lizers (9). Door instelling van de drie equalizers
kunnen de lage en hoge tonen en de middento-
nen met maximaal 12 dB versterkt en met maxi-
maal 26 dB (!) gedempt worden. Wanneer de
regelaars zich in de middelste stand bevinden,
blijft de frequentiecurve ongewijzigd.
7) Plaats de fader van het kanaal 1 in de stand "0",
en herhaal de instelling van niveau en klank voor
de kanalen 2–4.
8) Stel voor de masteruitgang MASTER (23) de bal-
ans in met behulp van de regelaar MASTER
BALANCE (21).
5.2 Mengen tussen twee kanalen
1) Selecteer met behulp van de instelschakelaar
ASSIGN A (16) het kanaal dat op de "A"-zijde van
de crossfader (17) geschakeld moet worden en
met de schakelaar ASSIGN B (18) het kanaal voor
de "B"-zijde.
2) Plaats de faders (13) van de ongebruikte kanalen
in de stand "0", en stuur met de andere kanaal-
faders de ingangskanalen uit overeenkomstig de
LED-niveauweergaven (10).
3) Met de crossfader (17) kunt u nu tussen twee
kanalen in- en uitmengen.
Door gebruik te maken van de vier ingangs-
keuzeschakelaars (2 + 3), de vier kanaalfaders
(13) en beide instelschakelaars (16 +18) kan
Despues del reglaje del nivel, el potenciómetro
debe estar a
realizar un fundido. Si este no es el caso, adaptar
el nivel de entrada mediante el potenciómetro
GAIN (8) correspondiente.
6) Regular, para el canal 1, la tonalidad mediante los
potenciómetros (9). Se puede aumentar de 12 dB
o disminuir de 26 dB (!) los graves, medios, agu-
dos. Cuando los potenciómetros están en la posi-
ción media, no hay modificación de la banda de
frecuencia.
7) Pulsar el potenciómetro del canal 1 hacia la posi-
ción "0" y repetir los reglajes precedentes para los
canales 2 hasta 4.
8) Para la salida MASTER (23), regular el balance
mediante el potenciómetro MASTER BALANCE
(21).
5.2 Fundido entre dos canales
1) Mediante el selector ASSIGN A (16), seleccionar
el canal que debe estar conectado en la cara "A"
del fundido (17) y el canal para la cara "B" medi-
ante el selector ASSIGN B (18).
2) Poner los potenciómetros (13) de los canales no
utilizados en la posición "0"; con los demás poten-
ciómetros, regular los canales de entrada en fun-
ción del VU-metro (10).
3) Efectuar el fundido mediante el potenciómetro
(17) entre los dos canales seleccionados.
Cuando se utilizan los cuatro selectores de en-
trada (2 + 3), los cuatro potenciómetros (13) y los
dos selectores de atribución (16 +18), es siempre
2
/
aprox. del
3
posible seleccionar otro canal para efectuar un
fundido: es entonces posible realizar un fundido
entre 8 aparatos conectados como máximo.
5.3 Mezcla de fuentes
1) Para mezclar las fuentes, desconectar la función
fundido (17). Para hacerlo, girar los dos selec-
tores ASSIGN (16 +18) hacia la posición "0".
2
/
van de maximumwaarde
3
2
/
aprox. del máximo para poder
3
NL
B
E
11