NL
4.5
Kettingzaagolie bijvullen (10)
In uitleveringstoestand is het apparaat NIET
gevuld met kettingzaagolie!
LET OP!
Kans op schade aan het apparaat
Bij gebruik van het apparaat zonder ket-
tingzaagolie raken de zaagketting en het
zaagblad beschadigd.
■
Gebruik het apparaat nooit zonder
kettingzaagolie.
■
Vul voor aanvang van de werkzaam-
heden de olietank met ketting-
zaagolie en controleer het oliepeil re-
gelmatig gedurende de werkzaamhe-
den.
■
Controleer minimaal voor elke start
van de werkzaamheden of de ket-
tingsmering correct functioneert.
De levensduur en de zaagcapaciteit van de zaag-
ketting zijn afhankelijk van een optimale smering.
Tijdens gebruik wordt de zaagketting automatisch
bevochtigd met olie.
LET OP!
Kans op schade aan het apparaat
Bij gebruik van afgewerkte olie voor de
kettingsmering, zorgen de metaaldeeltjes
die hierin zijn opgenomen voor een extra
hoge slijtage aan het zaagblad en de
zaagketting, zodat deze vroegtijdig ver-
sleten raken. Bovendien vervalt hierdoor
de garantie van de fabrikant.
■
Gebruik nooit afgewerkte olie, maar
uitsluitend biologisch afbreekbare
kettingzaagolie.
LET OP!
Gevaar voor milieuschade
Het gebruik van minerale olie voor de
kettingsmering leidt tot ernstige milieus-
chade.
■
Gebruik nooit minerale olie, maar uit-
sluitend biologisch afbreekbare ket-
tingzaagolie.
Controleer het oliepeil elke keer voor aanvang
van de werkzaamheden en elke keer bij het ver-
wisselen van de accu en vul, indien nodig, ket-
tingzaagolie bij:
56
1. Controleer het oliepeil in het kijkglas (10/1)
van de olietank. Er moet altijd olie te zien
zijn. Het minimale en het maximale oliepeil
mogen niet worden onder- resp. overschre-
den.
2. Zet de hoogsnoeizaag horizontaal op een
stevige ondergrond en houd deze vast.
3. Reinig het gebied rondom de vuldop van de
olietank (10/2).
4. Schroef de vuldop van de olietank.
OPMERKING
■
Gebruik een trechter om het bijvullen
te vergemakkelijken.
■
Er mag geen vuil in de olietank te-
rechtkomen.
5. Vul de tank met biologisch afbreekbare ket-
tingzaagolie. Controleer daarbij het oliepeil in
het kijkglas van de olietank. Laat de olietank
niet overstromen!
6. Draai de vuldop weer vast op de olietank.
4.6
Draagriem aanbrengen op het apparaat
(19)
De bijgeleverde draagriem brengt de belasting
over op uw bovenlichaam.
1. Draagriem (19/2) over uw schouder hangen.
2. Karabijnhaak van de draagriem in het oog
(19/1) van het apparaat haken.
3. Door de gesp te verschuiven, de lengte van
de draagriem zodanig aanpassen dat u het
apparaat gemakkelijk kunt dragen.
4. Enkele werkbewegingen uitvoeren met het
uitgeschakelde apparaat, om de lengte van
de draagriem te testen. Lengte van de
draagriem aanpassen, indien nodig.
5 INGEBRUIKNAME
5.1
Accu laden
De meegeleverde accu is gedeeltelijk opgeladen.
De accu moet voor het eerste gebruik compleet
worden opgeladen. De accu kan in elke wille-
keurige laadtoestand worden opgeladen. Het is
niet slecht voor de accu als het opladen wordt
onderbroken.
OPMERKING
Neem de gedetailleerde gegevens uit de
meegeleverde gebruiksaanwijzing van de
accu en de oplader in acht.
Ingebruikname
CSA 2020