INSTALLATIE VAN DE ZELFAANZUIGENDE POMP BOVEN HET VLOEISTOFPEIL (AANZUIGING BOVEN VLOEISTOFHOOGTE). AFBEELDING 2,
AFBEELDING 3 EN "INSTALLATIE" TAB1.
Ga na of de leiding na de pomp
1.
(toevoerzijde) niet wordt
afgesloten
Open de afsluiter na de pomp
2.
(toevoerzijde)
Open de afsluiter voor de pomp
3.
(aanzuigzijde). Raadpleeg
Afbeelding 2 voor de installatie
Open een kraan in de buurt van de
4.
pomp om de lucht af te laten
Verwijder de vuldop. Verwijder de
5.
vuldop en gebruik de vulopening
als een dergelijke dop is
aangebracht op de leiding na de
pomp (toevoerzijde). Gebruik de
vulopening van de pomp als dit
niet het geval is
De terugslagklep in Afbeelding 3 kan gebruikt worden om te voorkomen dat de pomp in het geval van een stilstand
leegloopt, zodat de vloeistof voor de volgende inschakeling in het pomphuis achterblijft.
GEFAHR
Vul de pomp altijd voor de inschakeling als geen terugslag- of voetklep op de aanzuigopening aanwezig is.
GEFAHR
Herhaal de handelingen van 1 tot 11 als de pomp slechts met moeite de druk kan verhogen. Als de pomp
na diverse pogingen niet correct werkt, raadpleeg het deel defecten "beknopte gids in het geval van
storingen".
REGELING VAN DE DRUKREGELAAR (AFBEELDING 4)
De in- en uitschakeldruk van de drukregelaar zijn in de fabriek afgesteld.
Hieronder wordt beschreven hoe de regelingen van de drukregelaar kunnen worden gewijzigd en aan de
eigenschappen van het systeem kunnen worden aangepast.
• Draai de differentieelmoer (1)
volledig los
Vul het pomphuis en de
6.
aanzuigleiding volledig met
vloeistof (Afbeelding 2) of
vul uitsluitend het pomphuis
(Afbeelding 3) met een trechter
tot de vloeistof uit de vulopening
stroomt
Sluit de vuldop van de pomp
7.
Vul de leiding en de pomp tot uit
8.
het tweede gat vloeistof naar
buiten stroomt als de vulopening
op de leiding is geïnstalleerd
Breng de tweede vuldop aan
9.
• Draai aan de
minimuminterventiemoer (2) tot
de sluitwaarde van de contacten
(start van de pomp) is bepaald:
rechtsom neemt de druk toe,
linksom neemt de druk af
HANDLEIDING VOOR GEBRUIK EN ONDERHOUND
Start de pomp en wacht tot de
10.
vloeistof wordt verpompt. De
pomp kan 5 minuten werken
om de vloeistof aan te zuigen.
Herhaal de stappen van 1 tot 10
als de pomp geen druk en geen
debiet opbouwt
• Draai de differentieelmoer
(1) weer vat tot de gewenste
interventiedruk is verkregen
NL
93