7. Montage
7.1. Inbouwaanwijzingen
• Horizontale en verticale inbouwpositie mogelijk
• Afsluitkleppen aanbrengen
• Als zich aan de uitgangszijde installatiedelen bevinden die
bij onvolledige afsluiting van het reduceerventiel door een
niet-toegestane, hoge druk overbelast worden, moet
conform DIN EN 806-2 en DIN 1988-200 een
veiligheidsklep worden ingebouwd. De uitgangsdruk van
het reduceerventiel moet in deze gevallen minstens 20 %
onder de schakeldruk van de veiligheidsklep worden
ingesteld.
• De inbouwplaats moet vorstvrij en goed toegankelijk zijn
- Manometer goed afleesbaar
- Mate van vervuiling bij transparante zeefhouder goed
afleesbaar
- Vereenvoudigt onderhoud en reiniging
• Bij huiswaterinstallaties waarbij een hoge mate van
beveiliging voor vervuiling vereist is, moet voor het
reduceerventiel een fijnfilter worden ingebouwd
• Kalmeringstraject van 5xDN achter het reduceerventiel
inbouwen (conform EN806-2)
7.2. Montagehandleiding
1. Buisleiding goed doorspoelen
2. Venturi-mondstuk insteken (slechts 1
3. Reduceerventiel inbouwen
• Doorstroomrichting in acht nemen
• Spanning- en buigmomentvrij inbouwen
4. Blinde stop met de hand indraaien
8. Inbedrijfstelling
8.1. Achterdruk instellen
Uitgangsdruk min. 1 bar onder ingangsdruk instellen.
8.1.1. D06F/D06F-LF, D06FN, D06FI
1. Afsluitappendage aan ingangszijde sluiten
2. Aan uitgangszijde druk afbouwen (bijvoorbeeld door
aftappen van water)
3. Afsluitappendage aan uitgangszijde sluiten
4. Sleufschroef losmaken
• Sleufschroef er niet uitdraaien
5. Drukveer ontspannen
• Verstelgreep linksom (-) tot de aanslag draaien
6. Afsluitappendage aan ingangszijde langzaam openen
7. Verstelgreep draaien tot de instelschaal de gewenste
waarde weergeeft
8. Sleufschroef weer vastdraaien
9. Afsluitappendage aan uitgangszijde langzaam openen
8.1.2. D06FH
1. Afsluitappendage aan ingangszijde sluiten
2. Aan uitgangszijde druk afbouwen (bijvoorbeeld door
aftappen van water)
3. Afsluitappendage aan uitgangszijde sluiten
4. Sleufschroef losmaken en er compleet uitdraaien
MU1H-1002GE23 R0217
NL
5. Rode greep verwijderen
6. Drukveer ontspannen
7. Afsluitappendage aan ingangszijde langzaam openen
8. Verstelgreep draaien tot de instelschaal de gewenste
9. Rode greep er opzetten
10. Sleufschroef weer vastdraaien
11. Afsluitappendage aan uitgangszijde langzaam openen
9. Service
Conform DIN EN 806-5 moeten volgende maatregelen
worden genomen:
9.1. Inspectie
9.1.1. Reduceerventiel
1. Afsluitappendage aan uitgangszijde sluiten
2. Achterdruk met manometer bij nul doorstroming
/
" / 2")
1
3. Afsluitappendage aan uitgangszijde langzaam openen
4
9.2. Onderhoud
9.2.1. Reduceerventiel
9.2.1.1. D06F, D06F-LF, D06FN, D06FI
1. Afsluitappendage aan ingangszijde sluiten
2. Aan uitgangszijde druk afbouwen (bijvoorbeeld door
3. Afsluitappendage aan uitgangszijde sluiten
4. Sleufschroef losmaken
5. Drukveer ontspannen
6. Veerkap er afschroeven
7. Glijring er uitnemen
8. Klepinzetstuk er met een tang uittrekken
9. Zeefhouder er afschroeven
10. Groefring er uitnemen
24
• Verstelgreep linksom (-) tot de aanslag draaien
waarde weergeeft
We bevelen het afsluiten van een servicecontract met
een installatiebedrijf aan
Interval: jaarlijks
controleren
• Als de druk langzaam stijgt, is de appendage eventueel
vervuild of defect. Voer in dit geval onderhoud uit
Conform DIN EN806-5 en VDI 3810-2 moeten
reduceerventielen jaarlijks worden gecontroleerd en
onderhoud.
Zeefhouders moeten halfjaarlijks worden vervangen.
Onderhoud moet door een installatiebedrijf worden
uitgevoerd.
aftappen van water)
• Sleufschroef er niet uitdraaien
Voorzichtig!
Onder de veerkap bevindt zich een drukveer.
Uitspringen van de drukveer kan letsel veroorzaken.
• Zorg ervoor dat de drukveer ontspannen is!
• Verstelgreep linksom (-) tot de aanslag draaien
• Dubbele ringsleutel ZR06K gebruiken
• Dubbele ringsleutel ZR06K gebruiken
Honeywell GmbH