Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
CentrinoX3.book Seite 18 Dienstag, 15. März 2011 10:07 22
Onderhoud
3
Onderhoud
3.1 Stofbak leegmaken
Maak de stofbak elke keer leeg na het zui-
gen, zodat de zuigkracht van uw stofzuiger be-
houden blijft.
Maak de stofbak echter uiterlijk leeg als de
„MAX"-markering (afb. 8/1./1) aan de stofzak
bereikt is of als de reinigingsindicator (afb. 1/6)
in het kijkvenster verschijnt.
OPGELET:
Voordat u de stofbak leegmaakt schakelt u
het
apparaat
uit
( hoofdstuk
„Uitschakelen"). Zo voorkomt u dat stof het
apparaat beschadigt.
1. Ontgrendel de stofzak door de klembeugel
omhoog te klappen (afb. 8/1.).
2. Neem de stofbak vervolgens uit de console
(afb. 8/2.).
8
3. Maak de stofbak leeg door hem vlak boven
een vuilnisbak te houden en daarna pas de
bodemplaat open te klappen (afb. 9/1).
9
AANWIJZING:
De inhoud van de stofbak kunt u meegeven
met het gewone huisvuil, voorzover deze
geen voor huisvuil verboden vuil bevat.
4. Draai de cyclooneenheid bij deze gelegen-
heid tegen de klok in uit de stofzuiger
(afb. 9/2) en reinig de eenheid.
5. Verwijder stofresten die zich eventueel nog
in de stofbak bevinden.
6. Plaats de cyclooneenheid weer terug door
deze met de klok mee te draaien (afb. 9/2).
7. Klap de bodemplaat weer dicht. De plaat
klikt duidelijk hoorbaar vast.
8. Reinig/Vervang bij deze gelegenheid met-
een even de Dual-motorbeveiligingsfilter
hoofdstuk
3.4,
motorbeveiligingsfilter
vervangen".
9. Plaats de stofbak weer terug in zijn conso-
le. Hij moet hoor- en voelbaar vastklikken.
18
3.2 Filtervervanging
In de filters kunnen stof en vuildeeltjes
gaan vastzitten en zodoende de luchtstroom
verminderen. Neem de hieronder aangegeven
reinigings- en vervangingsintervallen in acht.
Vervang beschadigde filters onmiddellijk.
De volgende filters zijn geïnstalleerd:
2.4,
10
Dual-motorbeveiligingsfilter (afb. 10/1)
- Controleren/Reinigen: Om het zuigver-
mogen te behouden, moet u het Dual-
motorbeveiligingsfilter
het zuigen reinigen. Als het Dual-motor-
beveiligingsfilter slechts een beetje vuil
is, hoeft het filter alleen maar uitgeklopt te
worden. Als het filter erg vuil is, moet het
grondig gereinigd/uitgewassen worden
( hoofdstuk
motorbeveiligingsfilter
vervangen").
- Vervangen: Als de filterelementen heel
erg vuil of niet meer te reinigen zijn, ver-
vang deze dan door nieuwe ( hoofdstuk
5.1, „Lijst van slijtageonderdelen").
Uitblaasfilter (afb. 10/2)
- Reinigen: afhankelijk van de vervuilings-
graad, minstens echter 1x per maand
- Vervangen: om de 6 maanden
3.3 Uitblaasfilter reinigen/vervan-
gen
1. Schakel het apparaat uit ( hoofdstuk 2.4,
„Uitschakelen").
2. Grijp onder de afdekking van het uitblaasfilter
en klap deze omhoog (afb. 11/1).
1.
11
3. Neem het uitblaasfilter uit het vak (afb. 11/2).
4. Klop het uitblaasfilter uit. Als het filter daar-
door niet voldoende gereinigd kan worden,
was het dan grondig met de hand en laat
het minstens 15 uur drogen, voordat u het
weer inzet.
„Dual-
reinigen/
5. Zet het gereinigde/nieuwe uitblaasfilter
( hoofdstuk 5, „Reserveonderdelen") weer
terug in het vak.
6. Plaats de afdekking van het uitblaasfilter
eerst onderaan tegen de stofzuiger aan en
klap hem dan dicht, totdat de afdekking
hoor- en voelbaar vastklikt.
3.4 Dual-motorbeveiligingsfilter
reinigen/vervangen
1. Schakel het apparaat uit, verwijder de stof-
bak en maak hem leeg
„Stofbak leegmaken".
2. Trek eerst de cassette van het motorbevei-
ligingsfilter aan het hiervoor voorziene lipje
uit het vak (afb. 12/1).
3. Verwijder dan het motorbeveiligingsfilter-
element (afb. 12/2).
12
4. Voor de grove reiniging klopt u beide delen
van het Dual-motorbeveiligingsfilter met
elke keer na
lichte slagen van alle kanten uit.
AANWIJZING:
Als beide delen van het Dual-motorbeveili-
gingsfilter erg vuil zijn, spoel deze dan gron-
dig uit met een douchekop (afb. 13). Gebruik
3.4,
„Dual-
hierbij geen borstel of reinigingsmiddel. Laat
reinigen/
beide delen vervolgens drogen (ca. 15 uur
bij kamertemperatuur, afb. 13/2). Zet ze er
pas weer in als ze helemaal droog zijn.
13
5. Zet het motorbeveiligingsfilter-element in
de juiste positie in het betreffende vak
(afb. 14/1).
2.
6. Plaats de motorbeveiligingsfilter-cassette
in de juiste positie in het betreffende vak
(afb. 14/2, pijl naar boven). Druk de casset-
te aan alle kanten vast aan en controleer of
de cassette correct zit.
14
7. Plaats de stofbak weer terug. Hij moet
hoorbaar vastklikken. Controleer eerst of
de stofbak goed vastzit, voordat u het ap-
paraat weer inschakelt.
hoofdstuk 3.1,
Publicidad
