Veiligheidsinstructies voor het gebruik van de
bladzuiger
•
Voorkom schade aan de ventilator. Zuig geen grote
voorwerpen aan zoals hout, blikjes, stukken rubber
of lange stukken touw.
•
Zorg ervoor dat de zuigpijp geen contact maakt met
de grond.
•
Zet de motor uit en ontkoppel de bougiedop voordat
u materiaal verwijdert dat een blokkering of
verstopping veroorzaakt.
Persoonlijke beschermingsmiddelen
•
Gebruik altijd de juiste persoonlijke
beschermingsmiddelen wanneer u het product
gebruikt. De persoonlijke beschermingsmiddelen
nemen het risico op letsel niet weg. De persoonlijke
beschermingsmiddelen verlagen de ernst van het
letsel indien zich een ongeval voordoet.
•
Gebruik altijd goedgekeurde oogbescherming
wanneer u het product gebruikt.
•
Bedien het product niet op blote voeten of met open
schoenen. Gebruik altijd antisliplaarzen voor zwaar
gebruik.
•
Draag een lange broek van stevige stof.
•
Gebruik indien nodig goedgekeurde beschermende
handschoenen.
•
Gebruik een helm als er objecten op uw hoofd
kunnen vallen.
•
Gebruik altijd goedgekeurde gehoorbescherming
wanneer u het product gebruikt. Langdurig lawaai
kan gehoorverlies veroorzaken.
•
Draag altijd een goedgekeurd stofmasker als u het
product in een stoffige omgeving gebruikt.
•
Zorg ervoor dat u een EHBO-kit bij de hand hebt.
Veiligheidsvoorzieningen op het product
•
Zorg ervoor dat u regelmatig
onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan het
product.
•
De levensduur van het product neemt toe.
•
Het risico van ongevallen neemt af.
Laat het product regelmatig door een erkende dealer
of een erkend servicepunt controleren, zodat er
aanpassingen en reparaties uitgevoerd kunnen
worden.
•
Gebruik geen product met beschadigde
beschermingsmiddelen. Als het product beschadigd
is, neemt u dan contact op met een erkend
servicepunt.
Stopschakelaar
Start de motor. Controleer of de motor stopt wanneer u
de stopschakelaar in de stop-stand zet.
728 - 008 - 10.06.2019
Geluiddemper
WAARSCHUWING: Raak de geluiddemper
niet aan wanneer hij warm is. De
geluiddemper is erg heet als de motor draait
en nadat deze is gestopt. Aanraken van de
geluiddemper kan brandwonden
veroorzaken.
•
Gebruik geen motor met een beschadigde
geluiddemper. Een beschadigde geluiddemper laat
het geluidniveau stijgen en vergroot het risico van
brand. Zorg dat er een brandblusser in de buurt is.
•
Controleer regelmatig of de geluiddemper aan het
product is bevestigd.
•
Raak de motor en de geluiddemper niet aan terwijl
de motor is ingeschakeld. Raak de motor en de
geluiddemper een tijdje niet aan nadat de motor is
uitgeschakeld. Hete oppervlakken kunnen letsel
veroorzaken.
•
Een hete geluiddemper kan brand veroorzaken. Let
op als u het product in de buurt van ontvlambare
vloeistoffen of dampen gebruikt.
•
Raak geen onderdelen van de geluiddemper aan als
de geluiddemper beschadigd is. De onderdelen
kunnen kankerverwekkende chemicaliën bevatten.
•
Sommige bladblazermodellen hebben een
vonkenscherm. Reinig en vervang het scherm met
een bepaalde regelmaat. Zie het hoofdstuk
Onderhoud op pagina 187 ).
Onderhoud (
Brandstofveiligheid
•
Start het product niet als er brandstof of motorolie op
het product aanwezig is. Verwijder de ongewenste
brandstof/olie en laat het product drogen. Verwijder
ongewenste brandstof van het product.
•
Als u brandstof op uw kleding morst, trek dan direct
andere kleding aan.
•
Zorg dat er geen brandstof op uw lichaam terecht
komt, dit kan letsel veroorzaken. Als er brandstof op
uw lichaam terecht komt, verwijder deze dan met
water en zeep.
•
Start de motor niet als u brandstof op het product of
op uw lichaam hebt gemorst.
•
Start het product niet als er sprake is van een
motorlekkage. Controleer de motor regelmatig op
lekkage.
•
Wees voorzichtig met brandstof. Brandstof is licht
ontvlambaar en de dampen zijn explosief. Ze kunnen
letsel veroorzaken of leiden tot de dood.
•
Adem geen brandstofdampen in, dit kan letsel
veroorzaken. Zorg voor voldoende ventilatie.
•
Rook niet in de buurt van de brandstof of de motor.
•
Plaats geen warme voorwerpen in de buurt van de
brandstof of de motor.
•
Vul geen brandstof bij terwijl de motor is
ingeschakeld.
•
Zorg ervoor dat de motor koud is wanneer u
brandstof bijvult.
183