Problemen oplossen
Verhelpen van storingen van de zitmaaier
PROBLEEM
De motor wil niet
aanslaan of starten.
Motor start moeilijk of
loopt niet goed.
Kloppende motor.
Overdreven olieverbruik.
Motoruitlaat is zwart.
De motor loopt, maar de
maaier wil niet rijden.
26
ZOEK NAAR
Rijsnelheidshendels staan niet in
de stand STARTEN/PARKEN.
PTO-schakelaar (elektrische
koppeling) staat in de stand AAN
("ON").
Geen brandstof meer.
De parkeerrem is losgezet
De brandstofafsluiter is dicht
(indien aanwezig)
Motor verzopen.
Benzine is oud of verschaald.
De polen van de batterij moeten
worden schoongemaakt.
De batterij is leeg of stuk.
Bedrading los of defect.
Solenoïde of startmotor defect.
Schakelaar
veiligheidsvergrendelsysteem
werkt niet.
Ontstekingsbougie(s) defect of
vuil, of elektrodenafstand onjuist.
Water in brandstof.
Stroomonderbreker geactiveerd.
Te rijk brandstofmengsel.
Bougie defect of vuil, of
elektrodenafstand onjuist.
Brandstoffilter vuil.
Laag oliepeil.
Verkeerde oliekwaliteit gebruikt.
De motor raakt oververhit.
Verkeerde oliekwaliteit gebruikt.
Te veel olie in oliecarter.
Vuile luchtfilter.
Choke in gesloten stand.
Transmissie(s) gedeactiveerd.
Aandrijfriem is gebroken.
Aandrijfriem slipt.
Rem is niet geheel los.
Intern transmissieprobleem.
OPLOSSING
Vergrendel de rijsnelheidshendels in de stand STARTEN/PARKEN.
Zet de schakelaar in de stand UIT.
Als de motor warm is, laat u hem afkoelen en vult u vervolgens
brandstof bij.
Activeer de parkeerrem.
Open de brandstofafsluiter.
Open de choke.
Tap de brandstof af en vul de tank met nieuwe brandstof.
de accupolen schoonmaken.
Opladen of vervangen.
Raadpleeg een erkende dealer.
Raadpleeg een erkende dealer.
Raadpleeg een erkende dealer.
Maak schoon, corrigeer elektrodenafstand of vervang. (Zie
handleiding motor.)
Tap de brandstof af en vul de tank met nieuwe brandstof.
Raadpleeg een erkende dealer.
Maak luchtfilter schoon. Controleer de choke.
Maak schoon, corrigeer elektrodenafstand of vervang. (Zie
handleiding motor.)
Vervang de brandstoffilter.
Controleer oliepeil en voeg olie toe indien nodig.
Zie handleiding van motorleverancier.
Controleer de koelribben van de motor, het aanjagerrooster en het
luchtfilter.
Zie handleiding van motorleverancier.
Tap overtollige motorolie af.
Vervang de luchtfilter (Zie handleiding motor.)
Open de choke.
Ontgrendel terugtrekstang(en).
Raadpleeg een erkende dealer.
Raadpleeg een erkende dealer.
Raadpleeg een erkende dealer.
Raadpleeg een erkende dealer.