NL
HANDLEIDING VOOR GEBRUIK EN ONDERHOUND
INBEDRIJFSTELLING VAN DE POMP
GEFAHR
Gebruik de elektropomp binnen het bereik dat is vermeld op het typeplaatje.
GEFAHR
Laat de pomp om geen enkele reden werken met gesloten afsluiter (aan de aanzuigzijde). Door een droge
werking kan de pomp oververhit en beschadigd raken.
GEFAHR
Laat de elektropomp niet draaien als de afsluiter volledig is gesloten (aan de toevoerzijde). In dit geval
wordt het water in het systeem erg warm en bestaat het gevaar voor schade aan het apparaat en
brandwonden in het geval dat de vloeistof naar buiten stroomt. Schakel in dit geval de pomp uit en laat het
systeem afkoelen.
GEFAHR
Gebruik de pomp niet in het geval van cavitatie om schade aan de hydraulische componenten te
voorkomen.
GEFAHR
De druk na de pomp (toevoerzijde) mag de maximale bedrijfsdruk PN gegeven op het plaatje van de pomp
niet overschrijden, zie "Bedrijfslimieten" Afbeelding 5. De druk na de pomp wordt gegeven door de som van
de druk die wordt afgegeven door de pomp en de druk aan de aanzuigzijde (zwaartekracht in het geval van
installaties onder de vloeistofhoogte, waterleiding of waternet waar mogelijk of vereist).
Verifieer of de afsluiters na de
1.
pomp (toevoerzijde) en voor de
pomp zijn geopend.
Start de pomp.
2.
94
Schakel de pomp uit als
3.
deze niet correct start en
niet binnen korte tijd de
bedrijfsvoorwaarden bereikt.
Herhaal de fase "Aanzuiging van
4.
de pomp"