5 Aansluiting van de versterker
De aansluitingen mogen enkel worden uitgevoerd bij
een uitgeschakeld toestel!
1) Verbindt de uitgang van een voorversterker of
een mengpaneel met de cinch of 6,3 mm ingangs-
pluggen INPUT (9). Het ingangssignaal moet lijn-
niveau hebben.
2) Het maximale uitgangsvermogen wordt bereikt
bij de aansluiting van 4 Ω-luidsprekers. Het is
ook mogelijk om 8 Ω-luidsprekers aan te sluiten,
hoewel het uitgangsvermogen licht zal dalen. De
luidsprekers moeten een RMS-vermogen hebben
van tenminste:
4 Ω-luidspreker: 160 W
8 Ω-luidspreker: 125 W
Verbindt de luidsprekers met de 6,3 mm jack of met
de veerklemmen OUTPUT (10). Let bij gebruik van
de veerklemen op de correcte polariteit.
De aansluitingsmogelijkheden voor diverse luid-
sprekers met één kanaal vindt u terug op de figu-
ren 4 tot 7. Bij aansluiting van diverse luidspre-
kers is het in het bijzonder belangrijk om erop te
letten dat de juiste polariteit gebruikt wordt en dat
de totale impedantie tenminste 4 Ω bedraagt.
3) Verbind de versterker tenslotte via een netsnoer
met de netstroom (230 V~/50 Hz). Draai de rege-
laars (1 en 2) volledig naar links tot in de nulstand,
alvorens de versterker in te schakelen.
6 Werking
6.1 In- en uitschakelen
Om luide schakelploppen te vermijden, schakelt u de
versterker steeds als laatste onderdeel van het ver-
sterkersysteem aan. Op dezelfde manier schakelt u
op het einde altijd eerst de versterker uit. Na het
inschakelen licht de PROTECTION-LED (4) op ge-
durende ongeveer 3 seconden. Gedurende deze tijd
wordt de soft start geactiveerd als bescherming van
de luidsprekers.
5 Conexiones
Todas las conexiones deben afectuarse con el apa-
rato desconectado.
1) Conectar la salida de una mesa de mezclas o de
un pre-amplificador a las tomas INPUT (9), jack o
RCA. La señal de entrada debe tener un nivel
Line.
2) La potencia máxima de salida se obtiene con los
altavoces en 4 Ω. Se pueden conectar también
altavoces de 8 Ω, la potencia de salida bajará un
poco. La potencia RMS de los altavoces debe ser
como mínimo:
altavoces en 4 Ω: 160 W
altavoces en 8 Ω: 125 W
Conectar a las tomas OUTPUT (10), jack o bor-
nes, los altavoces. Si se utilizan los bornes,
conectar el conductor marcado del cable altavoz
al borne rojo.
Los esquemas 4–7 representan las posibilidades
de conexión de varios altavoces a un canal:
cuando se conectan juntos varios altavoces, es
conveniente de verificar bien las conexiones de
los bornes positivo y negativo; la impedancia total
debe ser como mínimo de 4 Ω.
3) Conectar finalmente el amplificar a una toma de
corriente (230 V~/50 Hz), antes de la primera
puesta en funcionamiento, poner los potencióme-
tros (1+ 2) a cero (a la izquierda).
6 Utilización
6.1 Marcha / Paro
Para evitar un ruido fuerte al conectarlo, conectar el
amplificador después los otros aparatos conectados,
apagarlo en primer lugar. El diodo PROTECT (4) se
ilumina durante 3 segundos aprox. después de
ponerlo bajo tensión, el temporizador de conexión
(protección de los altavoces) se ilumina.
6.2 Instelling van het niveau
Draai de regelaars (1+ 2) slechts zo ver open als
nodig is, totdat het gewenste maximale volume
bereikt is. De rode CLIP-LED (3) geeft overbelasting
van de versterker aan. Draai in dit geval de niveau-
regelaars eventjes terug.
Opgelet! Zet nooit het volume van de versterker
uitzonderlijk hoog. Langdurige bloot-
stelling aan hoge volumes kan het ge-
hoor beschadigen! Het gehoor raaktaan-
gepast aan hoge volumes die na een
tijdje niet meer zo hoog lijken. Verhoog
daarom het volume niet nog meer, nadat
u er gewend aan bent geraakt.
