•
Een verlengsnoer dient een aangepaste kabeldikte
te hebben (AWG of American Wire Gauge) voor
de veiligheid. Hoe kleiner de draaddikte, hoe groter
de capaciteit van de kabel, m.a.w. dikte 16 heeft
meer capaciteit dan dikte 18. Wanneer u meer dan 1
verlengsnoer gebruikt om de totale lengte te krijgen,
zorg er dan voor dan elke verlenging apart minstens
de minimale draadmaat bedraagt.
•
Plaats geen voorwerpen op de lader en plaats de
lader niet op een zacht oppervlak. Hierdoor kunnen
de ventilatieopeningen geblokkeerd raken, wat
kan leiden tot extreem hoge interne temperaturen.
Houd de lader verwijderd van warmtebronnen. De
lader wordt geventileerd via groeven aan de bovenen
onderkant van de behuizing.
•
Gebruik de lader niet als het snoer of de stekker
beschadigd is – vervang deze in dat geval direct.
•
Gebruik de lader niet als er hard tegenaan is
gestoten, als hij is gevallen of op enigerlei
wijze is beschadigd. Ga ermee naar een erkend
reparatiepunt.
•
Haal de lader niet uit elkaar; ga ermee naar een
erkend reparatiepunt wanneer onderhoud of
reparatie nodig is. Als de lader verkeerd in elkaar
wordt gezet, kan dit leiden tot risico op brand,
elektrische schokken of elektrocutie.
•
Haal de stekker van de lader uit het stopcontact
voordat u deze reinigt. Zo beperkt u het risico op
elektrische schokken. U vermindert dit risico niet
door de accuset te verwijderen.
•
NOOIT proberen twee laders samen te verbinden.
•
De lader is ontworpen om te functioneren
met de standaard 230V huishoudelijke
stroomvoorziening. Probeer het toestel niet te
gebruiken met een andere spanning. Dit geldt niet
voor de lader van het apparaat.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Laders
De 9023348 -lader werkt met NiCd, NiMH- of Li-
Ionbatterijen van 7,2 – 18 V.
Deze laders vereisen geen aanpassing en zijn ontworpen
om er zo eenvoudig mogelijk mee te werken.
Laadprocedure
GEVAAR: Elektrocutiegevaar. Er is 230 volt
aanwezig op laadstations. Niet sonderen
met geleidende voorwerpen.Risico op
elektrische schok of elektrocutie.
1.
Sluit de lader (i) aan op een geschikt stopcontact
voordat u de accuset erin plaatst.
2.
Plaats de accuset (g) in de lader. Het rode (oplaad-
)lampje zal doorlopend knipperen om aan te geven
dat het oplaadproces begonnen is.
3.
Als het rode AAN-lampje continu blijft branden, is het
opladen voltooid. De set is volledig opgeladen en mag
onmiddellijk worden gebruikt of in de lader blijven.
Let op: Om een maximale prestatie en levensduur van
de NiCd- en de Li-Ion accu's te verzekeren, moeten de
accu's voor het eerste gebruik minimaal 10 uur worden
opgeladen
Oplaadproces
In onderstaande tabel staat aangegeven hoe u uit de
oplaadindicatoren kunt afl eiden in welk stadium van het
opladen de accu zich bevindt.
Stadium van opladen
bezig met opladen
volledig opgeladen
hete/koude accuvertraging
accuset vervangen
probleem
Automatische verversing
De automatische verversingsmodus zal de individuele
cellen in de accuset gelijkschakelen of balanceren op het
piekvermogen van de accu. De accuset dient wekelijks
bijgeladen te worden, of wanneer de accu niet langer de
gebruikelijke capaciteit levert.
Om de accuset bij te laden, plaatst u de accu op de
gebruikelijke manier in de lader. Laat de accuset ten
minste 10 uur in de lader.
Hete/koude accuvertraging
Als de lader een accu detecteert die te heet of te
koud is, begint de lader automatisch een hete/koude
accuvertraging, waarbij het opladen vertraagd wordt
totdat de accu een geschikte temperatuur heeft
bereikt. De lader schakelt dan automatisch over op
de acculaadmodus. Hiermee wordt een maximale
levensduur van de accu gegarandeerd.
ALLEEN VOOR LI-ION ACCUPACKS
Li-Ion accu's zijn voorzien van een elektronisch
beschermingssysteem dat de accu tegen overladen,
oververhitting en/of diepontlading beschermt.
Het gereedschap schakelt automatisch uit als het
elektronisch beschermingssysteem inschakelt. Als dit
gebeurt, plaats dan de Li-Ion accu op de acculader tot
deze volledig opgeladen is.
139
N E D E R L A N D S
– – – – – –
–––––––––––
––– – ––– –
•••••••••••
•• •• •• ••