Indicator voor resterende acculading
(alleen voor de modellen met accu
AP-3622)
Accu AP-3622 is uitgerust met een indicator voor de
resterende acculading (zie afb. 7).
Druk op de CHECK-knop om de resterende acculading te
zien. De indicatorlampjes branden dan gedurende
ongeveer drie seconden.
Status van lampjes
Brandt
Uit
E
011713
• Wanneer alleen het onderste lampje knippert (naast de
letter "E"), of wanneer geen van de lampjes branden, is
de acculading op en werkt het gereedschap niet meer.
In dit geval, laadt u de accu op of vervangt u de lege
accu door een volledig opgeladen accu.
• Wanneer twee of meer lampjes niet branden, ook niet
nadat het opladen voltooid is, heeft de accu het einde
van zijn levensduur bereikt.
• Wanneer de bovenste twee en de onderste twee
lampjes beurtelings branden, kan een storing in de
accu opgetreden zijn. Neem contact op met u uw
plaatselijk, erkend Dolmar-servicecentrum.
OPMERKING:
• De aangegeven acculading kan lager zijn de werkelijke
accuading tijdens gebruik of onmiddellijk na gebruik
van het gereedschap.
• Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en de
omgevingstemperatuur, is het mogelijk dat de
aangegeven acculading verschilt van de werkelijke
acculading.
ONDERDELEN AANBRENGEN/
VERWIJDEREN
WAARSCHUWING:
• Controleer altijd of het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu is verwijderd alvorens
enige werkzaamheden aan het gereedschap te
verrichten. Als het gereedschap niet wordt
uitgeschakeld en de accu niet uit het gereedschap
wordt verwijderd, kan dat na per ongeluk inschakelen
leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
• Start het gereedschap nooit voordat het op de
juiste wijze is gemonteerd. Door het gereedschap in
een gedeeltelijk gemonteerde toestand te laten
Resterende
acculading
Knippert
70% tot 100%
F
45% tot 70%
20% tot 45%
0% tot 20%
Laad de accu op.
Er kan een storing in
de accu zijn
opgetreden.
werken, kan dat na per ongeluk inschakelen leiden tot
ernstig persoonlijk letsel.
De handgreep aanbrengen (zie afb. 8)
Monteer de bescherming en de handgreep stevig met
behulp van twee schroeven en klemmen.
Zorg ervoor dat de handgreep/bescherming zich tussen
de afstandshouder en de pijlmarkeringen bevindt.
Verwijder of verkort de afstandshouder niet. Verwijder de
bescherming niet nadat deze is gemonteerd.
LET OP:
• Monteer de handgreep nooit op de sticker of de
aansluiting.
OPMERKING:
• In sommige landen worden de bescherming en het
afstandshouder niet bij het gereedschap geleverd. Lijn
in dat geval de handgreep uit met de verste lijn
aangegeven door de pijlmarkeringen.
Het hulpstuk monteren (zie afb. 9)
Het hulpstuk aan een aandrijfsysteem bevestigen:
1. Zorg ervoor dat de vergrendelhendel niet omlaag
staat.
2. Lijn de pen uit met de pijlmarkering.
3. Steek de as van het hulpstuk in de aandrijfas van het
aandrijfsysteem tot de ontgrendelknop omhoog komt.
4. Zet de vergrendelhendel stevig omlaag, zoals
afgebeeld.
Om het hulpstuk te verwijderen, zet u de
vergrendelhendel omhoog, drukt u de vergrendelknop in
en trekt u de as eruit.
KENNISGEVING:
• Zet de vergrendelhendel niet omlaag zonder dat de as
van het hulpstuk erin is gestoken. Als u dit doet, kan de
vergrendelhendel de ingang voor de aandrijfas te ver
dichtknijpen en beschadigen.
Het schouderdraagstel bevestigen (zie
afb. 10)
Hang het schouderdraagstel over uw linkerschouder door
uw hoofd en rechterarm erdoor te steken. Houd het
gereedschap tegen uw rechterzij.
Nadat u het schouderdraagstel hebt aangetrokken,
bevestigt u het gereedschap door de gespen aan zowel
de gereedschapshaak als het schouderdraagstel aan
elkaar te bevestigen. Controleer dat de gespen volledig
op hun plaats klikken en vergrendelen.
Pas de lengte van de schouderriem aan overeenkomstig
uw werkzaamheden (zie afb. 11).
De gesp is voorzien van een snelontgrendeling die kan
worden gebruikt door eenvoudigweg de zijkant van de
gesp in te knijpen.
WAARSCHUWING:
• Let er goed op dat u te allen tijde de controle over
het gereedschap behoudt. Zorg ervoor dat het
gereedschap zich niet in uw richting of in de
richting van iemand die in de buurt staat beweegt.
Als u de controle over het gereedschap verliest, kan
dat leiden tot ernstig letsel van de gebruiker en
omstanders.
35