7 Beveiligingscircuit
Het beveiligingscircuit moet beschadiging van de
luidsprekers en de versterker voorkomen. Bij activer-
ing van het beveiligingscircuit licht de rode PRO-
TECT-LED (4) op:
1. gedurende ongeveer 3 seconden na het inscha-
kelen (soft start)
2. bij een DC-signaal aan een luidsprekeruitgang (10)
3. bij kortsluiting van een luidsprekeruitgang
4. bij oververhitting van de versterker
Wanneer de PROTECT LED tijdens de werking
oplicht of wanneer ze na inschakeling van de verster-
ker blijft branden, dient de versterker uitgeschakeld
en de oorzaak van het defect verholpen te worden.
6.2 Regulación de los niveles
Girar los potenciómetros (1+ 2) hasta obtener el
volumen deseado; los diodos rojos CLIP (3) indican
sobrecarga, en este caso, girar los potenciómetros
hacia la izquierda para disminuir el volumen.
¡Atención! No regular el volumen del amplificador
muy alto. Un volumen demasiado ele-
vado puede, a la larga, generar daños
de la audición. La oreja humana se
acostumbre a volúmenes elevados y
no los percibe como tal a la larga. Os
aconsejamos de ajustar el volumen y
no modificarlo más.
7 Circuitos de protección
El circuito de protección permite proteger el amplifi-
cador y los altavoces; cuando se ha activado, el
diodo rojo PROTECT (4) se ilumina:
1. durante 3 segundos aprox. después de la puesta
bajo tensión (temporización de conexión)
2. en caso de presencia de tensión continua a una
de las salidas altavoces (10)
3. en caso de cortocircuito a una de las salidas alta-
voz
4. en caso de sobrecarga del amplificador
Si el diodo PROTECT se ilumina durante el funcio-
namiento o si no se apaga al final de la temporiza-
ción, debe desconectarse el amplificador y resolver
el problema.
8 Technische gegevens
Uitgangsvermogen RMS volgens IEC 65 en IEC 1305
Stereo 4 Ω: . . . . . . . . . . . . 2 x 160 W
Stereo 8 Ω: . . . . . . . . . . . . 2 x 125 W
Max. uitgangsvermogen: . . . 2 x 200 W
Ingangsniveau: . . . . . . . . . . 0,775 V (0 dB)
Ingangsimpedantie: . . . . . . . 20 kΩ
Frequentiebereik: . . . . . . . . . 10–20 000 Hz
Signaal/Ruis-verhouding: . . > 60 dB
Overspraak: . . . . . . . . . . . . . > 35 dB
THD: . . . . . . . . . . . . . . . . . . < 0,5 %
Voedingsspanning: . . . . . . . 230 V~/50 Hz/650 VA
Afmetingen (B x H x D): . . . . 482 x 95 x 370 mm,
2 HE
Gewicht: . . . . . . . . . . . . . . . . 14 kg
Opgemaakt volgens de gegevens van de fabrikant.
Deze behoudt zich het recht voor de technische
gegevens te veranderen.
8 Características técnicas
Potencia de salida RMS, normas IEC 65 y IEC 1305
estéreo 4 Ω: . . . . . . . . . . . 2 x 160 W
estéreo 8 Ω: . . . . . . . . . . . 2 x 125 W
Potencia de salida máxima: . 2 x 200 W
Nivel de entrada: . . . . . . . . . 0,775 V, 0 dB
Impedancia de entrada: . . . . 20 kΩ
Banda pasante: . . . . . . . . . . 10–20 000 Hz
Relación señal/ruido: . . . . . . > 60 dB
Atenuación: . . . . . . . . . . . . . > 35 dB
Tasa de distorsión: . . . . . . . . < 0,5 %
Alimentación: . . . . . . . . . . . . 230 V~/50 Hz/650 VA
Dimensiones (L x A x P): . . . 482 x 95 x 370 mm,
2 U
Peso: . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 kg
Características según fabricante.
Reservado cualquier derecho de modificación.
NL
B
E
9