50
Gebruik het apparaat niet voor de reiniging
van drukvaten, bakken die met vloeistof gevuld
zijn of van bakken waarvan u de inhoud niet
kent. Er bestaat barst- en explosiegevaar.
Laat het hete apparaat en toebehoren af-
koelen, voordat u deze aanraakt. Draag het
apparaat alleen aan de draaggreep.
Let erop, dat u het apparaat niet te lang op
één plek of met een vochtige of natte microve-
zelpad gebruikt. Anders kan de ondergrond
beschadigd raken. Zorg tijdens en na de reini-
gingswerkzaamheden voor goede ventilatie.
Als u er niet zeker van bent, of uw vloer ge-
schikt is voor stoomreiniging, vraag dan steeds
eerst na bij de fabrikant en laat hem de besten-
digheid bevestigen. Anders kan de ondergrond
beschadigd raken. Test het apparaat op een
afgedekte plek.
m.b.t. de stroomvoorziening
Het apparaat loopt op elektrische stroom. Daarbij
bestaat altijd het gevaar van een elektrische schok.
Let daarom op het volgende:
Richt de stoomstraal nooit op apparaten, die
elektronische componenten bevatten, zoals het
binnenste van een bakoven. Houd de stoom-
straal buiten bereik van stopcontacten en het
stroomsnoer. Stopcontacten en stroomsnoer
mogen niet met hitte of stoom in contact ko-
men. Anders kan het stroomsnoer beschadigd
raken, wat tot een elektrische schok kan leiden.
Dompel het apparaat nooit in water of an-
dere vloeistoffen.
Vul de watertank uitsluitend na de beëindi-
ging van het reinigingsproces en nadat de
netstekker uitgetrokken is. Vul de watertank
NL
voorzichtig met de maatbeker. Let erop, dat
andere onderdelen van het apparaat droog
blijven.
Trek na het gebruik en voor het gebruiker-
sonderhoud de stekker uit het stopcontact.
Transporteer het apparaat nooit aan het
stroomsnoer. Rol het stroomsnoer voor gebruik
volledig af.
Trek altijd direct aan de stekker als u het
stroomsnoer uit het stopcontact wilt trekken.
Trek nooit aan het stroomsnoer.
Zorg ervoor dat het stroomsnoer niet knikt,
nergens klem komt te zitten, er niet overheen
wordt gereden, niet met hittebronnen in aanra-
king komt of struikelgevaar vormt.
Controleer het stroomsnoer op eventuele be-
schadigingen voordat u het gebruikt. Gebruik
geen apparaat met defect snoer of defecte stekker.
Als u een verlengsnoer nodig hebt, gebruik
dan alleen op veiligheid gecontroleerde, spat-
waterdichte, enkele verlengsnoeren (geen
meervoudige contactdozen), die zijn ontworpen
voor de vermogensopname van het apparaat.
Zorg er voor de reiniging of het onderhoud
van het apparaat voor, dat het apparaat uitge-
schakeld en de stekker uit het stopcontact ge-
trokken is.
Laat het apparaat niet onbeheerd, zolang de
stekker in het stopcontact gestoken is.
bij een defect apparaat
Als het apparaat of het stroomsnoer beschadigd
zijn, moeten ze door de fabrikant, zijn klanten-
service of door iemand met dezelfde competen-
tie worden vervangen om gevaren te voorkomen.